Rassenkeuze 1944, Maïs
De jongste bedijkingen rondom
den Braakman I
Premie voor Roeken en
Kraaien
De Van Dunnépolder
BOEREN LET OP!
Aan allen die briefwisseling voe
ren met den Nederl. Landstand
wordt nogmaals herinnerd, dat zy
hun brieven niet moeten adres-
seeren aan één van de ambtena
ren persoonlijk, doch uitsluitend
aan dit adres:
Nederlandsche Landstand,
Postbus 31,
Goes
De correspondentie komt dan van
zelf bij de betreffende ambte
naren
DE Braakman is thans een gebied
van zandbanken en met zoutlie-
vende planten begroeide slijkvelden
en schorren; een oord van eenzaamheid
en beslotenheid. Alleen de meeuwen en
vvaadvogels brengen er vertier en een
oude herder hoedt zijn kudde op den
schorgrond. In dit seizoen dwalen er de
schelpdierenvisschers rond, zwarte stip
jes in de wijdte van zand, water en
lucht.
Als bij hoog water de geulen en kre
ken vol en de banken onderloopen en
visschersscheepjes hun weg naar de
haventjes zoeken, krijgt d'e Braakman
pas het aanzien van den zeearm, die
hij in werkelijkheid is. Dan is het één
uitgestrekt rusteloos deinend watervlak
en wekt herinneringen op aan vroeger
tüden. Tijden waarin hij een belang
rijke zijtak der Honte was en door
de Elmare in verbinding stond met het
Zwin. Aanvankelijk een smalle stroom
kreeg hij door de verschrikkelijkste
overstroomingsramp die ooit ons gewest
trof, een dusdanigen omvang, dat hij
c'iep het land indrong.
De 17 Nov. 1377 is een donkere blad
zijde in onze streekgeschiedenis; een
bloeiende landstreek verzonk voor
eeuwen, meer dan 17 dorpen gingen
voor immer ten onder.
De Braakman snoeide tot aan Axel,
Aardenburfrii en Caprijcke. Biervliet lag
er middenin on een eiland.
Er verliepen bijna twee eeuwen voor
men met d'e herbedijkingen bes"on. In
de 2e helft der 15e eeuw werden ver
in het zuiden de eerste gronden her
wonnen. maar de geweldige vloed van
1570 deed alles onnieuw verloren g-aan.
Eerst na 't sluiten van den beruchten
Vrede van Munster in 1648, pakte men
de inpolderingen met kracht aan, en
zoo bedijkt men reeds eeuwen lang ge
stadig nieuwe polders rondom den
Braakman.
Ook in onze eeuw werden er een drie
tal polders gewonnen, één aan den
Westelijken en twee aan den Oostelijken
oever.
De oudste en tevens de kleinste hier
van is de Van Dunnépolder, gelegen
in West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Deze
nolder heeft een langwerpig rechthoe-
ktaen vorm en paalt met de Zuidzijde
aan den Braakman; de Clarapolder en
de Angelina nolder begrenzen hem ten
Oosten en Westen, terwijl de Koningin-
nenoldor hem ten Noorden afsluit.
Tn 1907 maakte het Rijk met de bedij
king der gedeeltelijk eifren schorren
een aanvang, welk werk in 1908 vol
tooid was. Door deze inpoldering heild
cle Angelinapolder op schiereiland te
znn. Oorspronkelijk een eiland, kwam
bif noor het ontginnen der Koninginne-
polder op het einde der 18e eeuw. aan
vasten wal.
In 1908 verwisselden de gronden in den
Van Dunnépolder van eigenaar en werd
d'1 no'der verkocht. Het andere jaar
gedijde er het eerste gewas, het kool
zaad en verschenen er de eerste be
woners. Dhr D. Claeys bouwdte in den
Z O.-hoek het eerste bescheiden doe-
ninkie.
B'echts korten b'id bleef hij de eenige
bewoner, in 1913 vestigden zich een
paar Vlaamsche families, w.o. de beste-
vaer van schrijver dezes, en bouwden
aan den zandweg die den polder in de
lengte doorsneed. Het eene hof ie bezit
dien tvnisch Vlaamschen stijl. Nog iets
later verrees er onder den zeedijk waar
de hoofdweg uitkomt, een schapen-
bedrijfje.
Lang waren deze vier in het Zuidelijk
deel belegen boerderijen de eenige. Om
streeks 1927 stichtte een zekere Ze-
ghers uit Axel, in de Noordelijke helft,
aan den nieuwen provincialen weg, een
statige boerderri. D» erbij behoorende
gronden lagen en liggen nog in den
Angelinapolder en de ald'aar staande
merkwaardige hoeve is toen afgebroken.
Kort nadien werd even Noordelijker
een tweede groote boerderij gebouwd
en deze zes zijn thans al de bedrijven
die de polder telt.
De oppervlakte bedraagt slechts ruim
47 ha. bouw. en weiland en het Noor
delijke gedeelte is Biervlietsch en het
overige gedeelte is Phinppiensch grond
gebied.
Wegen zijn er niet veel, alleen ae om-
stieeks i920 aangelegde verbindings
weg tusschen O. en W. Z.-Vlaanderen,
snijdt den polder in twee lange smaiie
strooken. Verder loopt er onder den zee
dijk 'n zandweg en dan zijn er nog een
aarden zijwegje en een paar overgeble
ven stukken van d'en vroegeren ouden
hoofdzandweg, ciie een heel andere rich-v
t:ng had dan de huidige.
De gronden ten \V. van den hoofdweg
behooren tot den Clarapolder. Het zijn
bijna uitsluitend magere zanderige
gronden, trouwens «ie geheele polder
bestaat uit lichte zanderige akkers met
hier en daar een iets zwaarucr aavei.
De allerslechtste dienen als weiland, en
brengen vooral bij langdurige droogte
niet veel gras op.
In den Z.-üost hoek is het perceeltje
w^land meer drassig, maar evenmui
van veel waarde. Over het algemeen
doen de gewassen net tamelijk goed,
al is de opbi engst natuurlijk neel wat
mindter dan in de vette polders. Een
droog seizoen kan men hier niet goed
gebruiken, op tijd een beetje regen, doet
den oogst wel slagen.
Tarwe, gerst, haver, aardappelen en
voederbieten zijn de voornaamste
vruchten die er verbouwd worden.
Rogge, alhoewel een vrucht van de
raagere gronden, treft men er niet
zoo veel aan, wat ook het geval is met
suikerbieten, die men er bijna niet zaait.
Wat de bedrijven betreft, hiervan zijn
er maar twee van oeteekenis en wel
de beide laatstgebouwde. De akkers
van de eene boerderij liggen, zooals
reeds gemeld, in den Angelinapolder en
bedragen zoowat 50 a 60 har, in de Van
Dunnépolder zelf een paar ha. Het an
dere bedrijf bezit in den polder plm. 20
lia., terwijl de rest, ongeveer 30 ha. in
den Clarapolder gelegen is. De •overige
steedjes beslaan maar twee a drie tot
vier ha., waarvan een deel weiland,
dus feitelijk meer voor eigen gebruik.
Op 't eene wordt nog steeds door den
stichter E. de Smet de schapenfok
kerij uitgeoefend.
De zich voor den polder uitstrekkende
schorren bieden aan Ie kud!de een goede
grazing, terwijl het eigen land de aan
vullende voeding oplevert. Het als ty
pisch Vlaamsch vermelde doeninkje
kan eigenlijk als geen bedrijf worden
aangemerkt, daar er geen paarden zijn.
Dit is wel het geval met de twee andere,
waar men reap, één en twee paarden
heeft.
Vroeger had de polder een eigen be
stuurder, de allereerste dijkgraaf was
E. de Ceu'enaere, burgemeester van
Philippine. Thans maakt hij deel uit
van het Vrije van Sluis, dat bijna alle
polders van West-Zeeuwsch-Vlaanderen
omvat. A. Cocquit.
In verband met de schade, die door
roeken en zwarte kraaien wordt toe
gebracht aan de landbouwgewassen, in
het bijzonder aan granen en peulvruch
ten. wordt de bestrijdingseampagne te
gen deze vogels in 1944 voortgezet. Ais
onderdeel daarvan zai een premie wor
den toegekend voor lederen volwassen
roek of zwarte kraai, die bij dezen
Dienst wordt ingeleverd
De voedselvoorziening cischt thans, dat
alle krachten worden ingespannen om
de oogstopbrengsten zoo hoog mogelijk
op te voeren Door de geringe achter
volging, waaraan de kraaivogels de
laatste jaren, als gevolg van het in
nemen der geweren, waren blootge
steld, hebben zij zich sterk vermeerderd
en neemt de schade hand over hand
toe Hoewel een matig aantal roeken
als nuttig kan worden beschouwd, is
het zeer noodig. dat aan de voortdu
rende toename thans paal en perk
wordt gesteld
Reeds m 1942 zijn vanwege den Plan-
tenziektenkundigen Dienst de nesten
van roeken in 'n aantal groote kolonies
verstoord doch deze maatregel is on
voldoende gebleken om het evenwicht
te herstellen In 1943 is het verstoren
der kolonies voortgezet en daarnaast
werd voor de volwassen vogels een
premie uitgeloofd. Als gevolg hiervan
worden er duizenden bij den Dienst in
geleverd
De bemachtigde vogels moeten worden
ongezonden aan der Plantenziekten-
kundieren Dienst te Wageningen Ter
vereenvoudiging van de verzending kan
worden volstaan met de inlevering van
één vleugel, n.l. den rechtervleugel fut
te sniiden bij het lichaam) Voor lin
kervleugels wordt dus geen rremie toe
gekend. Men wordt verzocht de vleu
gels op een droge Plaats te bewaren tot
men er een aantal heeft en ze ongeveer
eens ner maand op te zenden onder
duideliike vermelding van naam. adres
en gironummer Verzendkosten kunnen
worden vergoed.
De premie, die in 1943 25 cents ner
stuk bedroeg, is met ingang van 1 Mei
1944 verhoogd tot 50 cents per stuk.
Deze nremie geldt alleen voor volwas
sen exemplaren, dus niet voor iongen,
die uit het nest ziin gehaald De be
oordeeling of een evemnlaar volwassen
is. berust bij den Plantenziektenkundi-
gen Dienst en geschiedt op grond van
den ingeleverden vleugel.
Men wordt verzocht de niet in te le
veren deelen van de vogels aan land
bouwers ter hand te stellen.
Deze doode kraaien en roeken, neer
gelegd op of opgehangen hoven het
land. vormen het beste middel om de
levende soortgenooten. die het op de
gewassen voorzien hebben, te verjagen.
De Inspecteur. Hoofd van den
Plantenziektenkundigen Dienst
N. VAN POETEREN.
Volgens-onderstaand overzicht heeft de
maïsteelt zich in ons land van 887 ha-
in 1938 tot 3676 ha in 1942 uitgebreid,
terwijl ook in 1943 nog weer een toe
neming heeft plaats gevonden.
De mais is het meest verbreid in de
gemengde bedrijven op de zandgronden,
vooral in de provincies Noord-Brabant.
Limburg en Gelderland, waar ongeveer
90 pet. van de in Nederland verbouwde
maïs voorkomt (Noord-Brabant en Lim
burg gezamenlijk 70 —75 pet.). Op de
noordelijke zandgronden blijkt de ver
bouw nóg van weinig beteekenis te zijn.
Oppervlakte in ha in de jaren 19381942
Op onderstaande data, die van be
lang zijn dient U goed te letten:
9 Mol: Paardentaxatie te
IJzendijke.
10 Mei: Paardentaxatie te
Oostburg.
16 Mei: Paardentaxatie te
Goes.
19 Mei: Paardentaxatie te
Middelburg.
1938
1939
1940
1941
1942
Groningen
8
r0
21
26
23
Friesland
5
3
3
6
4
Drenthe
14
12
37
36
24
Overijsel
44
34
40
93
97
Gelderland
124
118
116
438
630
Utrecht
11
17
22
50
54
N.Holland
4
5
15
24
21
Z.Holland
9
7
17
14
16
Zeeland
27
54
76
125
164
N.Brabant
321
446
723
1582
1608
Limburg
320
347
635
1096
1035
Nederland
887
1053
1755
3490
3676
De rassenkeuze wordt wel in de eerste
plaats bepaald door de oogstzekerheid,
waarbij de vroegrijpheid een zeer groote
rol speelt. Een tijdige rijping is van het
grootste belang. De oogstzekere rassen
treft men vooral aan bij de groep van
de z.g ronde-, harde-, of ..flint" maïs.
Hiertoe behooren de vroegrijpe Duitsche
rassen Pfarrkirchner er. Chiemgauer met
resp. 50 en 6 pet. van den totalen maïs-
verbouw in Nederland. Verder de vroeg-
rijpende Nederlandsche rassen, waarvan
de Vroege gele ronde C.B. 35 pet., Uni
cum 3 pet., Baanbreker 1 pet. en het wat
later rijpende ras Selectie Heide Maat
schappij 2 pet. der oppervlakte in beslag
neemt. De wat later rijpende rassen
Vroege >oode paarde tand C.B. en Noord-
lander. die tot het type van de paarde-
tand of „dent" maïs behooren. nemen
geen oppervlakte van beteekenis in
resp. 1 pet. en sporadischDe laatst
genoemde twee rassen ziin door deze
latere rijping en door weelderigen groei,
evenals de Sel. Heide Maatschappij
tevens geschikt voor snijmaïs.
In de volgende tabel is de verhouding
tusschen de zaadopbrengsten, welke in
de jaren 1941-'43 op de interprovinciale
proefvelden werden verkregen, weerge
geven. (Vroege gele ronde CB—100; het
aantal waarnemingen is tusschen haak
jes geplaatst).
Doordat van de rassen Pfarrkirchner,
Chiemgauer en Baanbreker slecht kiem-
krachtig zaad werd geleverd, moesten
bij de verwerking van de opbrengst-
cijfers deze rassen in 1942 en 1943 ge
heel worden uitgeschakeld. De kwestie
van de kwaliteit van het zaaizaad is nog
steeds een der moeilijkste punten zoo
wel bij het proefveldonderzoek als in de
praetijk.
De in de tabel wergegeven verhoudings-
cijfers kunnen voldoende betrouwbaar
worden geacht, doch er dient op te wor
den gewezen, dat het cijfermateriaal nog
te gering is, om hieruit vergaande con
clusies te trekken. De hieronder volgen
de samenvatting omtrent de rassen dient
dan ook in dit licht te worden bezien.
Samen vat tui g.
Uit de tabel volgt, dat in 1941 de Pfarf
kirchner. Baanbreker en Unicum iets
hoogere opbrengsten hebben gegeven dan
Vroege gele ronde CB terwijl Chiemgauer
in opbrengst niet met de genoemde ras
sen mee kon komen. Hoewel de Unicum
het in 1941 van Vroege gele ronde CB
won, waren de opbrengsten in 1942 en.
'43 echter iets lager Gemiddeld over
drie jaren bleef de opbrengst van Uni
cum iets beneden die van V7 roe ge gele
ronde CB.
De genoemde rassen loopen in rijpings-
tijd weinig uiteen. Zij zijn alle vroeg rijp,
alleen de Vroege gele ronde CB, die een
wat forscher, bladrijker gewas geeft,
rijpt enkele dagen later, doch nog vol
doende tijdig. In vergelijking met de
overige rassen gaat de Pfarrkirchner
wat eerder legeren, hetgeen te wijten is
aan de grootere vatbaarheid voor de
schimmel Basisporium, die het zg. kolf-
steel- en spilrot veroorzaakt. De Neder
landsche rassen Vroege gele ronde CB,
Unicum en Baanbreker onderscheiden
zich in het algemeen van de Duitsche
rassen Pfarrkirchner en Chiemgauer
door een iets hoogere kolfaanzetting en
wat steviger stroo. Bovendien kunnen
ze in zaadopbrengst concurrecren met
de Pfarrkirchner, terwijl in vergelijking
met de Chiemgauer de opbrengsten hoo-
ger zijn. Voor de praetijk verdienen ze
dan ook alle aanbeveling.
Gemiddelde relatieve zaadopbrengsten
Pfarrk. Chicmg. Vr. gele r. CB. Unicum
1941 103(29) 96(29) 100(29) 302(29)
1942 100(47) 99(47)
1943 100(47) 95(47)
Baanbr.
105(29)