w. Uit de wetenschap Snij mals Kortedag-behandeling bij de aardbeienteelt Wat „Land en Volk" brengt PAG. 8 DE LANDSTAND YKMDAG 23 AI'KIL 1343 Goede najaarsoogst mogelijk IJ bezochten dezer dagen een tuinder, die ons mededeelde goede practische er-varingen te hebben opgedaan met een nieuwe teeltwijze van de aardbei, waar bij de planten vroeg in het voor jaar werden getrokken in kist jes, om na den eersten oogst in den bak te gorden gezet en daar met een kortedagsbehandeling voor een tweeden bloei in het najaar te worden klaargemaakt. Dit effect kon worden oereikt door de bakken met aardbeien gedu rende den zomer een gedeelte van den dag te verduisteren. Met een korten dag van 12 uur. te ver krijgen door ui trolling van een rietmat, die het licht liefst in de morgenuren onderschept, kan deze bekorting van den dagelijksehen belichtingstijd worden verkregen. Ook bij de aardbeien is het, gel rik wg in de Mededeeling no. 37 van het Laboratorium voor Tuinb^uw- plantenteelt lezen, niet onverschil- dig, of men vroeg in het seizoen dan wel laat in den tijd verduis tert Ir. Van den Muyzenberg zet in deze publicatie uiteen, dat voor de ontwikkeling van den nerfst- groei een kortedagsbehandeling van zes weken het gunstigst is. De be handeling beginne midden Mei en houde aan tot einde Juni. Na deze zes weken neemt men de^rietmat- ten weg en stelt men de planten bloot aan de volle inwerking van het licht. De kortedagsbehandeling heeft dan inmiddels reeds de vor ming ingeleid van de vruchtknoppen die in den herfst (bij het intreden van den natuurlijken korten dag) zullen bloeien en tot laat in NO| vember goede vruchten zullen dragen. Bij een kortedagsbehandeling, die 16 Mei 1939 begon, verkreeg Ir. Van den Muyzenberg bij een be- handelingsduui van 2 weken 81.7 gr. per plant, bij 3 weken 158 gram, bij 4 weken 235,7 gram, bij 6 weken 281.2 gram, bij 8 weken 230,6 gram en bij een kortedags- behandeling tot den herfst lechts 31.8 gram. Begon de behandeling later, n.i. op 30 Mei. dan was de opbrengst aanmerkelijk minder. Dit moet worden toegeschreven aan het da len van de temperatuur in Octo ber en November, naar welke maanden de oogst verschoven wordt, indien zoo laat verduisterd wordt. De invloed van bloem en rank Ook werden proeven genomen ten aanzien van den invloed van. de bloemen en ranken der aardbei- plant op de vorming van bloemen voor den herfst. Door de planten in het voorjaar van alle bloemen te ontdo.en en ze vervolgens gedu rende vier weken bloot te stellen %an 'n belichting van tien uur per dag, ingaande op den 21sten Mei, verkreeg men hier een herfstoogst van 293.7 gram per plant. Werden de planten wekelijks ontrankt, dan steeg de oogst tot 313.7 gram per- plant. Merkwaardig genoeg werd door ontranking en ontbloeseming beide tezamen geen hoogere op brengst verkregen, gelijk men zou "verwachten; daardoor daalde de opbrengst n.l. weer tot 305.3 gram pér plant. Van planten, die gelijk bij den kwee- ker, dien wij bezochten, vroeg in het voorjaar in een warme kas oi een warmen bak getrokken zijn, kan men, na een kortedagsbehan deling van 2 Mei tot 15 Juni nog maals 209.4 gram oogsten in den herfst. In verband met het koude weer in het najaar dienen ze dan te staan in den 'warmeD bak. In de publicatie, waarnaar wg hier verwijzen, gééft Ir. Van den Muy zenberg een schat van teeltaan wijzingen. zoo gedetailleerd, dat de aardbeien in de nanden van een ervaren kwieker, die ze leest, zoo plooibaar worden als was. Het wordt zelfs mogelijk drie maal vruchten te plukken in één jaar tijds; met behulp van bodemwarm- te, extra kunstlicht en verkorting van den dag is het mogelijk aard- beiaifc te oogsten in alle vier sei zoenen van het jaar. Van hoe groot belang de korte dagsbehandeling daarbij is, moge blijken uit de cijfers, die in deze mededeeling worden gegeven: Over het algemeen, zoo zegt de schrij ver, mag men bij de aangegeven teeltwijze er op rekenen, dat van planten, die midden Juli in een bak zgn gepoot, in de volgende lente en na een kortedagsbehande ling in den zomer, in het voorjaar en in den herfst in totaar 2% kg aardbeien kunnen worden geplukt per vierkanten meter. En daarmee is d*an nog altijd niet het maximum uit deze planten gehaald. I!T DE WEEK VAX 25 APRIL T.M. 1 MEI 1943 Zondag 25 April 8.008.15 uur H. I en H. II. Op dezen eersten dag van het feest der Hernieuwing, gaan we ons met elkaar weer een kwartiertje verdiepen in den zin van het boer-zijn. Dirk van de Bospoort heeft vooral zijn aan dacht gewyd aan het onderwerp Beloven en doen". We gaan echter des morgens van 7.308.00 uur over H. I al luis teren naar een luisterspel, geti teld: ..H'^entien op eer. stokkien". Paschen op een Drentsche boer derij door H. Tuin. Wilt u iets naders over de Paaschfeestvie- ring in het Oude Drente verne men, dan raden wij een ieder aan, eens naar dit programma te luis teren. Van 17.30—18.00 uur hoort U over H. I Paaschliederen van het plat teland door den aether klinken. Van 18.4519 00 uur H. II komt Dirk v. d. Hul weer ir\ de huiska mers op bezoek. U kunt zijn opi nie eens hooren over iemand, die pit in de mouw heeft. We zouden bijna vergeten hebben, de luisteraars er aar te herin neren, die belangstelling hebben voor onze voorouders, dat van 13.0013.15 uur -over H. II zal spreken C. Pama over: ,,Kent U sibbe?" Maandag 26 April zi^n we om 8 uur ook al weer vroeg uit de veeren, want we gaan op bezoek b(j de familie De Boer over den zender H. II. In de gesprekken zult U een en ander hooren over de Paaschgedachte, het Feest der Hernieuwing in dezen tijd. Deze familie voelt zich met de natuur en den bodem, verbonden en daar door komt het dat ook zy den zin van het leven veel sterker en die per beleven, zoodat zij de Paasch gedachte zuiver aanvoelen. Luis tert U maar eens. Wanneer men dichter bij de natuur leeft, krijgt men ook beter kijk op het dage- lijksch wereldgebeuren en meer begrip voor een organisch opge bouwde maatschappij^. Dinsdag 27 April van 12.3012.45 uur over H. II kunt U luisteren naar een bedrijfsreportage, getiteld: ,,Wat er nu op de boerderij te doen Is". De verslaggever is D. Hiddinga. Van 19.5520.00 uur brengen wij in het programma „Actueel nieuws voor boer en tuinder" een repor tage over: „De zomerplannen van de Drentsche Landjeugd". Woensdag 28 April van 12.30—12.45 uur vragen w(j over H. II de aan dacht van de paardenfokkers voor een causerie door den heer J. B. Kamphuis over: „De ontwikkeling van de Nederlandsche paarden fokkerij". Dat het paard een zeer belangrijke taak in het mensche- l\jk leven heeft te vervullen en dat de paardenfokkerij door de diepste diepten haar plaats in de samenleving onomstootelyk heeft aangetoond, zaï de heer Kamp huis den luisteraars uiteerzetten. Van 18.4519.00 uur gaan we met den verslaggever Herman Felder- hof naar Arageningen, waar we een bezoek b-engen aan het Insti tuut voor Veeteelt van de Land bouw Hoogeschool. Prof. Dr. L. C. Bakker zal ons rondleiden. Welk' een groote rol dit onderwijs in het leven van de a.s. consu lenten speelt behoeven w(j niet nader toe te lichten. Immers, ons land dat over de geheele wereld bekend Is om z(jn vee. moet kun nen vertrouwen op een deskundige voorlichting. (Donderdag 29 April van 12.3012.45 uur H. II begeven we ons met den heer A. J. Herwig naar den tuin, die ons allerlei aanwijzingen zal geven. Ditmaa^ zal hy behande len de teelt van vroege boonen en boonen voor droog gebruik. Het is raadzaam, dat een ieder veel hoo- nen in zijn tuin heeft, daar ze gemakkelijk kweeken en verder een voerzame herfst- en winter- kost zijn Van 19.5520.00 uur H. II actueel nieuws voor boer en tuinder. Vrijdag 30 April van 12.30--12.45 uur H. II hoort U reportageflitsen uit een zuivelfabriek in Friesland. Dat Friesland met recht trotsch kan zyn op zijn zuivel, zal U uit deze uitzending wel blijken. Van 18 45-^-19.00 uur H. II vragen wij de aandacht van de rijpere jeugd van het platteland. E. van Emstede spreekt over „Boeren- dom en boerensibbe". Van 19 55—20.00 uur zit natuurlijk iedere volkstuinder al weer met papier en potlood klaar om het een en ander te oteeren van de wen ken, die voor de volkstuinders worden gegeven. Zaterdag 1 Mei van 12.3012.45 uur H. II vragen wij de aandacht van alle konijnenhouders voor een vraaggesprek over de huisvesting en verzorging der konijnen met den heer H. A. Rozendaal. We willen natuurlijk allemaal gaarne een stukje ?xtra vleesch op het bord. Maar dat dit niet van zelf gaat, zal de heei H. A. Rozendaal U probeeren uiteen te zetten. Het Centraal Instituut voor Landbouwkundig Onder zoek, afd. Grasland en Voederbouw, schrijft ons: oppervlakte, die de boei tegenwoordig met groenvoedergewassen mag oezaaien is beperkt tot de grootte van 1942 tenzij hij meei grasland scheurt dan hij verplicht is. De voortbrenging van groen voeder gewassen kan dus alleen vergroot worden dooi het kiezen van de meest opbiengende gewassen Eén daar van is de snijmais. Van ouds reeds «verd dit gewas verbouwd om tijdens de najaarsdrukte gezonde bij- voedenng voor de paarden te hebben. MeestaJ ver bouwde men dan e?n zeei late 9oort. bv. Virginia paardetand, op een kleinen hoek, bv. dichtgemaakte bietenkuilen. Teelt op grootei schaal kwam en komt weinig voor. Toch kan dit gewas zeer veeJ opbrengen, ai naai om standigheden 50 70. soms 90 ton groene massa met 1012 en meei ton drdfe stot en 750 900 kg" ruw eiwit per ha. Deze productie, die weinig onderdoet voor die .van voederbieten, heeft betrekkelijk korter tijd noochg, n.l. ruim vier maanden Weliswaar is er geen zaao te Koop van de bekende Virginia-types, maai uit velerlei onderzoekingen, o.a. van lr. P. G. Meyers, destijds bij het Rijkslandbouw*- proefstation te Groningen, is gebleken, dat ook bier te lande rijpende maisrassen zeei wel bruikbaar zijn als snijmais, zelfs dat zij de volgende voordeelen bie den ten'opzichte van de uiJerst laat-rgpe Virginia: 1. Deze vroege rassen, ontwikkelen zich sneller, waar door voor den oogst het stadium van de volledige „silorrjpheicTd.w.z. de melkrijpheid, kan worden af gewacht. Virginia bereikt dit stadium niet. 2. Deze melkrijpe kolven hebben een gunstigeD in vloed op samenstelling en smakelijkheid van het voer, de verteerbaarheid van het eiwit in de kolven is bv. beter dan in de stengels. 3. De maximumproduetie verloopt m korter tijd en in beter handelbaren vorm. Het laatste is een gevolg van het hooge& drogestofgehalte, waardoor evenveel voederwaarde in een kleinere groene massa wordt voortgebracht. Een soortgelijk verschil dus als bg voederbieten met hoog en laag drogestofgehalte. 4. De ondereinden der stengels worden minder nard. 5. Door de snelle ontwikkeling is het risico van op brengstvermindering door laat zaaien minder groot. Hoewel de beste zaaitijd begin Mei is kan men nog wel tot balt Juni zaaien. Het kan dus een mislukt bietengewas goed vervangen. Al naar de k&rreigrootte van het gebruikte ras zaait men 80—120 kg/ha zaad op 40—50 cm rij-af stand. Men krijgt aldus 20—25 planten per M2, waarbij nog vrij veel kolven gevormd worden. Bij ruimeren stand krijgt men wel meer kolven, maar vaak ook een lagere opbrengst. Het verschil in opbrengst tusschen een stand van 16 planten/M2 en 24 planten/M2 bij een proef in 1942 met drie rassen bedroeg 1020 pet., tus schen 20 en 24 planten/M2 nog maar van 07 pet. ten gunste van den dichten stand. Bij vroeger rijpende rassen moet de stand wat dichter zijn dan brj later rijpende. Vooral voor kali en stikstof is het gewas dankbaar. Terwijl men korrelmaïs reeds 100 kg. stikstofmest per ha meer geeft dan anderen granen, kan hier voor snrj- maïs nog wel 100 200 kg. brj. De verpleging beperkt zich tot het schoonhouden, waarbij men later in den tijd op moet letten dat de schoffels niet te diep gaan om de maïswortels te sparen. Bij zaai in begin Mei is een vroeg ras begin Septem ber melkrijp en kan dan geoogst worden. Het maaien gaat zeer vlot met een zicht, Uit oogsttijdpro^en 1>leek dat men het gewas dan vrijwel op het \i8ogtepunt van de productie oogst. Twee weken vroeger oogsten kan licht een 20 pet. opbrengst- verlies beteejtenen. Het ensileeren van de zetmeel- en suikerrgke mais hoeft nooit te mislukken. Zuur is er niet bij noodig. Het best gaat het in gehakselden zakelijk vooral als men bij het aantrappen steeos met een scherpe spade de stengels stukstoot. Ook het ge mengd kuilen met gras of klavei lukt zeer goed en men krijgt dan tevens een eiwitrijker voeder. Ook dan hoeft men over het algemeen nog geen zuur te ge bruiken. De ervaringen met het voederen zijn gunstig Men klaagt wel eens dat de harde ondereinden van de sten gels blijven liggen. Geënsileerde snijmais bevat pl.m. 25 pet. droge stof en l6o kg. droge stof bevat pl.m. 55 kg. zetmeelwaarde en pl.m. 5.5 kg. verteerbaar ruw eiwit. Let werkt vooral gunstig op 1e conditie van de dieren. Men moet goefi in het oog nouden, dat het een betrekkelijk eiwitarm voer is en dus voor de melkproductie aanvulling met eiwitrijk moeder toestand, maar bij zorgvuldig werken is het niet nood- noodig is.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 9