ndrukken en Gedachten
Over grondgebruik en toekomst
De gedachten die we hebben geuit in de drie voor
gaande artikelen, hebben verschillende lezers naar de
pen doen grijpen om ons hun indrukken weer te geven.
Dit heeft ons verheugd, omdat daardoor de wisselwer
king ontstaat die noodig is om samen te werken ten
bate van het algemeen.
Dikwijls heerscht er misverstand over bepaalde punten.
Misverstanden die van weerskanten soms verkeerd
worden uitgelegd, die onnoodige wrijvingen veroor
zaken en zoodoende verwijdering tusschen hen die bij
e'kaar behooren. De schuld ligt dikwijls bij beide par
tijen, winst heed liemand, schade heeft het algemeen.
Wanneer wij er samen naar streven Neerlands boeren
stand in den ruimsten zin op een hooger plan te bren
gen en aan allen die daartoe behooren gepaste levens
vreugde deelachtig te doen worden, behoeft bij de
goedwilienden geen misverstand te heerschen. Welis
waar weten wij en dat stemt ons tot vreugde dat
de Nederlandsche boeren in het algemeen aan de spits
staan van alle boeren der wereld, maar wanneer wij
rcndom ons zien of af en toe de hand in eigen boezem
steken, weten we wel dat er toch nog heel wat ver
beterd kan worden. En dat is noodzakelijk, want Neder
land is het dichtstbevolkte land ter wereld. Wanneer er
gesproken wordt van onafhankelijkheid, mogen wij toch
In de eerste plaats wel denken aan versterking van ons
binnenlandsch landbouwfundament. Daarop behoeft in
dezen tijd nauwelijks een toelichting gegeven te wor
den. Uitbreiding en verbetering van den cultuurgrond
zal steeds het parool moeten zijn Daarvoor is meerdere
ontwikkeling van ons plattelandsvolk onontbeerlijk Een
juiste ordening van onzen cultuurgrond is daarbij nood
zakelijk.
Over het algemeen wordt door de
groote massa van de betrokkenen aan
dit vraagstuk veel te weinig aandacht
geschonken. Wordt er niet al te veel
op los geleefd, d.w.z. vragen onze
boeren en tuinders zich wel voldoende
af welke mogelijkheden zij voor hun
kinderen onder het oog moeten zien?
In het verleden werd vooral in de
zandprovincies het familiebezit in grond
gedeeld, wanneer meerdere zoons en
dochters een eigen gezin gingen
stichten.
Daardoor is het kleinbedrijf steeds
meer toegenomen, maar de bestaans
zekerheid, afgezien van de producten-
prijzen, verminderd. Dat kan niet zoo
doorgaan.
Er zijn reeds maatregelen tegen ge
troffen.
Er zal in de toekomst, hoe ook ge
ordend wordt, in de eerste plaats een
minimumgrens gevonden moeten wor
den voor de grootte van nieuw te stichten boerderijen.
Reeds zijn er verschillende maatregelen getroffen op
het terrein van he' grondgebruik, die meer in de rich
ting gaan van boerengrond en boerenland. Reeds is er
een commissie van deskundiger die een Erfhoevewet
voorbereidt, aangepast aan Nederlandsche toestanden
en begrippen. Dat is natuurlijk niet in een ommezien
in orde.
Denkt de doorsnee-boer zelf ook wel aan deze belang
rijke problemen? Vormt hij zich een oordeel over de
toekomst van zijn kinderen?
Natuurlijk, in het verleden zijn velen van het platteland
weg getrokken naar de stad als ambtenaar, als am
bachtsman, als werkman, als dienstbode, als ingenieur
of iets dergelijks. Daardoor >s ongetwijfeld de volks
kracht versterkt, al zij hier opgemerkt dat velen den
band met het land verwaarloosden in dezen zin, dat zij
den boerengeest niet meenamen en er zich zelfs voor
schaamden. En al moge het ook zoo zijn dat sommigen
de verlokkingen van de groot-stad niet konden weer
staan en ónder gingen.
Het is intusschen de onmisbare functie van den boeren
stand de stad van nieuw bloed te voorzien En dat zal
zco moeten blijven in de toekomst, wil ons volk niet
onder gaan.
Maar afgezien daarvan blijft er op «ns platteland een
belangrijk percentage boerer.jongeren over, wier hart
uitgaat naar een eigen bedrijf. Hun wenschen zullen
steeds minder bevredigd kunnen worden, indien zij
binnen de grenzen van ons eigen land terecht willen
komen. Ze zullen over onze landgrenzen heen moeten
blikken om stil te staan bij de mogelijkheid van vesti
ging elders in Europa Nu o< straks.
Onmisbare voorwaarde daartoe is niet een hoeveelheid
geld, zooals vroegei werd geëischt, ook bij vestiging
in drooggemaakte polders of op ontgonnen complexen
"BoerJi
oerderi/eri in nee
'Beeld
heidegronden Van de toekomstige boeren zal worden
gevraagd: Wat voor een kerel zijt ge. Hebt ge Uw jonge
jaren gebruikt om veel kennis te vergaren, zijt gij in
het bezit van diploma's en kunt gij omgaan me' ma
chines, kent gij de practijk, kortom: kent gij uw vak!
Daarbij zal ongetwijfeld in aanmerking worden genomen
wat deze jonge menschen hebben gepresteerd en hoe
hun houding was in dezen tijd Stonden ze aan de fron
ten of hebben ze zich op andere wijze (bijv als Oost-
landboer of voor arbeidsinzet in Duitschland) verdien
stelijk gemaakt.
En nu moge er in dezen tijd veel onmogelijk zijn, maar
ontegenzeglijk zijn de mogelijkheden aanwezig voor
het verzamelen van veel kennis Voor den zoon van den
landarbeider evengoed als voor dien van boer en tuinder.
Het is daarop dat wij nog eens met kiem de aandacht
willen vestigen. Zij, die hun jonge jaren niet goed ge
bruiken, zullen daar later steeds spijt over hebben Dat
alles heeft met politiek niets te maken We moeten,
hoe we ook godsdienstig of politiek georiënteerd zijn,
steeds realist blijven en nuchter de feiten onder oogen
zien. Zij die hier en daar de jongeren van dit pad der
deugd afhouden laden een zeer groote schuld op zich
jegens boerenstand en volk!
Naast vaktechnische ontwikkeling heeft onze boeren
stand noociig maatschappelijk, sociaal en cultureel ïr.
zicht. V/elke namen men daaraan wil geven, is ons om
het even, maar wel zijn wij er hartgrondig van over
tuigd dat de boer zijn taak in de volksgemeenschap in
het verleden heeft verwaarloosd En daarin moet ver-
ardering komen Wil ons vaderland weer groot en sterk
worden, dan zal ons volk van den boerengeest door
trokken moeten zijn Wie anders dan de boer zelf kan
di' ter hand nemen?
Gok in dit opzicht is er veel te doen en daaraan kunnen
wij samen, middels den Landstand, het onze bijdragen.
Daarom is het noodzakelijk over de moeilijkheden van
dezen oorlogstijd heen te zien, naar de groote opgaven
die op aangrijpen wachten.
Reeds hooren wij hier en daar iemand opmerken dat is
allemaal mooi en goed, maar zoolang dit nog zoo is,
zoolang die en die er nog zit'en of zoolang dat onrecht
nog niet is hersteld, doe ik lekker niet mee'
Ons antwoord daarop kan kort zijn: Ziet naar de groote
taak die ons boerenvolk in deze samenleving te ver
vullen heeft Niemand en niets is vol
maakt Het kan zijn dat hier en daar
verkeerde menschen op verantwoor
delijke posten zitten; kunt gij het
beter dan zal dat moeten blijken uit
uw eigen activiteit Daardoor is vooral
de mogelijkheid aanwezig ze te ver
vangen. Gaat er iets verkeerd, onder
zoekt dan wat de oorzaak is, mogelijk
kan uw activiteit de gewenschte ver
betering bewerkstelligen.
Als wij allen bezield zijn van den ern-
stigen wil onzen boerenstand de plaats
te doen toekomen in het volksgeheel,
die hem krachtens zijn beteekenis
toekomt, is er veel te bereiken Dan
groeien de ideeën, dan rijpen de
denkbeelden, dan valt er te bouwen,
ondanks de vele moeilijkheden die
een oorlog als deze met zich mee
brengt.
Typische bouwboerderij te Kolham Groningen
foto Folkers.
TER HAAR,