Hd 0 BIJENTEELT 5 noeicii Belangrijk winterwerk in boomgaard en fruittuin^ VOOR een goed onderhoud van de boomeh en voor de instandhou ding van de vruchtbaarheid is het snoeien een zeer belangrijk werk. In het algemeen is de snoei een werk voor den winter. Bij leiboomen, dus snoeren en waaiers, enz. kent men ook wel een zomersnoei, doch in de grootcultuur komen meest hoog-half of laag-stamboomen in gewonen kroonvorm voor. Wij zullen ons hier dus tot den gewonen wintersnoei be palen. Het is al gezegd de snoei is een be langrijk werk. Het gaat er niet om, zoo maar wat dood hout weg te ne men en al te lange takken wat in te korten maar wil de snoei 'n goed re sultaat geven, dan moet deze doelbe wust en met overleg geschieden. Daarbij moet men goed in het oog houden, wat men met den snoei wil bereiken. Dat zijn in hoofdzaak drie punten: le. moet men den vorm van den boom zoo gunstig mogelijk beïnvloeden; 2e. moet men de vruchtbaarheid in stand houden en zoo mogelijk ver- hoogen. -3e. moet men trachten de vruchten in een hoogere kwaliteitklasse te brengen. Bij de uitvoering van den snoei moet men zich dus steeds trachten voor te stellen, hoe de boom zal reageeren op den snoei. Dat is iets, wat men maar niet zoo één, twee, drie leert. Daar komt een practijkervaring bij kijken. Het is nl. niet zoo, dat men van te voren kan zeggen: „als ik dien takin- snoei op een bepaald buitenoog, zal dat ook gaan uitloopen en een mooie verlenging van den tak gaan vormen. Dat kan ook wel eens anders uitko men. Snoeit men bijv. te sterk in, dan kunnen wel eens meerdere oogen aan het overblijvende deel van den tak gaan uitloopen, zoodat toch de eind- scheut waar het om te doen is, niet sterk genoeg wordt, om maar eens 'n voorbeeld te noemen. Boomen zijn levende wezens, met ieder weer zijn eigenaardigheden. Om tot 'een goeden snoei te komen moet men dus zijn boomen stuk voor stuk kennen, moet men weten of het ster ke of zwakke groeiers zijn, of zij ge makkelijk vruchtknoppen'vormen of niet, enz. enz. Men zal begrijpen, dat men dat alleen uit jarenlange erva ring kan krijgen. Evenals alle werk; moet de snoei, wil zij tot haar volle recht komen, met zorg en groote aandacht voor de bij zondere eigenschappen van den boom geschieden. Aan den anderen kant wil dat nu ook weer niet zeggen, dat men er maar niet aan moet beginnen, als men geen ervaring heeft. Tenslotte moet iedere fruitkweeker, ook de beginner, door snoeien trachten zijn boomen in zoo goed mogelijke conditie te brengen. Maar vooral de beginner moet niet denken, ^dat hij door het zoo maar wegnemen van naar zijn meening oyertollig hout, er is. Men moet eerst trachten zich de bijzondere eigen schappen van iederen boom, vooral wat groeikracht en vruchtbaarheid betreft, eigen te maken, om op grond daarvan met overleg het snoeien te hanteeren. De vormgeving van de boomen. Vooral bij jonge boomen en struik- vormen is de snoei in hoofdzaak er op gericht deze een goeden vorm te geven. Er moet voor gezorgd worden, dat er voldoende ruimte in den boom blijft zoodat het licht goed in den boom kan doordringen. Het hout wordt dan steviger en de vruchten grooter en beter van kwalitet. Bij de zen snoeivorm bepaalt men zich in hoofdzaak er toe, dat de gestelïak- ken in goede verhouding tot elkaar staan, en dat geen teveel naar binnen groeiende takken het takgestel van den boom te dicht maken. De hoofd takken worden dan ook meestal op een buitenwaarts gericht oog inge- snoeid, om zoodoende te zorgen, dat zich geen scheuten ontwikkelen, die naar binnen groeien. Eventueel tooh naar binnengroeiende scheuten wor den zoo noodig weggenomen. De Betuwe uui.wa.vkc uit haar win terslaap. In de boomgaarden worden de boomen gesnoeid en bespoten teneinde de schadelijke insecten te verdelgen. Stapf-Pax m Bij oudere boomen wordt dood hout weggenomen jsii wordt zoo noodig, soms door het uitzagen van heele takken ervoor gezorgd, dat voldoende zon in de boomen kan komen. Soms loopt in oudere boomen de groei sterk achteruit. Deze kan men weer stimu- leeren, door sterk in te snoeien en flink met stikstof te bemesten. Men doe dit echter voorzichtig, rekening houdende met de kracht .van, den boom. want bij te sterken snoei kan men last krijgen van het uitloopen van te veel waterloten. Instandhouding en verhooging der vruchtbaarheid. Hierop invloed uit te oefenen door dei- snoei is moeilijker dan het uitvoeren van een goeden vormsnoei. Hier heeft men met meer onberekenbare facto ren te doen. Door het insnoeien van een-jarig hout tracht men de slapen de oogen tot ontwikkeling te brengen zoodat zij tot vruchtknoppen uitgroei en, die het volgend jaar bloesems ge ven. Vooral bij sterkgroeiende boo men bestaat echter de kans, dat deze slapende oogen na het insnoeien van de scheut uitgaan loopen en scheuten vormen. Het zal duidelijk zijn, dat men om hiermee resultaat te verkrij gen, zeer goed zijn boomen moei kennen. Bij de hoog- en halfstamboo- men wórdt snoei op vruchtbaarheid haast niet toegepast. Dit gebeur' meestal alleen bij otriukvormen kunstmatige pyramides en leiboomen Overigens kan een goeden vormsnoei waardoor goed licht in den boom wordt gebracht, de vruchtbaarheid ook al bevorderen. De snoei en de kwaliteit van het fruit. Het verband tusschen deze twee be staat ook in hoofdzaak erin, dat men door den snoei de vruchten zoo gun stig mogelijk ontwikkelingskansen geeft. Wanneer door den snoei gezorgd wordt, dat de takken allen gelijkma tig uitgroeien en allen kunnen profi- teeren van voldoende voedseltoevoer, terwijl zij tevens over genoeg zonlicht kunnen beschikken, dan -schept men daarmede de voorwaarden voor de vorming van flinke, goed uitgroeien de vruchten van mooie kleur. Aan takken, die te weinig saptoevöer krijgen kunnen geen volwaardige vruchten groeien. Men nemen die lie ver weg, want zij nemen sappen tot zich, die toch weer aan de takken, diè in gunstiger omstandigheden ver- keeren, worden onttrokken. Zoodoen- de blijft dan over het geheel het fruit kleiner eïi mindér waard. Men is beter met een flinke opbrengst aan prach tig uitgegroeide, goedgevormde vruch ten, dan met een grootere opbrengst aan fruit van mindere kwaliteit'. Wij zijn ervan overtuigd, dat wij in dit artikel slechts enkele algemeens richtlijnen hebben kunnen weerge ven. Een uitvoerige verhandeling over den snoei zou zeker een serie artikelen vragen, terwijl het toch zoo is, dat practische ervaring U de knepen van het vak moet leer en. Een open oog voor wat de boom in den corner na den snoei doet, zoodat men gaat leu ren, hoe zij op den sroei reageert, en verder liefde voor het vak. moeten den fruitkweeker vormen tot een er varen snoeier, die met het snoeige-, reedschap zijn boomen in prima con ditie weet te brengen. Tenslotte nog dit. Bij vorst stake men het snoeien. Groote snijvlakken dekke men af met teer of entwas. Moet men de zaag gebruiken, snij (fan met het snoeimes de wond glad af. G. Mijn laatste artikel in „De Landstand" „Het bijenjaar begonnen" heeft mij eet. stroom van brieven bezorgdVoor zoover postzegel voor antwoord was ingesloten en er haast bij de zaak was, heb ik terstond teruggeschreven. En kele onderwerpen, welke voor alle im kers van belang zijn, wil ik in ons blad behandelen. Borstplaat Verscheidene imkers vragen, hoe ze borstplaat moeten bereiden, hoe ze het hun bijen moeten geven en wan neer. Men lost de bijensuiker op in weinig water,-verhouding één kilo suiker op 40 gram water. De oplossing onder voortdurend roeren, om aanbranden te voorkomen, aan den kook brengen Daarna heel zacht een kwartier la ten doorkoken. De pan afnemen eii in een grooterén bak met koud water afkoelen, waarbij men de suiker stroop klopt en roert. Als deze stijf wordt, uitgieten. Dit kan gebeuren op een vergemaakt bord. Ook kan men een ratenraampje aan één zijde met een triplex plankje voorzien; het wordt dan een ondiepe doos; hierin giet men de borstplaat. Zoo'n gevuld raam kan men vlak naast den bijen- tros hangen. Anders legt men een stuk borstplaat, zoo noodig na be vochtiging met lauw water, op de top- latten der ramen in een opening van het dekkleedje, onder het winterdek. Het beste is ook hier de borstplaat te gieten in een ondiep sigarenkistje en dit omgekeerd boven het volk te leg gen. Het toedienen van dit extra voer kan zoo spoedig mogelijk gebeuren, Natuurlijk zonder te veel warmte uit de broedkamer te laten verloren gaan. Vereeniging, maandblad, handleiding Ieder, die bijen houdt of op andere wijze met de imkerij in betrekking staat, is daardoor verplicht zich aan te sluiten als lid der Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt in Neder land, secretaris de heer Joh. A. Jou- stra, Jan v. d. Heijdenstraat 35, te Amersfoort. Men vrage tevens bij welke afdeeling- men hoort. Hierdoor krijgt men aansluiting, voorlichting, praktische lessen, cursussen enz. De papiernood deed voorloopig ons maandblad, de noodzakelijke schakel- tusschen leiding en leden, verdwijnen Met alle macht wordt eraan gewerkt, om dit geschrift, zoo belangrijk met het oog op onze voedselvoorziening, weer uitgegeven te krijgen. De nood zakelijke mededeelingen worden maandelijks gezonden aan de afdee- lingssecretarissen, die wat voor de le den van belang is, weer aan hen doorgeven. Wie zijn jaarcontributie voldaan heeft kan ook accijnsvrije bijensui ker bekomen; dit voorjaar weer spoe dig 6 kilo per volk. De Vereeniging bezit ook een uitge breide bibliotheek, gevestigd in de Hoogere Landbouwschool te Wagenin gen. Men vrage aldaar een catalogus aan. Ieder lid kan gratis boeken lee- nen; slechts de kosten van terugzen ding komen voor rekening der lezers Houdt uw volken sterk Eenige lezers klagen, dat ze als be ginners een volk blijkbaar te veel lie ten zwermen. De zwakke volkjes ko men den winter niet door. Inderdaad heeft men meer aan één sterk volk. dan aan drie zwakke. Houdt uw vol ken sterk! Neemt er hoogstens één zwerm van. Koopen van kasten, volken, zwermen, kunstraat Men wende zich hiervoor tot den se cretaris -der bovengenoemde Vereeni ging en tot onze afdeeling Handel, Bijenhuis te Wageningen. In af dee lingen. waarin een gezond leven heerscht, kunnen de imkers begin ners vaak aan volken of zwermen hel pen. Voor leeken is hierbij goede raad- van een bekwaam imker noodig. Koolmeezen Vele imkers hebben last van de zwartkoppige koolmeezen, die bijen wegpikken. Meestal voeden ze zich slechts met de doode bijen, die voor de woningen liggen. Als overigens voor land- en tuinbouw zeer nuttige insectenetende vogels mag men de koolmeezen vangen, noch dooden. Af doende, is voor het vlieggat der bijen woning een versperring aan te bren gen van fijnmazig kippengaas. Dekkleedje of -plankje Een dekkleedje op de broedkamer heeft het voordeel, dat men bij on derzoek van het bijenvolk, het kleed je gedeeltelijk kan omslaan, waardoor slechts enkele raten bloot komen. Een dekplankje moet men bij het onder zoek in zijn geheel verwijderen, waar door alle raten bloot komen, tenzij het plankje uit twee of drie dèelen bestaat. In ieder geval behooren on der dekkleedje en plankje overdwars over de raten een drietal stokjes ter dikte van een centimeter te liggen, zoodat de bijen onder de bedekking door, dus in het warmste deel der op Bijenteeltgebied zende men aan Chr. H, RAAD, Hof aan 7, Hilversum. Post/., voor antwoord insluiten y woning, van de eene raat naar de an- ere kunnen loopen in den wintertijd. Rasverbetering Van volken, welke niet voldoen bij overigens behoorlijke sterkte, dient men de moerèn te vervangen door an dere, in de beste volken opgekweekt. Wie dit steeds volhoudt, bemerkt groote verbetering in zijn bijenras, hetgeen zich in meer opbrengst, zachtaardigheid, goede overwintering e.d. weerspiegelt. Welke kast gebruiken'.' Er bestaan verschillende, goede bijen woningen. Eén beschrijving van een goede, zelf te bouwen reiskast is on langs in ons blad verschenen en kan zoolang de voorraad strekt, nog toe gezonden worden na ontvangst van V/2 cent aan postzegels door den schrijver. Overbrengen van een korfvolk in een kast Zet de broedkamer der kast op de plaats van den korf. Kort den bene denrand van dezen en van de wasra- ten in tot op het broed. Sluit het korfvlieggat. Zet de broedraampjes in de broedkamer, zoo mogelijk van hee le vellen kunstraat voorzien. Leg over^ de broedkamer een dunne plank of stevig karton met een rond gat in -t midden. Hieroverheen komt, bijen- dicht aansluitend, de verkleinde korf met inhoud. Zet de leege honingka- mer om en'het dak over den korf heen. De bijen nemen nu haar weg uil den korf door de broedkamer der kast uit het vlieggat hiervan en terug. Eerst werken ze door in den korf. Weldra is deze echter te klein; de bijen bouwen de kunstraat in de broedkamer uit en de moer gaat hier eieren leggen. Dan komt een koning innerooster op de broedkamer en hierop weer de korf, welke dan ais honingkamer dient. Zoodra al het broed in den korf is uitgeloopen, klopt men de bijen eruit en laat ze in de kast loopen. De honing wordt ge oogst, de korf verwijderd en in zijn plaats de honingramen in-de boven verdieping der kast gezet. Chr. H. J. Raad.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 5