Boomen vielen....
Kris-kras
10
Waarom niet op tijd bijgeplant
I.
De beteekenis van het bosch voor de
gemeenschap is veelzijdig en het zou
te ver voeren deze^uit alle gezichtshoe
ken *te bezien, het zou te veel tyd
(ruimte) vragen en daar het er hier
in de eerste plaats om gaat de betee
kenis van het bosch voor land- en
tuinbouw na te gaan. zou ik me tot
het volgende willen beperken.
Wanneer wg b(j den aanvang beginnen
dan ligt er een noemenswaard belang
bij den aanleg van het bosch voor den
plattelandsarbeider in de herbebos-
sching of bebossching in tijden waarin
het landbouw- of tuinbouwbedrijf geen
werkgelegenheid biedt. In den winter,
wanneer het koren Is gezaaid, de
grond is bewerkt, het grasland ont
waterd, is er, voor de eigenlijke be- of
herbeboasching kan beginnen een be
paalde hoeveelheid werk. al naar de
w\jze waarop de be- of herbebosching
wordt uitgevoerd. Ploegterreinen moe
ten worden tyjgewerkt, plantgaten
moeten worden gegraven, ontwaterings-
slooten moeten worden gegraven. Ver
der naar het voorjaar, wanneer met
I. B. v. d. Sluvs, Boerenleider
in Overijsel, over: den bosch-
bonw ais belangrijk onderdeel
van de bodemproduetie,
speciaal voor land
en tuinbouw
planten wordt begonnen, vindt de
landarbeider met zijn opgroeiende jon
gens in het planten van het bosch een
stuk brood.
Boereugeriefhoiit.
Het opgroeiende bosch vraagt reeds
spoedig zfln onderhoud; misgroei de en
overheerschende exemplaren worden
weggehakt en wanneer spoedig daarop
de eerste dunningen aanvangen is het
weer het bosch, dat bij voor landbouw
ongeschikt weer. den plattelandsar
beider werkgelegenheid en een bestaan
geeft. Het dunsel wordt opgewerkt tot
bloemstokken, zaad- en hekstokken,
boonestokken, klaverruiters, heining
paaltjes en wat dies .neer zij en die
in 't kort worden aangeduid met
boerengeriefhout, dat voor den boer
en tuinder onmisbaar voor de uitoefe
ning van zijn bedrijf is.
Wie kan zich den tuinder voorstellen
zonder boonestokken, stokken bij
frambozen en gaas, dat bij de erwten
wordt geplaatst; de boer vindt er zijn
geriefhout voor de klaverruiterstokken
voor klaver en hooi-oogst, zijn hout
benoodigd voor heiningen en hekken;
zijn spoortjes voor kleine noodzakelijke
getimmerten op het bedrjjf als kippen
hokken, kapconstructies voor hooi- en
zaadbergen; niet te vergeten het noo-
dige brandhout voor verwarming als
huisbrand en bereiding van mengketels
van aardappels voor varkensvoer en
kalveren.
Hoe groot dit belang voor den boer
is bjj dat geriefhout spreekt thans
meer dan ooit, nu de overheid voor
101 doeleinden hout vraagt, zoodat er
voor boerengeriefhout veel te weinig
overschiet en boer en tuinder dan ook
in het algemeen zich wel zeer gedu
peerd gevoelen.
Wanneer ik hier spreek over bosch-
aanleg en -onderhoud, dan heb ik in
de eerste plaats het dennenbosch op
het oog. Loofhoutbosch, dat de betere
gronden vraagt, wordt maar op zeer
bescheiden schaal aangeplant en nog
vooral op gronden in handen van den
Staat of grootgrondeigenaren; nog wil
ik wijzen op de beteekenis van het hout
afkomstig van knotwilgen en knot-
populieren, dat eigenlijk bij de totale
houtvooraiening van boer en tuinder
slechts een zeer ondergeschikte rol
speelt.
Op beteren grond geen kans
De atrgd om een lapje cultuurgrond
was in den loop der laatste tien of
twintig jaar zoo groot, dat op betere
gronden als regel geen bosch werd
geplant. Wanneer er één cultuur van
on2en bodem is, die toewijding, inzicht
en liefhebberij van den teler vraagt,
dan is het wel de boschbouw. Immers
het financieele resultaat van deze cul
tuur is van dien aard, dat slechts
weinigen zich op meer groote schaal
zich de luxe van een behoorlijk bosch-
bezit kunnen veroorloven. De bosch
bouwer dient zrjn terrein door en door
te kennen, brj den aanleg geen fouten
te maken, daar" deze als regel onher
stelbaar zijn.
Een boer, wiens cultuur door welke
oorzaak ook is mislukt, begint in
hetzelfde of daarop volgende jaar
opnieuw; de bosch bouwer kan zijn
gemaakte fout zeer zelden behoor
lijk herstellen; een reeks van
sukkeljaren doodt zjjn laatste am
bitie en moeilijk valt een besluit
Ken fraai boschgealt-ht te Arnhem.
de gemaakte fout te herstellen,
daar al het geld dan als regel als
verloren kan worden beschouwd.
Zoo ergens, dan hier is hier van
toepassing; bezint eer ge begint,
wil men groote teleurstellingen
voorkomen
Bij boschaanleg moet elke luxe worden
vermeden en elke niet strikt noodzake
lijke uitgave worden nagelaten.
Voor bebossching komen alleen in aan
merking die gronden waarop geen an
dere cultures practisch mogelijk zijn en
te veel boschgrood ligt sinds jaar en
dag als een mislukt stukje bouw- of
grasland daar, de kosten van bemes
ting en arbeid amper waard. Het
bosch als zoodanig geeft slechts een
uiterst sober rendement en als men
dan bedenkt, welke risico's de bosch
bouwer over een periode van rond
veertig jaar, die verloopen voor in de
meeste gevallen een oogst „gemaaid"
kan worden neemt, dan is het niet te
verwonderen, dat slechts weinig men-
schen zich tot deze cultuur aange
trokken gevoelen. In de jaren die achter
ons liggen was het vooral de fiscus,
die in den bosch bouwer en zijn bosch
een goudmijn van den eersten rang zag
en memg boschbezitter werd genood
zaakt afstand te doen van zijn bezit
met groote liefde en toewijding door
zijn ouders tot stand gebracht en on
derhouden.
Natuurschoonwet bracht
geen uitkomst.
Ter elfder ure kwam de Natuurschoon
wet tot stand en trachtte men te red
den, wat nog te redden was, doch de
pleister was te klein op de geslagen
wonde. Het ware een daad van ver
CFbto: J. N. Warburg).
standig beleid geweest, te pogen den
aanleg van en het onderhoud der bos-
schen in de toen meest gewenschte banen
te leiden, doch hiervan is niets of weinig
ontdekt. Ook in den vorigen oorlog is
veel bosch geveld, doch iets om be
bossching of herbebossching te bevor
deren is niet geschied.
Voor mij is zeer de vraag of niet als
toen, ook thans door de omstandighe
den genoodzaakt, veel bedorven is en
wordt.
Wel is de houtprijs hooger dan in
1940, doch de exploitatie en onderhouds-
kosten zijn minstens verdubbeld; de
grondlasten eenvoudig 100 verhoogd,
zoowel van de rijke kleigronden als van
de arme boschgronden en sociale las
ten en belastingen dragen er het hunne
toe bij, dat nog het boschbezit een zeer
weinig aantrekkelijk bezit uitmaakt.
Er was hout noodig in ons land voor ta!
van doeleinden; een behoorlijke hout
inventarisatie buiten het populieren
hout ontbrak en ons Staatsboschbeheer
kreeg de moeilijke taak te zorgen, dat
het noodige hout op tijd beschikbaar
was. Dat fouten gemaakt zijn is begrij
pelijk. Waar echter abnormaal veel
hout geveld is, hadden behoorlijke maat
regelen getroffen dienen te worden om
in de groote behoefte aan plantmate-
riaal te kunnen voorzien. Erger is mis
schien, dat menige particuliere boer en
boschbezitter zijn laaatsten boom zag
tuimelen en zich thans om in zijn hout
behoefte te kunnen voorzien, tot
derden moet wenden. Wie hout velt,
moet herplanten, doch het ware een
daad van wijs beleid gefeest, onmiddel
lijk een geforceerden aankweek van
plantsoen te bevorderen.
(sk>t volgt).
in de week van 27 Juni t/m 8 JuK
Zondag '27 Juni van 8 008.15 H. I hoort
U in de serie ,,De zin van het boer-zijn"
gedachten van Dirk van de Bospoort
over den geur van het hooi.
Van 12.4513.00 H. I hoort U weer een
praatje over ..Wie en wat waren onze
voorouders".
Muuudug '26 Juni van 13 0013.05 H. I ge-
ven w(j wenken voor Boer en Tuinder.
Dinsdag i9 Juni van 13.00—13-05 H. I
brengt Land en Volk een reportage over
een bijeenkomst van den Nederland schen
Landstand en de Nederiandsche Oost-
Compagnie onder het motto ..Stedelingen
terug naar het land!".
W'u.as.Lig 30 Juni van 13.00—13.10 H. 1.
Daar het wel eens interessant is te ver
nemen. wat er in Landjeugd leeft,
brengen in bovengenoemden t(jd een
reportage over een bijeenkomst van de
Landjeugd te Benthuizen in Zuid-Hol
land t^et doel van dergelyae bijeenkom
sten is om het geestelijk contact te ver
sterken en verder u*t te dragen, ook al
doordat op dergelijke bijeenkomsten plat
telandsjongeren komen uit verschillende
streken van ons land, om zoodoende ook
de gebruiken en gewoonten van een be
paalde streek nader te leeren kennen.
Ditmaal was een aantal Plattelandsjonge
ren uit Gelderland 'e gast van de afd.
Zoetermeer.
over H. II A. J. Herwig eenige wenken
over H. II A. J. Horweg eenige wenken
voor de zelftuinders en een paar aan
wijzingen voor bic men liefhebbers. Dat
U nog niet met de handen over elkaar
kunt gaan zitten en maar rustig afwach
ten. wat uw tuintje U als oogst zal
geven in de maand Juli, zal de heer
Herwig U vertellen.
Donderdag, 1 Juli van 13.00- 13.05 H 1 be
geven we ons met A. J. Herwig den tuin
in, waar we den zomersnoei van appel
en peer zullen kunnen leeren.
Vrijdag S Juli van 13.0013.05 H. I brengt
Land en Volk een praatje over den ver
bouw van stoppelknollen en raergkool.
Van IS.45IS55 H. i spreekt in de serie
„Wat doet de Directie van den Land
bouw", de Rijkszuivelconsulent voor
Utrecht over ..De bereiding van kaas op
de boerdery".
En zoo we dan ora kwart over zeven
weer aangeland by een v >l(jk program
ma ..Van 't een op 't ander" van eigen
bodem". In bonte afwisseling hoort U
muziek, zang, voordracht en luisterspel,
terwyl we ook nog eer» kwartiertje op
bezoek gaan b(j de familie De Boer, waar
juist het hooien is gedaan, terwyl U
tevens een voordracht kunt beluisteren
uit het werk van de Genestet.
Van 20 00—20.45 gaat in dit programma
een luisterspel van P. Terpstra „De gou
den zweep", naar de roman van „De
gouden swipe" door Ali Brouwer. In dit
luisterspel van het Friesche boerenland
hoort U hoe het winnen van de gouden
zweep op de harddraverij den vader en
zoon weer tot elkander brengt, nadat
dezen langen tyd door een misverstand
in onmin met elkaar leefden.
Zaterdag 3 Juli mengt van 13.0013.05 over
H. I Land en Volk een praatje voor onze
vissehers en U zult het een en ander
hooreu over de Nederlandsche Vissehers
op het Peipusmeer, door H. Velthuysen.
De Nederlandsche Oostvisschery zooals
bekend een dochtermaatschappij van de
Nederlandsche Oost Compagnie is be
gonnen met de vïsschery in Oostland,
waarover U in bovengenoemde uitzen
ding meer zult kunnen vernemen.
Van 13.3013.40 uur H. I neemt Anno
Teenstra de luisteraars mee op een wan
deling als de schemering daalt op de
velden. We gaan eens van dichtbij het
,.Nacht^eveö', in de dierenwereld beep»e-
den.
door de tvereld
De Argeutynsebe graanexport. De
Argentijnsche tarweverschepingen be
droegen in de afgeloopen week 34.500
ton tegen 25.000 ton in de voorafgaande
week en 56.800 tOL in denzelfden tijd
van het vorige jaar. De Argentijnsche
maisverschepingen haaden in de afge
loopen week een omvang van 3.466 ton
tegen 3.015 ton in de voorafgaande week
en 3400 ton in denzelfden tijd van het
vorige jaar.
De Amerikaansche oogst. Het Ame
rikaan sche Departement van Landbouw
deelt mede, dat de oogstvooruitzichten
in Mei ongunstiger z^jn geworden en op
1 Juni het laagste peil sinds drie jaren
vertoonde De oogst aan wintertarwe
wordt geraamd op 501,7 millioen bushel
tegen 551,2 millioen bushel een maand
geleden.