C Actualiteiten De regeling van den handel in gebruiksvee 2 DE nieuwe regeling is in gang. Hoswel nog van te korten duur, om ons reeds een meening te vor men over de vraag, of de zaak goed loopt of niet, toch zijn elr in de eerste weken al verschillende vraag stukken naar voren gekomen, die waard zijn, grondig onder de loupe te worden genomen. Laten we beginnen met mede te dee- len, hoe in de eerste week het ver loop van op de taxatie-markten was. Uiteraard was er deze eerste week niet veel aanvoer van gebruiksvee. De regeling is nieuw en ieder wil eerst eens zien hoe het verloop is Zoo werden er in de eerste week 182 gebruiksdieren op de taxatie-markten aangeboden. Hiervan zijn er 69 toe gewezen aan houders van aankoop- vergunningen, 79 zijn terug gegeven aan de aanbieders, terwijl -er 34 wer den verwezen naar de slachtvee- markt. Deze laatste 34 stuks waren dieren, die als gebruiksvee geen waarde hadden. Uit het feit, dat er zoo'n groot aan tal is teruggegeven aan de aanbie ders, blijkt dat er te weinig aan koopvergunningen op de markt -wa ren ingediend, om het aanbod op te nemen. Dat kan als oorzaak hebben, dat er te weinig aankoopvergunnin gen zijn uitgereikt, of dat de bezit ters van een aankoopvergunning deze in hun zak hebben gehouden. Zoo wel het eerste als het tweede kan bet geval zijn geweest. Wij zijn er van overtuigd, dat er zeker meer aankoopvergunningen uitgereikt wa ren, dan er bij de taxatie-commissies zijn ingediend, dus dat er boeren wa ren die hun aankoopvergunning in den zak hielden. Ook dat is te begrijpen, want de koo- pers zullen eerst wel eens hebben willen zien, wat er op de markt ge bracht werd, voordat zij een aan koopvergunning inleverden. Men loopt nu eenmaal niet graag' de kans een dier toegewezen te krijgen, dat niet in het bedrijf past. Zoo hebben zich in deze eerste week zeker verschillende invloeden op het verloop van de markt doen gelden, die te beschouwen zijn als kinder ziekten, die altijd doorgemaakt moe ten worden. Ret uitgeven van aankoop ver gunningen. Het zal noodig zijn, dat er op korten termijn zooveel mogelijk evenwicht wordt gebracht in vraag en aanbod. Zooals het nu was, moesten een aan tal goede gebruiksdieren, drachtig en soms goed in de melk teruggegeven worden aan de veehouders, die deze ten verkoop hadden aangeboden. Dat is een verkeerde toestand. De vee houders, die dit gebruiksvee aanbie den. willen daarmede aan hun aan slag voldoen. Het kan voorkomen, dat zij niet vgtn plan zijn, die dieren weer mee naar huis huis te nemen In dat geval zouden zij, wanneer er niet voldoende aankoopvergunnin gen zijn, overgenomen moeten wor den als slachtvee. Op -een enkele markt is dat al voorgekomen. En dat Is absoluut een verkeerde toestand Het moet niet voorkomen, dat drach tige dieren en koeien in volle pro ductie noodgedwongen aan den slachter worden overgegeven. Dat doet onnoodig afbreuk aan de groot te en de kwaliteit van den gebruiks- veestapel. Het is dus voor het vervolg noodig, dat er voldoende aankoopvergun ningen zijn, om het aangeboden ge bruiksvee op te nemen. In verband daarmede hebben wij verleden week al aan beginnende veehouders, en aan hen die buiten hun schuld met hun veestapel beneden het bedrijfs- maximum zijn gekomen, den raad gegeven, één of meer aankoopver- gunnlngen aan te vragen bij hun P.B.H. De P.B.H.'s zullen inmiddels daarover wel instructies hebben ont vangen. Welke richtlijnen moeten aangehouden worden Aon het vraagstuk van het verleenen van aankoopvergunningen zit overi gens nog heel wkt meer vast, dan men zoo op het eerste gezicht zou zeggen. Aan den eenen kant moet zoo soepel mogelijk gewerkt worden, terwijl er aan den anderen kant ook voor most worden gewaakt, dat vee houders door 't steeds kunnen koo- pen van versche koeien in de gele genheid zouden zijn, clandestien veel melk af te leveren. Is men dan ook niet voorzichtig, dan speelt men den zwarten handel in de kaart. Om een goede uitoefening van het bedrijf mogelijk te maken, zullen de aankoopvergunningen moeten wor den verstrekt, om rouleering in den veestapel mogelijk te maken. Hoe vaak komt het niet voor, dat eén veehouder een of meer dieren wil verkoopen, om daarvoor andere in de plaats aan te koopen. Dat kan wenschelijk zijn, om b.v. het bedrijf t.b.c.-vrij te maken (verkoop van reageerders), of om de enkele niet- geregistreerde uit een veestapel, om te wisselen voor geregistreerde, of om dieren, die om een of andere re den niet voldoen, te vervangen door betere. Deze rouleeringsmogelijkheid moet zoo ruim mogelijk worden gesteld, omdat hierdoor bevorderd wordt, het cp beter peil brengen van den ge- bruiksveestapel. Doch zooals wij reeds zeiden, voor de z.g. afmelkbe- drijven zal men op zijn hoede moe ten zijn, dat geen gelegenheid wordt geboden, den zwarten handel uit te breiden. Verder kan zich het geval voordoen, dat het bedrijfsmaximum te laag is in verhouding tot de voederpositiê van het bedrijf. Ook dan moet voor den betrokkene de mogelijkheid be staan, aankoopvergunning te krijgen. Want het is thans onverantwoord, dat het beschikbare voeder niet vol ledig tot waarde wordt gebracht. Naast de zoo gewenschte soepelheid dient dus ook de noodige voorzich tigheid in acht genomen te worden. De toewijzing om aankoop vergun ningen zal met kennis van zaken moeten geschieden. Daarom is het noodzakelijk dat de aanvragen wor den beoordeeld door den P.B.H. met pijn adviescommissie. Deze menschen kunnen zioh een oordeel vormen over het bedrijf en de bedrijfsomstandig heden in hun omgeving. Het is voorgekomen, dat veehouders in den laatsten tijd, toen de vee- prijzen nog zoo hoog waren, een groot deel van hun veestapel ver kocht hebben, terwijl zij er op spe culeerden, dat zij nu bij de nieuwe regeling tegen taxatieprijzen hun veestapel weer op peil zouden kun nen brengen. Daar moet een stokje voor gestoken worden. Dat is een manier van winstvorming, die geen weldenkend mensch zal kunnen goedkeuren. Zeker, die veehouders zijn met hun aantal stuks vee, verre beneden hun bedrijfsmaximum, maar met opzet, om er een flinken winst door op te strijken. In die ge vallen dient geen aankoopvergun ning te worden verstrekt. Ook hier dienen P.B.H. en adviescommissie hun plaatselijke kennis van de be drijven en van de menschen, in het algemeen belang aan te wenden. In het algemeen gesproken is het voor een goed functionneeren van de regeling beter dat er te veel aan koopvergunningen zijn, dan te weinig. Ook hier is natuurlijk een grens, en het zal dan ook noodig zijn, dat een goed overzicht wordt behouden over het aantal aankoopvergunningen, teneinde aanbod en vraag ongeveer in evenwicht te houden. Afsluiting van weideconU'acten Het is zeer zeker in het belang van de vleeschvoorziening, wanneer de vetweiders in de gelegenheid worden gesteld, weide-contracten af te slui ten. Wanneer zij magere dieren kun nen aankoopen en deze vet kunnen weiden, is daar de vleeschvoorziening mee gebaat. Daar momenteel de vleeschpositie wel wat ruimte biedt, om dieren voor contract beschikbaar te stellen, be staat thans de mogelijkheid, con tracten af te sluiten. Voorloopig is de norm van toewijzing 1 koe per ha weiland. Dat is wel weinig, maar een begin is er in ieder geval. Voor de vetweide geschikte gebruiks dieren, die op de taxatie-markt zijn aangeboden en waarvoor geen aan- koopvergunndng'houders komen op dagen, kunnen ook contracten wor den uitgegeven, wat in ieder geval veel beter is, dan direct afslachten. Overigens zullen er wel streken zijn v/aar momenteel nog geen contrac ten zullen worden afgesloten. Voor veel gebruiksvee uit de geëvacueerde „De Landstand" fn Zeeland Redactie-adres: Zeestraat 68. Den Haag, Telefoon 115754 ADVERTENTIES. Handelsadvertentles: 1 provinciale editie 28 c. per m.m., elke editie meer 5 c. per m.m. extra Handelsadvertenties met agrarischen Inhoud: i provinciale editie 15 c. per m.m. elke editie meer 3 c. per m.m. extra. Kleine advertenties met uitsluitend huishoudelijken inhoud: 1 t m. 20 woorden r 2-. elke 5 woorden meer f 0.50 extia. Brieven onder nummer f 0.15 meer. Bij meer plaatsingen aanmerkelijke korting. ALLE BRIEFWISSELING Detrellen- de advertenties, abonnementen en administratie te richten aan Uitgeverij „Volk en Bo dem" Postbus 281. Den Haag. gebieden moet nog plaats worden gezocht, en zoo zal eerst voldoende weide voor dat gebruiksvee moeten beschikbaar zijn, vóór in die stre ken aan de vetweiderij zal worden gedacht. Wat het zwaarst is, moet zwaarst wegen. De gebruiksveestapel gaat nu eenmaal voor de vetweiderij, omdat de melkproductie nationaal gezien, van meer waarde is. Voor- zoover dat noodig mocht zijn, zal de mogelijkheid tot vordering van gras land voor het plaatsen van het ge- evacueerde gebruiksvee benut wor den. Verder volgt hier nog een puntj we graag onder de aandacht brengen. Wanneer men op een koopvergunning een dier koopj men in het alge-meen ver: daartegenover binnen 14 d^S slachtvee te leveren. Die termijn vS I 14 dagen is echter o.i. wat al te krap.' 'tls lang niet altijd mogelijk, daar aan te voldoen zonder het bedrijf ernstig te schaden. Daarom lijkt het ons beter, dat die leveringstermijn veel ruimer wordt gesteld. De vee houder moet in de gelegenheid zijn, zijn bedrijf goed uit te oefenen. Als hij voor aankoop van een goede melkkoe, een andere koe op zou moeten ruimen, schiet hij er niets mee op. Mag hij die levering later doen, dan heeft hij allicht wel een geschikt dier te missen. Dc orde van den dagj We hebben in de laatste weken ons hoekje van de krant gebruikt om enkele persoon lijke herinneringen op te halen en iets te vertellen van op zichzelf heelemaal niet wereldschokkende ervaringen. Deze erva ringen hadden evenwel hun waarde als symptomen van het politieke bederf eener democratie, die haar eigen graf groef en wier heengaan thans betreurd wordt door zoovelen, die den doode nooit goed ge kend hebben. En zooals gevoelige menschen vaak van een doode niets dan goeds willen weten, zoo z(jn er zelfs heel wat, die tegen de politiek van het verleden destijds mee protesteerden, maar nu hun bezwaren vergeten schijnen te zijn. Dat is erg jam mer, want het vertroebelt de verhoudin gen in ons volk en breekt de kracht der noodzakelijke eensgezindheid, waarmee wij een nieuwe toekomst moeten verove ren. Allerlei uitnemende krachten, wier gaven van hoofd en hart eigenlijk niet gemist kunnen worden, blijven om zoo te zeggen met den zakdoek voor de oogen op het kerkhof staan jnplaats van in het volle leven mee aan te pakken en door stoer werken het ingebeelde verdriet te vergeten. Zjj kunnen maar niet overgaan tot de orde van den dag, zij willen maar niet begrijpen, dat de dag van morgen altijd belangrijker ts dan die van gisteren. Dat zij daarvan ielf den meesten last hebben, schijnen zij niet eens op te merken. En toch is het zoo. Nu is hierbij natuurlijk een heel belang rijke factor, dat men zich om moet stellen op iets anders in de beroerdste omstan digheden, welke denkbaar zijn, n.I. in vol len oorlogstijd. Konden wij onze krachten ontplooien in overeenstemming met de nieuwe idealen en moesten wij niet al ons kennen en kunnen aanwenden om de ge volgen van een misdadigen oorlog binnen zoo redelijk mogelijke grenzen te houden, het zou zonder twijfel veel gemakkelijker gaan om het booze verleden kwijt te raken. Want eensgezind voor een gezond volks bestaan opkomen, och de over-, over- groote meerderheid van ons volk zou het graag doen. Die meerderheid zou het ze ker ook nu doen, als zij maar niet zoo gewend was aan het loepen aan vex-keerde leibanden. Ook daarvan krijgt men soms ongezocht treffende bewijzen. Een goede kameraad, een flinke boer, er gens in een klein dorp, vierde dezer dagen met de zijnen de zilveren bruiloft en wij reisden er heen om ook onze gelukwen- schen aan te bieden. Wij behooren nu eenmaal niet tot de kleinmoedigeu, die enkel van een naren tijd willen weten en wij verheugen ons over elke gezonde uiting van levenskrachtige blijdschap en over elk pogen om zoo gewoon mogelijk alles zijn gang te laten gaan. Welnu, wij waren daar dan en beleefden een onzer allerbeste dagen. Zeker, het was er goed van eten en drinken heel wat beter, zoo zei het zilveren paar, dan vijf en twintig jaar geleden bij de groene brui loft, toen net de vorige oorlog achter den rug was, maar de voedselpositie ook op het platteland heel wat slechter stond dan nu. Dat goede eten en drinken deed het hem evenwel niet. Dit deed het hem: daar trok in den voor avond heel het dorp in een gesloten rU de hoeve binnen en met de trouwhartig heid van de waarachtige boerengemeen schap aller tijden wenschen zij allen ge luk en namen deel aan de feestelijkheid» Met uitzondex-ing van den dorps schoolmeester en een paar van diens in tieme vrienden. En iedereen was het erover eens, dat zoover de politieke meenings- verschillen toch niet mochten gaan. Het had niet veel gescheeld of er was een volksgericht ontketend tegen den verstoorder der dorpseenheid. Onder de gasten bevonden er zich, die in geen ja ren den weg naar de hoeve durfden be treden en het heeft ons ontroerd, eerlijk ontroerd, te zien, hoe biy zij waren, dat de ban gebroken ken worden, omdat op een dag als deze iedereen het immers deed. Het zou geen zin gehad hebben om van zulk een familiefeest mededecling te doen, nu er gewoekerd moet worden met de pa pieren ruimte, ware het niet, dat het hier om zulk een volkomen ongezocht voor beeld gaat. Het voorbeeld van de opper vlakkigheid der politieke tegenstellingen bij het werkende boerenvolk zelf. Onze wezenlijke boeren willen het leven met zijn lief en zijn leed wel samen deelen, als hun maar niet listig wordt geleerd om dat niet te doen. Als de zoogenaamde intellcctueelen er zich maar buiten wil den houden in onze dorpen. Zij verstaan veelal niets van het diepere leven van den boer en willen toch den toon aangeven. v. d. B.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 2