Voor de landvrouwen Vonkjes 2 ^„Feest van Opstanding"^ De zorgen van den boer zijn om dezen tijd van 't jaar vele. En toch is de gezonde boer wel gestemd. Want het drukke werk buiten is gewijd aan den nieuwen oogst, aan het Leven, dat overal in de natuur zich weer ver heft, dat zich uitrekt en opstaat en het aanzien der aarde vernieuwt. En achter de zorg om de leegrakende hooivakken en silo's staat de wetenschap: zoo meteen zal er bulten weer genoeg zijn! Ik weet wel, er zjjn heel wat menschen, die dit allemaal niet zoo ondervinden als het hier neergeschreven wordt en die van het voorjaar alléén de kille buien gewaar worden en alleen de zorgen 's avonds mee naar bed nemen. Maar dan hapert er wat aan, dan klopt het van binnen niet, dan belast men zijn leven met overmatigen ballast en verzaakt men den wil van den Schepper, O zeker, het leven kan hard zijn, on barmhartig hard, ook in de mildste lente. Maar het hardste is dit, dat wU, men schen, het zelf daarnaar maken, doordat we onvoldoende aandacht hebben voor de goede dingen en achteloos voorbijgaan aan den rijkdom der Schepping. Ik heb uiteraard nogal veel contact met allerlei menschen die ik persoonlijk niet ken maar die me schrijven of aanspreken en liet is ontstellend zoo weinig als er daarbij zijn die me opmerkzaam maken op wat er mooi en goed is, terwijl wel velen me schrijven kwalijk te nemen, dat Ik graag de vreugde van het leven geniet, waar zij het zuiverst te vinden is. En het is dubbel teleurstellend, dat zoo vaak godsdienstige bezwaren daartegen worden geopperd. De Landstand Is het orgaan niet om daarover uit te weiden en hij is ook het orgaan niet, waarin we kerkelijke meenlngsverschillen tot onder werp van bespreking maken. Maar wel mag in dit blad van en voor den boerenstand bij het feest van Pa- schen, dat het feest is van Opstanding en Herleven de blijmoedige klank van reugde over het wonder van Gods Schepping een plaats vinden. En wel mag daarin gewezen worden op de spraak, welke uitgaat van de Schepping tot den menseh en die zoovelen, zelfs op den boer nauwelijks meer verstaan. Kijk, dat zou anders moeten zijn, zooals het in verre tijden anders geweest is. Zoo moest de wereld geordend worden, dat, als heel de Schepping in kleur en geur den lof van het Leven zingt, de menseh dat welgemoed ook kan doen. En dat kan! Want de voorwaarden daar toe zijn in de natuur, uit des Scheppers hand gegeven en worden in elke nieuwe Lente vernieuwd, inzonderheid aan een menseh, die als boer midden in groei en bloei en vruchtbaarheid mag staan en de zegeningen van hemel en aarde, van zon en regen uit de eerste hand ontvangt. Let eens op en overleg eens eerlijk met U zelf, niet minder dan in den vredigsten en rustigsten tijd zijn deze zegeningen en al wat de blijmoedigheid daarvoor in den weg staat is de verdwazing van de men schen zelf, die eeuw na eeuw zich andere wereldbeschouwingen schiep en ook eeuw na eeuw verder afdwaalde van de meest eenvoudige levensvreugden, hoe harts tochtelijk de besten ook altijd weer zoch ten naar herstel van het verbroken con tact tusschen het goddelijk goede en een wereld in verwarring. Velen zijn daar pessimistisch bij gewor den en hebben uitkomst gezocht in een volledige verzekering van de geneugten der aarde en enkel nog zonde en kwaad willen zien daarin. Maar zulk een nega tieve houding is zinloos, is een verlooche ning van het Leven! Daarom kunnen wy niet meedoen en mo gen wij niet mee doen. Want wy zijn boeren om in stand te houden, zooals de Voorzienigheid het gewild heeft het Leven, dat op- en neergangen kent, dat in strijd tot zijn grootheid komt, maar dat dan ook groot en schoon is! Laten wij het zóó zien en daarop onzen geest instellen, opdat wij verstaan, dat geen moeite te groot en geen zorg te zwaar is óm er terwille van een vernieu wing van 's Levens grootheid doorheen te worstelen. Vieren we zóó het feest der Verrijzenis als natuurlijke en zegenrijke werkelijk heid. dan kunnen we in ons boer-zljn aan de wereld den weg naar een wezenlijk nieuwe Lente wijzen. En dan zullen onze dorpen kleine werelden worden waar we één van zin, zonder haat en zonder kunst matige verdeeldheid blijmoedig werken in een blijmoedige natuur, onder Gods open hemel, wanneer het werk onzer handen den zegen verwerft naarmate wij getrouw zijn aan onzen levensplicht. Gezegende Paaschdagen D. v. d. B. DE TUIN BIJ DE BOERDERIJ We willen nu enkele gewassen bespre ken, waarvan de zaaitijd aanstaande is, en waarvan de teelt misschien niet zoo algemeen bekend is. In de eerste plaats de Schorsenee- r en. Deze zaait men in eind Maart, be gin April in voedzamen gronddie ex tra diep is losgemaakt. Er mogen n.u geen vaste lagen ia den grond voor komen, omdat anders de lange pen- V)ortel zich niet kan ontiuikkelen. Ge bruik geen verschen mest, want daar door gaan de wortels zich vertakken. Zaai op rijen twintig centimeter uit el kaar. De zaadjes strooit men in geut jes, die daarna dichtgemaakt worden. Geen zaadjes bloot laten, want de vo gels zijn er verzot op. Later in de rij uildunnen op 10 cm afstand. Tusschen de rijen zoo nu en dan schoffelen tegen onkruid en om den grond los te hou den. In Augustus bloemstengels uit knippen, daar anders de kwaliteit der wortels geschaad wordt. Dan de winterprei. Deze zaaien we half April op rijen met kleinen afstand. Als de planten ongeveer 25 cm hoog zijnzet men ze op de bestemde plaats uit. Dit gebeurt dus later in den zomer. Met den pootscok maakt men een gat van 15 a 20 cm diep, waar men de plantjes inzet op een ouderlingen af stand van 15 cm. De gaten maakt men niet geheel dicht. Later met schoffelen komt er wei grond bij in. Tenslotte kunnen ze dan ook wat aangeaard wor den. Zoodoende krijgt men dan een mooie lange, gebleekte stengel, welke voor prei juist zeer gewenscht is. Goede winterharde soorten zijn Bra- bantsche winter. Siegfried Reuzenprei en Leidsche. Knol s el d er ij. Voor de erwtensoep zeer gewild. In April wordt uitgezaaid in den kouden bak. Nog liever in Maart in den warmen bak. Als de plantjes groot genoeg zijn, verplant men ze. In Mei worden ze dan uitgezet buiten. Men maakt daartoe greppel tjes van 10 cm. diep met 40 cm. tusschenruimte. De plantjes komen 30 cm uit elkaar te staan in de greppel tjes. Zij moeten van begin af aan goed doorgroeien, daarom flink gieten. Dat voorkomt het bruin worden van de schil en het vezelig worden van het vleesch. De grond moet voedzaam zijnliefst be reid met verteerden mest. Verder moet men nu en dan den grond losmaken. De kleinste verliezen aan stikstof bij aanwending van stalmest op grasland treden op, indien we dezen aanwen den in Juli en Augustus, bij regen achtig weer. Aanwending van gier bij zonnig win derig weer geeft verliezen aan stik stof van meer dan de helft van de totaal aanwezige hoeveelheid. Jonge en pas-geplante vruchtboomen moet men flink terugsnoeien. Dit geeft ean betere ontwikkeling. Een goed afweermiddel tegen kauwen is het ophangen van roekenvleugels, die via den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen zijn te beko men. Bij bewaring van stalmest dienen we het verlies aan stikstof tegen te gaan, door den mest niet te laten uitdrogen en goed vast te trappen. Afdekken met een grondlaag geeft de beste kans van slagen. Nieuwe aardappelrassen kweeken wordt bevorderd door de commissie ter bevordering van het kweeken en het onderzoek van nieuwe rassen, adres Ir. J. A. Hogen Esch, Hoogstr. 105, Wageningen. Ongeveer f 300.000 wordt jaarlijks uit gegeven om spreeuwen te verdrijven; daarom neemt men bij het aanleggen van kersenboomgaarden vaak soorten die ongeveer gelijk rijp zijn. Gier dient vooral tusschen half Maart en April te worden aangewend met windstil, liefst ••egenachtlg weer. Verspilling van stalmest in het voor jaar op grasland kan worden voor komen. door uitsluitend goedverteer- den korten mest of mest, gemengd met aarde, aan te wenden. Gier, die in het voorjaar niet meer kan worden aangewend, kan men be waren voor de stoppelknollen. Deze zijn er zeer dankbaar voor. De consumptie-melk-Centrale keerde over 1940-'41 een bedrag van f 962.000 aan premie's uit voor hygiënische prestaties. Lichte zandgronden voor akkerbouw gebruikt en laagveengronden, die veel worden gehooid hebben door gaans de grootste behoefte aan fos- formest. Te Buitenpost is een proeftuin voor de teelt van geneeskruiden en een be drijfsgebouw voor het drogen, snijden en malen der kruiden. Voorkiemen van aardappels doet men door ze een paar weken op een eenigs- zins lichte plek te leggen. De kiem moet hoogstens 2 cm. lang zijn. Bespuiting met organische kleurstof fen heeft een zeer goede werking te gen den wintervlinder. Hanen brengen met de paring vaak luizen over en daarom moet het ach terlijf goed schoon worden gehouden. De zon moet zooveel mogelijk recht streeks in het kippenhok schijnen, liever niet door glas. niet vaak voor te komen, of men maakt de veehouders kopschuw om te leveren. Aan de aanbieding zit heel wat vast. Men moet naar zijn P.B.H. om papieren in te vullen, ver der voor een t.b.c-vrij dier naar zijn veearts voor een t.b.c.-verklaring en eventueel als het een koe met eon- trölecljfers betreft, naar den secre taris van zijn vereeniging om ook die gegevens te halen Soms zit daar een dag fietsen aan vast. Dan heef! men de moeilijkheid van het vervoer en als men dan toch nog zijn koe weer onverkocht terug krijgt, dan ls er veel tijd verknoeid, heeft men de nog niet geringe vrachtkosreen te be talen en is men nog even ver als te voren. Er moet dus voor gezorgd wor den, dat de zaak vlot loopt. En er zijn genoeg redenen om aan koopvergunningen uit te geven. In de eerste plaats aan beginnende vee houders en aan hen, die buiten hun schuld aanzienlijk onder hun be- drijfsmaximum zijn gekomen. Verder ook aan hen, die op hun be drijf meer gebrulksvee kunnen hou den. dan zij volgens hun bedrijf s- maximum mogen hebben. In al die gevallen zullen dat aankoopvergun ningen moeten zijn, waar bij de ver plichting om een evengroote hoeveel heid vleesch te leveren, moet ver vallen of in elk geval geruimen tijd dient te worden uitgesteld. Wel moe ten die menschen natuurlijk hun ge wonen vleeschaanslag over 1944 ook over het aangekochte vee voldoen. Dan verder moet het mogelijk zijn, dat de zoo gewenschte rouleering tot stand komt. De een wil reageerders opruimen, de ander heeft ongeregis treerde koeien te verkoopen en deze menschen willen daarvoor in do plaats weer ander vee aankoopen, dat wel in hun bedrijf past. In het belang van de kwaliteit van den vee stapel moeten voor dit doel zeker de noodige aankoopvergunningen worden verstrekt. Bij deze aankoopvergun ningen bestaat dan natuurlijk wel de verplichting eenzelfde hoeveelheid vleesch te leveren. Wanneer men ech- ter strak de hand wil houden aan de bepaling, dat dit binnen 14 dagen na den aankoop moet geschieden, dan is dat weer een enorme rem op deze zoo gewenschte rouleering. Want de meesten hebben 14 dagen later geen geschikte slachtkoe te leveren. Wel naderhand, bijv. enkele maan den later. Als die termijn van terug levering van vleesch op bijv. 4 maan den werd gesteld, dan zou dat in het algemeen tal van de thans gevoelde bezwaren opheffen. Aan het eind van het zomerseizoen heeft men als regel wel een slachtdier op te ruimen Dit alles zijn wenschen,'waarin nog niet is voorzien. Voor een goed verloop van de regeling is het echter noodig, dat de mogelijkheid tot zoodanige omzettingen in den veestapel wordt geopend. Wanneer op de taxatie- markten binnenkort de stroom van het voorjaarsaanbod komt, dan moe ten er aankoopvergunningen zijn, om die stroom op te nemen. Eén mogelijkheid voor het verkrijgen van aankoopvergunningen is al ge opend, n.l. deze, dat men een ver gunning kan krijgen voor aankoop van 'n gebruiksdier voor de vetweide. Zij. die in het vorige jaar hun weide- contractdieren in behoorlijke conditie hebben afgeleverd, komen thans ook weer in aanmerking daarvoor (uit zonderingen in de omgeving der inundatiegebieden daargelaten). Ook anderen, die een onderbezetting van hun weiland hebben, kunnen een contractrund aanvragen. De dieren, die op tot dit doel verstrekte aan koopvergunningen kunnen worden gekocht, moeten betrokken worden van de gebruiksveemarkt. Ook de verkoopers hebben er groot belang bij dat het weidevee via de taxatiemarkt voor gebrulksvee loopt. Zij hebben dan immers kans boven de slachtwaarde nog een toeslag uitbe taald te krijgen voor meer waaTde als weidevee (maximaal f 50) en vrij van t-h.c. (maximaal f 25). In totaal kan een goede weidkoe dus via de gebruiksveemarkt f 75 meer opbren gen dan via de slachtveemarkt. In het algemeen zal het gebruiksvee uit de geïnundeerde gebieden worden ondergebracht in aangrenzenden weidestreken, waar weinig of geen gebruiksvee wordt gehouden. In die gebieden zullen daarom voorloopig geen wreidecontracten worden afge sloten. Eerst moet het gebruiksvee worden ondergebracht. Zeer binnen kort zijn maatregelen te wachten voor het inscharen van gebruiksvee in die streken. Het is wenschelijk dat tevens zooveel mogelijk ruimte zal worden gemaakt voor dit gebruiks vee uit inundatiegebied door het ver vroegd afroepen van contractschapen. Indien daarbij vergoeding zal worden gegeven voor de derving van welde- geld voor die vervroegd geleverde schapen, zal dit ook weinig bezwa ren van de weiders kunnen onder vinden. Alle maatregelen moeten er toch im mers op gericht zijn om zooveel mo gelijk den gebruiksveestapel op peil te houden. De wenschen t.a.v. de uit reiking van aankoopvergunningen, enz., die wij hierboven naar voren brachten, hebben dezelfde strekking. Wij hopen dan ook, dat zeer spoedig in dien geest gehandeld zal worden. ii De Landstand" En Zeeland Reóactle-adres: Zeestraat 69, Den Haag. Telefoon 115754. ADVERTENTIES. Handelsadvertenties: 1 provinciale editie 25 c. per m m„ elke editie meer 5 c. per m m. extra. Ha.ndeisadvcrtenties met agrarischen inhoud: 1 provinciale editie 15 c. per m.m. elke editie tnetr 3 c. per m.m. extra. Kleine advertenties met nitsluitend huishondelijken inhoud: 1 t.m. 20 woorden f 2-.. elke 5 woorden meer f 0.50 extra. Brieven onder nummer f 0.15 meer. Bij meer plaatsingen aanmerkelijke korting. ALLE BRIEFWISSELING betreffen de advertenties, abonnementen en administratie te richten aan Uitgeverij „Volk en Bo dem". Postbus 281, Den Haag.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 2