Waar komen de Nederlandsche plaatsnamen vandaan? w ANN EER we soms van die merkwaardige Neder landsche plaatsnamen hooren, vragen wy ons onwille keurig of: „Waar komen die toch vandaan?" Gods aarde is Lentebruid De Landstand in Zeeland VRIJDAG 23 APRIL 1943 DE LANDSTAND PAG. 2 Iets over heem, dam, roden en spade Een interessante, doch moeilijke studie Wij zullen trachten er hier in het kort een antwoord op te geven. In de deels zoo merkwaardige plaatspamen in ons land weerspiegelt zich de geschiedenis van ons land, vanaf de oudste tijden. Onze voorvaderen trokken, vele eeuwen terug, door de lage landen aan de zee op zoek naar geschikte plaatsen voor woongelegenheden. Waar hun dat gunstig voorkwam, stichtten zy dan hun nederzettingen. Bijna onbegaanbaar waren de wegen, die zij volgen moesten. Rivieren moesten door waad worden en met weinig middelen sloeg men stevige bruggen. Bosschen lieten zij onder mokefèla- gen van httn primitieve, doch sterke, hakwerktuigen, verdwijnen. Zoo werd het land bewoonbaar gemaakt. Kleine nederzettingen werden dorpen en groeiden nog later tot steden. Al deze nederzettingen gaf men een naam en even riskant en moeizaam als het bodemkundig onderzoek, is het onderzoek naar de afkomst van die namen. Talloos zijn de voetangels en klemmen, die men by het onderzoeken tegenkomt. Vele namen veranderden in den* loop der tyden, omdat in den volksmond de spelling en uitspraak gewijzigd werd. Alleen aan een nauwgezet onderzoek danken wij het, dat uit oude archiefstukken en kaarten de herkomst van vele namen aan ons bekend is geworden. Ook uit vele andere woorden in onze taal blijkt het*» aantal woorden over uit een lijstje, dat wij vonden in het Oct. 1942-nummer van „Onze Taal".: Anger grasland; ard (aard) bouwland; bil jachtplaats; broek moerassig weiland; apa water; belt hoogte; breul lage vochtige met boutge was begroeide plek; deel stuk grond, erf; brink rand van een akker, grasland, met gras begroeide hoogte, grasveld in het dorp; donk verhevenheid, heuvel, voorname huizinge op een verhevenheid; dtecht vaart; ee water; es(cM) zaadveld, veld voor voeding; geer puntvormig stuk land; geest hooggelegen zandgrond; haag struikgewas, omhei ning; hoorn spits -toeloopend stuk ^land; horst struikgewas, heuveltje; klinge heuvel, dorre duin of ondiepe plaats; ooi water (land), weidestreek langs rivier. Tot het vormen van plaatsnamen is tevens wel gebruik gemaakt van namen van dieren, planten en boomen, zooals b.v. arend, havik, kievit, vos, wolf en geit; brem, doorn, hop, vlier, brandnetel en varen; alm (olm en iep), birk (berk), beuk,'eik, els, esp, linde, mapl (ahorn). Aan de hand van deze woorden kunnen vele plaats namen, die ons eerst raadselachtig voorkwamen, wor den verklaard. Toch dienen wij daarbij zeer voor zichtig te oordeelen, want menige plaats- kreeg later een minder toepasselijker! naam, omdat men dan een jongere vestiging den naam gaf van een oudere, die eldefS gelegen was. Ook veranderde de plaatselijke Achter den ploeg Het kont niet dikwijls voor, dat het feest van de Opstanding; van het Leven gevierd wordt in de omstandigheden van dit oorlogsjaar 1943. Op den laat- sten datum, dien de regels voor Paschen toestaan valt het en juist nu is de natuur too yroeg als haast nooit met de volle overdaad van jong na tuurleven. Is het niet\net alsof de Almachtige In de glorie van dén bloei aan een ver dwaasd mensohdom een vriendelijke maar nadrukkelijke les wil geven? Nu de dood in zijn meest afschrikwek kende gestalten over de slagvelden raast en over een in den nacht rust zoekende aarde raast, waar h(| van Jen hemel valt om vrouwen en kin deren in de onschuld van hun bestaan vernietigen en eind .'oozen weedom te verwekken, nu wij, menschen, als het ware de bondgenooten van den dood werden en hem beter gereedschap gaven dan hy maar wenschen kon, nu staat het leven der Lente vroeger op dan ooit. Moet dat tot het godgeloovige boeren- hart, het hart, dat, als het er op aan komt, gelooft In een Heer van J»et Léven, niet een nadrukkelijke taal spreken, dit wonder van een overrijk bloeiend^ Paschen? Gods Aarde Is de Lentebruid, wat zjj, die Iedere godsgedachte verwerpen, ook mogen zeggen en doen om het zich In eeuwigen wisselgang vernieuwende leven in zijn hoogste vormen aan te randen en wQ mogen, wij moeten ons deswege verheugen, vooral, als het onze roeping Is, die Aarde te dienen met al onze kracht. En als dat dienen dan vordert den harden strijd om het behoud van wat ons heilig is tegen al wat onheilig, wat levensvijandig ls, dan behoeft ons dat niet te ontmoedigen, dan is er geen enkele reden om In smartelijke gepein zen over de hardheid der dingen neer te zitten onder de bloelende boomen van den bongerd. Neen, dan beschou- 'wen we dien bloei en de frlschheid der weiden en we beluisteren de Juichende klanken van het gevogelte, dat ook zijn bruiloft viert en we zeggen: wat is het leven groot en wat is het leven mooi. wat is deze Aarde heerlijk en waard om haar lief te hebben en om haar behoud te strijden. Het zal menigeen van gaan. zooals het mü gaat. Nooit sterker voelen we, hoe lief we ons land hebben dan als het den bruidstooi draagt, nooit ster ker beseffen wij de verbondenheid van eert volk aan zijn bodem, als wanneer al wat op dien bodem leeft zich op gemaakt heeft tot bloei om te kunnen vruchtdragen. "Want dat ls het feest der Opstanding, het is vreugde om het nieuwe Leven, dat machtiger Is dan de Dood. Onze voorouders JÏebbeu eeuwen ge leden in hun godengestalten vorm ge geven aan deze gedachte en In een schoon geloof van de daad maakten zQ van het Lentegcty het getU van vreugdevolle samenkomsten, voor een belangrijk deel gqwyd can de viering hunner huwelijken, waaruit het nieu we leven van geslacht en volk moest voortkomen. Men heeft ons nadien ge leerd, dat deze bU de natuur aanslui tende feesten heldcnsch waren en ge tracht, de viering der Lente los te maken van de Aarde en haar bloei dat deze bij veelvuldig dagelyksch gebruik In aten volksmond aan vervormingen blootstaan. Officieele documenten, die plaatsnamen voor eeuwig vastleg den, kende men nog niet en daardoor wijzigden de namen, die van mond tot mond gingen, nog al eens, meWls gevolg, dat wij pu vaak den eigenlijken naam en zijn afstamming niet meer kunnen achterhalen. Over dit plaatsnamen-onderzoek bestaat een goed Nederlandsch boekwerk met een Latijnschen titel: „Nomina -Geographica Neerlandica", waarover ook het maandblad „Onze Taal" onlangs schreef. Pat rony mica Zoo worden de plaatsnamen genoemd, die gevormd zijn naar den naam van den stichter der plaats. De plaats waar een Alard zich bijv. had neergezet noem den men: „de plaats van Alard". Stierf cte stichter later, dan bleef de naam van de nederzetting® het gehucht of dorp, herinneren aan dengene, die aan ving met het bewoonbaar maken van de omgeving. In de Frankische streken vormde men de namen met het achtervoegsel: „ing" of „ung". In de Saksische streken was hetweer: „ink", doch alle beteekenden hof of erf. Slechts weinigen zullen weten, dat öte plaatsnaam Ermelo herinnert aan den Germaanschen god Irmin, omdat daar, waar nu Ermelo ligt, een bosch was, dat aan dezen god gewyd was. Franeker en Vroonloo her inneren aan den dienst van den god Erö. Ook deze namen zijn in den volksmond zoo verbasterd, dat men dte godennamen er bijna niet meer in hoort. Onderscheid naar de ligging Andere plaatsnamen geven weer aan waar een be paalde nederzetting gelegen was. Vele woorden werden bij het samenstellen der plaatsnamen gebruikt, die nu byna geheel uit het spraakgebruik verdwenen zyn of alleen nog in bepaalde streken van ons land ge bezigd worden. Wy namen als voorbeeld 4 hiervan een En als we dan denken dat die kleine regendrop en het zonnestraaltje het tezamen mogelijk maken dat het zaad op den akker tot ontkieming komt, uitgroeit en weer zaad voortbrengt, als we onze gedachten dan laten gaan door Gods groote Schepping, dan weten we dat alles beteeken is heeft en ook het kleine werk wat onze hand vindt om te doen, niet nutteloos be hoeft te zijn. Dan breekt door de duistere wolken die ons omringen het licht van innerlijke heerlijkheid en spoort ons aan met Uver en toewyding te doen wat in ons vermogen ligt. Gaat het U, lezer, niet dikwyls evenzoo? Wy weten allen dat er vooral aan ons zelf moet worden gebouwd, dat in ons het goede over het kwade moet domincc- ren. Wij kunnen het als een verzuchting slaken: Welk een wereld zou dat wezen, Waar Gods heilig liefdewoord In elks leven stond geschreven, In elks harte werd gehoord Wy weten nochtans dat de werkelijkheid anders Is. Wy ervaren het aan den lyve dat de wereld nog hard en meedoogenloos ls. Wy kennen echter het woord van Goethe: „Ik ben een mensch, dat heet een strijder zyn" en wy streven er naar om onze taak in deze wereld als strydende voor het goede zoo goed moge lijk te vervullen, omdat wy geloof hebben ln de roe ping van ons ras, omdat wy gelooven aan de Weder opstanding Ln geestelijken, maar ook in natuurlijken zin. Daarom sterke ons het Paaschfeest tot den strjjd voor het Leven van geslacht, volk en ras. In de hoop dat na dezen tyd er een tijd zal komen dat Gods heilig liefdewoord in aller leven staat ge schreven en in elk harte zal worden gehoord, wen schen -wij onzen lezers en lezeressen een gezegend Paaschfeest TER HAAR gesteldheid wel eens geheel en al, zoodat men bij het beoordeelen der namen dikwijls zeer ver terug moet gaan. Plaatsen eindigend op dam en heem Het is geen wonder, dat* in ons zoo waterrijke landje, vele plaatsnamen eindigen op dam. Hiermee werd dan een dam in, of een dijk langs het water bedoeld. Hier volgen er eenige: Amsterdam, Alblasserdam, Appmgedam, Durgerdam, Giessendam, Leerdam, Leidschendam, Monnikendam, Obdam, Rot terdam, Schiedam, Veendam, Volendam, Zaandam, iVerkendam en nog vele andere. Daarnaast zijn er dan ook zeer veel namen, die. heem of heim als achtervoegsel hebben. Wat dit heem betee- kent behoeven we hier zeker 'niet nader uiteen te zetten;' dit woord is eigenlijk door de eeuwen heen, meer een begrip dan een woord geweest. De liefde voor het heem was vroeger in de Germaan- sche landen zeer groot, doch de invloed van rassen, 'die het volk van huis en erf vervreemdden en die alleen het materialisme lief hadden, heeft ook het Nederlandsche volk van deze waarden afgeleid. Ge lukkig is er thans een kentering gekomen en wordt de liefde voor het heem steeds grooter. Ook dit heem is in vele plaatsnamen vervormd en wel tot: om, um, em en ook wel tot en. Het oorspron kelijke heim vinden we o.a. terug in Sassenheim (de vestiging der Saksen), en Diepenheim. Als hem en en komen wij het tegen in: Doecinchem (Doetinc-hem), Gorinchem (Gorinc-hem) Arnhem (Arne-heim), Hattern (Hat-heim), Woudrichem (Wou- dric-hem), Ursem (Urs-heim), Zuilichem (Zuilic-hem)^ Zelhem (Sale-heim). Ferder vinden we hem vervormd tot bm en um bij de volgende plaatsen: Bennekom (Bernic-heim), Beu- zekom (Beusic-, Buosink-hem), Ellekom (Ellunk- heitn), Hillegom (Hillinga-heim), Bosum (Bosa-Heim), Gellicum (Galling-hem), Heelsum (Heels of Hels-heim), Heukelum (Hokel-heim), Ootmarsum (Othmers-fceim), (Zie vervolg pag. 3, onderaan le kolom) en haar schoonheid, maar in het hart d^r menschen is toch de eeuwen door het bruidslied blijven klinken en Mei- tyd is nog trouwtjjd by uitnemendheid op het platteland Paschen nog altijd een feest van levensvreugde. Laat het dat ooi* nu zijn, nu de wor steling van goed en kwaad, van ge- loovigen eerbied voor het Leven en zijn heilige wa .-den tegen bruut ge weld van Mammon-aanbidders en bols jewistische Godloochenaars zulk een ontzaglijken omvang aanneemt, dat Iedereen er aan deelneemt. We vieren PasJiei» in het Jaar van den totalen «orlog en wit deel wil hebben aan het Lev< die zal in dezen strjd om het Leven niet ter zijde kun nen en mogen starn. maar In het besef, dat het de heilige strijd van Gods schoone wereld tegen lielsche barbarü is, en strijd, die velen niet verstaan omdat z(j misleid van de Aarde vervreemd zijn, met blijmoedige bereidheid zijn tank opnemen. Opdat in onze kinderen het Leven weder in vrede zal moge" bloeien en vruchtdragen, daarom gaan wij door het donkere dal van den wereldstrijd en om ons daarbij den moed der over tuiging te geven, daarom" bloeit de Aarde als Lentebruid rijker en milder dan ooit. Moge het ons versterken tot het vervullen van onze levenstaak ln dienst van .-ns lan' en ons volk, in dienst van de vernieuwing van bet leven der volken op den ouden ger maanschen grondslag vrn eerbied voor en vreugde over de verbondenheid van Schepper en Schepping, ook in het be leven der getyde - van opgang en neer gang! En laat ons boeren zijn en tuinders, die In dankbaarheid den nieuwen zomer tegemoet gr.an, alles doende wat wy kunnén om het Leven te geven, wat het noodlg heeft! D. v. d. B. Redactie-adres: Groote Markt 28, Goes, Tel 2345 (toestel 05). Uitgave: Uitgeverij „Volk en Bodem", Postbus 281, Den Haag. AdvertentiesLosse plaatsing 25 ct. per m.m., ln alle edities 75 ct. per m.m. Abonnementen: Voor niet-leden van den Nederland- schen Landstand 5.— per jaar of 1.25 per 3 maanden. Alle briefwisseling betreffende exploitatie, adver tenties en abonnementen, aan postbus 281, Dèn^ Haag, Telefoon 11.65.88.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 2