w AN NEER wij iets schrijven over de huidverpleging b(j koeien, doen wij dat speciaal voor degenen die hier te weinig aan doen in den winter. De Nederlandsche boer is over het algemeen zindelijk en hij zou zich schamen, wanneer er iemand in den stal kwam en het bleek dan, dat zijn vee dik onder den mest zat. Ieder een weet immers, dat zoodoende schadelijke bacteriën in de melk komen; bovendien ,'t zicht'wil ook wat" en met behulp van roskam en borstel, door geregeld te mesten en voldoende te strooien, weet hij zijn diereD toch wel zindelijk te houden. Er zijn natuurlijk wel eens moeilijkheden, bijv. koeien die geregeld in de groep gaan staan of op den stand mesten, maar over het al geméén wordt de mest er toch wel afgehouden. Vaak gaat de huidverpleging echter verder, vooral bij con sumptiemelkers, die een hoogen graad van zindelijkheid willen behalen. Iets over huidverpleging bij koeien Officieele mededeelingen VRIJDAG 22 JANUARI 1943 DE LANDSTAND PAG. 10 aangekomen, neb ik mijn eerste patiënt ook getracht met takels overeind te krijgen. Ik heb de vele nadeelei toen eerst goed gezien en heb het nooit weer gedaan Deze nadeelen zijn: 1ste de groote moeite op een dor], twee stel takels bij elkaar te krijgen, 2de de balken en zoldering zijn niet altijd in staat om paard ei takel te dragen, maai het ergste vond ik 3de he paard gaat veel te langzaam van den grond, begin, zich dooi geweldig slaan te verzetten, en slaat nog als het ongeveer op de hoogte is en men is niet ii staat om uit te maken of het niet gaan staan onwi ofwel onmacht is. Bij het tweede geval, dat zich in mijn praktijk vooï deed, had ik het groete voorrecht te profiteeren vai een jongen boer, die mij een demonstratie met dt ladder gaf. Deze vond ik zoo buitengewoon mooi ei eenvoudig, dat ik deze verdei steeds neb toegepast. Ziet men deze den eersten keer, dan denkt men on willekeurig aan het ei van wijlen Columbus. Met eer photo is deze niet aan te geven, wel met een film apparaat, maar ik zal het als volgt doen. Men heeft voldoende ruimte noodig, dus moet het paard naar dei, schuurdeei gesleept worden en nog beter is het, hel dier naar buiten te brengen. Men heeft noodig een zeer lange .sterke ladder, die op elke boerderij wel aanwezig is, verdei een breede, zware plank van 3% k 4 meter en minstens 10 helpers. Gesteld het paard ligt in de richting Noord--Zuid met den kop ten Noor den en den staart ten Zuiden; de rug naar het Oosten, dus de vier beenen naar het Westen gericht. Nu wordt de ladder vanuit het Oosten stijf tegen den rug geschoven, vlak achtei den schoft. Door beurte lings aan staart en manen te laten tillen schuift men het paard op den ladder. Daarbij moet men den ladder vastzetten, hetgeen kan gebeuren door er een paai mannen op te laten staan. Heeft men het paard zóóver op de laddei gesleept, als de afstand van bodem tot onderborst noodig maakt, dan steekt men vanuit het Westen de plank op een sport van den ladder, dat zal de éde of 5de sport zijn. Nu nemen aan iedere zijde 4 mannen plaats bij den ladder, te beginnen vlak bij het paard, om breuk van de ladder te voorkomen. Een persoon pakt het einde Men moet niet redeneeren: tegenwoordig wordt melk gevraagd en niet „wat voor melk". Want na dezen tijd komt een andere en slechts die landen zullen in de toekomst een gunstige zuivelpositie kunnen veroveren, die óók aan de zindelijkheid hooge eischen stellen. Al leen uit schoone melk kan een prima zuivelproduct worden gewonnen. Trouwens, ook het belang der volks gezondheid dringt ons in deze richting. „Borstelen is voeren" zegt een boerenspreek woord ei wy zullen zien hoe letterlijk dit waar is. Om dit goed te begrijpen, willen wij eens gaan zien, hoe de huid onzer huisdieren eigenlijk samengesteld is. Van buiten naar binnen gaande, vinden wij achtereenvolgens: de doode opperhuid, dan de levende opperhuid en het on - derhuidsche bindweefsel. In de lederhuid vinden wij vet en zweetkliertjes, die door heel kleine gaatjes, zgn poriën, naar buiten uitmonden Hierdoor zweet hetdier^ en kan het zijn warmtegraad regelen en schadelijke stoffen uitscheiden. Men begrijpt dus, dat het van be lang is. dat de poriën open blijven. Zijn deze verstopt met vet en vuil, dan kan de huid niet goed meer func tionneeren, het dier gaat zich onbehaaglijk voelen krijgt jeuk. ja allerlei huidziekten kunnen er het ge volg van zijn. Men zal na het bovenstaande dan ook wel kunnen begrijpen, noe sommige onderzoekers von den, dat een schoone koe per dag gemiddeld 0.5 1. melk meer geeft dan een vuile. Daarom nemen vele veehouders geen genoegen met roskammen en borstelen alleen; zij knippen of scheren het achterstel, terwijl de staart natuurlijk opgebonden wordt Sommigen nemen genoegen met het knippen van staart en staartwortel, anderen nemen de uier er bij. terwijl weer anderen de dijen, den buikwand en de rech terflank of ook wel de geheele huidoppervlakte knip. pen. Met den roskam zij men voorzichtig, wanneer deze van de plank, brengt deze op buikhoogte tegen zijn lichaam en houdt de plank verder stevig vast. Verder één persoon bij den kop van het paard en één bij den staart, die weer de allerzwaarste taak heeft, herder een jongen, die zoo noodig klappen aan het paard uitdeelt. Op commando gaat de ladder nu, en >etrekkelijk vlug, van den horizontalen in den verti- :alen stand, het paard staat nu met de onderborst op of boven de plank en met een stok wordt de iioodige correctie in den stand der beenen aangebracht. Maakt het paard van deze hulp een dankbaar gebruik an gaat het staan, dan is het voorloopig in orde, blijft net op de plank hangen, dan is het geval mèestal aopeloos. Het geheel vormt een aardige vertooning die snel verloopt en verrassende resultaten kan op leveren. Men moet het geheel goed overzien, zijn aelpers de juiste plaats kunnen aanwijzen en verder moet men kunnen commandeeren. Ik ben mij bewust lierbij wel eens wat bruut te zijn opgetreden, maar nog nooit heeft een veehouder zich er tegen verzet doch iooveel mogelijk meegewerkt Eu de patiënt zelf? Vaak aam ik een tevreden gehinnik waar, als zij weer op eigen beenen stonden. Het paard in kwestie wist het niet, maar wij weten, dat een koe met meer gemak drie weken ligt, dan een paard drie dagen. Als zoo'n patiënt dan weer staat, kan men de beenen laten masseeren dat zal wel goed zijn maar goed masseeren is een zware inspanning, die zelden goed gedaan wordt. Voor een paard, lijdende aan de ziekte, die wij wel de Maandagziekte noemen, kan het ook zeer gewenscht zijn het gaan liggen te verhinderen. Een aderlating, spoedig toegepast, werkt zeer heilzaam, maar het liggen werkt zeer nadeeiig en duurt dit betrekkelijk langen tijd, dan genezen zij meestal nooit weer. Ik wil hiermede mijn betoog eindigen en hoop menigen paardenbezittei en misschien ook wel een enkele jonge collega een goeden raad te hebben gegeven. Ten slotte nog één opmerking. Voor een veertig jaar reeds heb ik in Duitschland kunnen opmerken, dat de jonge dierenartsen, die in de praktijk wilden gaan, eerst een jaar bij een ouderen collega practisch moesten hebben gewerkt, alvorens zij zich konden vestigen. In scherpe tanden heeft Men krabt anders licht de huid open, Wat kans op infectie geeft. Het meeste werk dient daarom met den borstel gedaan te worden, De koekoeksgaten, staart en staartwortel wascht men verder minstens éénmaal per week met lauw sodawater. Immers deze lichaamsdeelen worden altijd bevuild en ondragelijke jeuk aan hiérvan net gevolg zijn. Heeft uien geen soda, dan gebruikt zeep sop nemen. Door al deze middelen bereikt men, dat al lereerst werkelijk zindelijk kan worden gemolken. Maar verder ook, dat het vee gezonder en levenslustiger is. Juist omdat zij minder jeuk hebben, zijn rij rustiger en voelen zich behaaglijk, wat tenslotte zoowel den dieren zelf, als de productie en de melk winning ter goede komt Bovendien voorkomt men huidziekten als schurft, her pes, luizen, enz. Bij schurft dient men natuurlijk de hulp van den veearts in te roepen. Schurft wordt ver oorzaakt door den schurftmijt, een zeer lastig te be strijden insect. De beste resultaten heeft men nog behaald met z.g. gascellen. Ook molse helpt wel. Een goed huismiddel is voorts om de aangetaste plekken dagelijks met sodawater en een harden boender te be werken. Indien men teerzeep heeft, kan men deze ook aanwenden Al deze bestrijdingsmiddelen (uitgezonderd het „gassen") geven echter slechts na langen tijd re sultaten. i De consumptiemelkers rond de groote steden knippen de dieren bij de stalling, vaak geheel. Een schaar kan men bij dit werk gebrmken, maai een hand- of elec- trische scheermachine werkt vlugger. Ook ziet men wel een tondeuse in gebruik Jammer genoeg zijn die electrische apparaten nogal duur, terwijl zij, wanneer de dieren niet zorgvuldig schoongeborsteld zijn, In een immezien bot zijn en trekken, inplaats van knippen. Toch leveren ze bij vakkundige behandeling goed werk en het ware te wensohen. dat bijv. zuivelfabrieken en landbouwvereenigingen ze meer aangeschaft hadden. Men had dan tegen lagen prijs de veehouders kunnen helpen Zoo rekent een ons bekende zuivelfabriek voor het scheren van een koe slechts 10 cent, terwijl wij ook fabrieken kermen, die de scheermachine met de bedie ning geheel gratis ter beschikking stellen. Misschien zullen in de toekomst, als alle materialen weer vrij geleverd kunnen worden, anderen dit goede voorbeeld volgen. Voorshands kan iedere boer zijn dieren met borstel en roskam dagelijks schoon houden, als de wil daartoe aanwezig is en daarbij op gezete tijden het haar van de uiers verwijderen, desnoods met de schaar. ons land kende en kent men dat niet, m.i. tot nadeel van veel veehouders. Ik meen tenminste in mijn betoog te hebben aangetoond, dat van een boer, maar ook van een ouderen collega, veel te leeren is. Mijn op volger, die mij één keer met den ladder zag werken, heeft nooit den takel toegepast. Het is te hopen, dat in ons land ook spoedig deze verplichting komt en dat de Directeur van de Dierenartsenkamer, Dr. B. J. C. te Hennepe, die zelf de plattelandspraktijk niet heeft meegemaakt, door zijn adviseurs in deze richting wordt geadviseerd. (Nadruk verboden). J. BRUIJEL. Veeziektenbestrijding en melkcontrole Bij de noodzakelijke beperking der rundveehouderij is het van groote beteekenis, dat de verkleinde vee stapel bestaat uit dieren van zoo hoog mogelijke kwa liteit. Daardoor zal de productie nog het best op peil kunnen blijven. Tevens laat zich uit die eerste klasse kern in normale tijden op de meest succesvolle ma nier weer een grootere melkveestapel opbouwen. Bo vendien is verbetering van de kwaliteit van onzen op zichzelf reeds prima rundveestapel van belang om daardoor ook in de toekomst in aanmerking te komen voor vee-export tegen behoorlijke prijzen. Een en ander heeft de Directie van den Landbouw doen besluiten thans over te gaan tot de verplichting voor den rundveehouder zich in te schakelen bij de veeziektenbestrijding en bij de productiecontröle. Op die wijze kan ook zelfs in oorlogstijd onze melkvee stapel nog worden vervolmaakt. Toeslag op den melkprijs gedurende 1943 Besloten is .dat met ingang van 3 Januari 1943 een toeslag yerleend zal worden van 1.50 per 100 kg. afgeleverde melk. In feite komt deze toeslag dus neer op een verhooging van den melkprijs met iy2 cent per kg., met dien verstande echter, dat deze toeslag niet direct door den melkverbruiker, maar geheel uit landsmiddelen zal worden bekostigd. Het zou onredelijk zijn, indien alleen zij, die hun melk als volle melk aan de fabriek leveren, voor een toeslag in aanmerking zouden komen. Daarom zullen ook de boerenkaasproducten, de zelfkarnende veehou ders, de zelfventende veehouders en de boeren, die room aan de fabrieken leveren, voor een toeslag in aanmerking komen. Deze toeslagen worden berekend op basis van den toeslag op volle melk. De toeslagen op dè aan de fabriek geleverde melk zullen tegelijk met het melkgeld worden verrekend. Voor de niet aan de fabriek leverende .melkveehouders zullen op korten termijn nadere regelingen bekend gemaakt worden. Er wordt op gewezen, dat genoemde toeslagen voor loopig alleen voor het jaar 1943 zullen gelden Adressen van het hoofdbedrijfschap voor tuinbouwproducten en zijn bedrijfschappen Aangezien misverstand blijkt te bestaan inzake de adressen van het Hoofdbedrijfschap voor Tuinbouwpro ducten en zijn bedrijfschappen, deelt voornoemd Hoofd bedrijfschap hieronder de juiste adressen mede, tot welke correspondentie voor de betreffende organisaties moet worden gericht: Hoofdbedrijfschap voor Tuinbouwproducten: Lange Voor hout 11, 's-Gravenhage. Bedrijfschap voor Groenten en FruitLaan Copes van Cattenburch 62, 's-Gravenhage. Bedrijfschap voor Sierteeltproducten: Anna Paulowna- straat 52. 's-Gravenhage. Bedrijfschap voor TuinbouwzadenLaan Copes van Catten burch 62, 's-Gravenhage Aan- en Verkoopbureau van Tuinbouw- en Sierteeltpro ducten: Surinamestraat 18, 's-Gravenhage. Bewaarvergoeding pootaardappelen oogst 1942 Het Bedrijfschap voor Zaaizaad en Pootgoed maakt bekend, dat de totale bewaarvergoeding voor goed gekeurde pootaardappelen van den oogst 1942 bedraagt: a. voor pootaardappelen van de vroege rassen, t.w. Eersteling, Frühmölle, Geelblom, Ideaal, Magneto, Li- mosa en Roode Eersteling ƒ1.25 per 100 kg.; b. voor pootaardappelen van alle overige rassen 0.75 per 100 kg. Van de onder a. en b. genoemde vergoedingen is, zooals reeds eerder bekend is gemaakt, een gedeelte van 0.25 per 100 kg. reeds op 15 November 1942

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 10