De nieuwe DEPARTEMENT VAN SOC. ZAKEN ER zijn van die merkwaardige toe valligheden in'het leven, ook in het kleine leven van een eenvoudig mensch van eiken dag, die je op het oogenblik, waarop zij voorvallen, niets zeggen. Maar later krijgen zij soms een beteekenis, waardoor je denkt: toevallig kan dit toch niet ge weest zijn. Zoo kwamen we door zul ke kleinigheden dezer dagen nogeens weer aan het prakkezeeren over het geen er nog te doen valt, aleer het in den Nederlandschen boerenstand zijn zal, zooals het wezen moet en wezen kan. Niet de overdadige en vroege blcel .van Mei bij toch maar schraal, te genhoudend weer en niet de rauwe tegenstelling van bommenwerpers boven het bloeiende voorzomer]and was de aanleiding tot ons denken, al zou daar dankbare stof in zitten. We hadden bezigheden in een van de Noordelijke steden en geen gelegen heid om de degelijke tafel en het gastvrije bed van een van de boe- renvrienden aan te spreken, teneinde het veege lijf zijn teerkost en zijn rust te verschaffen. Dus zaten we des avonds in een herbergzaal het klok je van gehoorzaamheid af te wachten In gezelschap zat de hotelhouder. Een man met alle eigenschap pen van den goeden, ouderwetschen herbergier. En zooals dat dan gaat, ,we raakten aan de praat over moeiten en zorgen van den oorlogs tijd. De gastheer ondervond er ook zoo het een en ander van in zijn be drijf en hij had alle reden om zich meer te beklagen dan menige boer. En toch meneer, zei hij op een oogenblik en toch meneer, ben ik maar blij, dat er weinig sterke drank is. Nu veel drank, dat zou het onge luk zijn voor heel wat menschen, die ongewoon veel geld in de vingers krijgen. Het is toch al erg genoeg, wat je zoo te zien en te hooren krijgt. ,We keken den man een beetje vreemd aan en we zouden haast uitgeroepen hebben: op dat standpunt, daar moet op gedronken worden. Net op tijd schoot het door den zin, dat het on derwerp te ernstig was om er gek heid mee te maken. Hoe ernstig, dat bleek uit de verhalen van onzen her bergier, over het gedrag van Jonge- lieden-met-ongekenda weelde, verha len, welke we niet willen afdrukken, omdat we niet houden van het te pronk zetten der ondeugden van het onbeheerschte deel van de landelijke jongeren. En we zouden het heele geval verge ten zijn, als we niet, den anderen dag thuiskomende, daar een brief gevon den hadden met een krantenknipsel en de zure aanteekening: leve de on misbare boerenstand, voeder van het vaderland! Proost! Dat knipsel bevatte het uitvoerige verhaal van het ontdekken eener ongeoorloofde Jeneverstokerij op een Veluwsche boerenhoeve. De meesten uwer zullen van het geval kennis genomen hebben. Twee uitzonderlijke figuren staan hier nu tegenover elkaar: de stede lijke hotelhouder met zooveel zorg over het lot van her jonge volk, dat hij dankbaar is, zijn vak maar be perkt te kunnen uitoefenen -en de boer, die zoo volslagen los staat van volksgemeenschap en gezag \an wet en zede. dat hij onrechtmatig aan de broeddistributie onttrokken koren verdoken verwerkt tot drank, zonder dat het hem deert, waar die drank terecht komt. De boer komt er maar slecht af bij een vergelijking der twee figuren. De een maant tot bescheidenheid bij het verketteren van de stad als bron van zedelijk verval, de andere to& eenzelfde bescheidenheid bij het op het schild van eer en deugd heffen der boeren in het algemeen. Maar het opmerkelijke en het teleur stellende hierbij is, dat, als men ln breede kringen van ons volk de geval len op zichzelf bespreekt, zeer, zeer (Een toelichting van een bijzonderen medewerker). Aangezien het ons bekend is, dat de nieuwe Regeling van de loo- nen in den landbouw wel eenige toelichting behoeft, heeft de Ge machtigde v. d. Arbeid zich bereid verklaart, een toelichting op deze regeling te geven, welke wij hier onder laten volgen. TN één van de vorige nummers van A den Landstand, brachten wij in extenso de nieuwe Landelijke rege ling van loonen en andere Arbeids voorwaarden in den Landbouw voor 1944, zooals deze bij beschikking van den Gemachtigde voor den Arbeid is uitgevaardigd. De werkingsduur van de Landelijke regeling voor 1943 strekte zich uit tot 31 Maart 1944, zoodat een nieuwe re geling noodzakelijk was. Het is bekend, dat de oude regeling op verschillende punten in de practijk tot bezwaren aanleiding gaf. De Gemachtigde voor den Arbeid heeft daarom in afwachting van 'n algeheele herziening, een nieuwe re geling eveneens met beperkten werkingsduur uitgevaardigd, waar in aan de voornaamste bezwaren is tegemoet gekomen. Bij de vaststelling van de nieuwe re geling werd zooveel mogelijk rekening gehouden met verschillende door be langhebbenden geuite wenschen. Ook de besprekingen met deskundigen o.m. uit het N.A.F. en den Landstand hebben hiertoe medegewerkt. Voor al is gelet op de vanouds geldende streek of plaatselijke gebruiken. Dit komt o.m. tot uiting bij die artikelen, v/elke handelen over de indeeling der arbeiders, de vaststelling der arbeids uren, de gebiedsomschrijving enz. Laten wij evenwel, om een zoo volle dig mogelijk beeld van de beteekenis van de nieuwe regeling, de verschil lende artikelen, voor zoover zij ver schillen van die der oude regeling, op den voet volgen. Wellicht, dat tal van belangwekkende gezichtspunten zich daarbij aan ons voordoen. Reeds artikel 1 brengt een ingrijpen de wijziging inzake de werkingssfeer der landbouwregeling In het yervolg veleii zeggen: die Hotelhouder is een" [ezel of hij meende geen klap van die blijdschap over de kleine jenever-toe wijzingen. Die bóer dat is vast 'n vent die zijn weetje weet, die zal een tmooie slomp geld verdiend hebben! IWe zeggen er verder niets meer over; laat er maar eens het rustige ver stand over gaan en kom tot de ge volgtrekking, dat één zoo'n jenever- stokende knoeier den goeden naam van ons boerenvolk méér kwaad doet bij de „proost" roepende „anderen", dan wij in maanden en jaren ter be scherming van dien naam kunnen •doen. Misschien zult ge het dan met me eens wezen, dat een boerenstands beweging met een leiding, bevoegd om recht të spreken over zulke ge vallen allerminst overbodig is. En evenmin een organisatie, welke aan de landelijke jeugd zooveel innerlijke kracht en levensrijkdom weet te geven, dat geen herbergier te bang hoeft te zijn voor het verkoopen van een geestrijk gevuld glas. Beide die rechtsbevoegdheid en die jeugdorganisatie hebben te maken met den goeden boerenstand, welke de Landstand tot verheffing moeten helpen komen. Boerenstijl, welke geen aanranding van goede gemeenschaps zeden toelaat en zelf schending van eer wenscht af te straffen en boeren stijl, welke ln alle omstandigheden weet van zelfbeheersching en welke overal andere levensvreugden kent dan die van den overdaadstol. We zijn nog lang niet zoover, dat de ze stijl algemeene boeren-, en alge- meene volksstijl is en we raken daar blijkbaar ln den oorlog hoe langer hoe verder vandaan. Ook daarom is het jammer, dat juist nu niet allen willen weten van de eensgezinde stands-samenbundeling, welke den Landstand de kracht moet geven voor zijn groote taak. D. v. d. B. vallen alle bedrijven, die zich met landbouwwerkzaamheden bezig hou den, onder de regeling (bijv. ook een boerderij op een landgoed). Het begrip „onderneming of bedrijf" moet zoo ruim mogelijk genomen worden. Het is daarom gekoppeld aan het begrip „Betrieb" in den zin van artikel 1 van Verordening 114-1942: „Deze verordening verstaat onder Be trieb de organisatorische eenheid, binnen het kader van dewelke een ondernemer en ten minste één werk nemer samenwerken'. Daarnaast bepaalt artikel 1, dat als landbouwwerkzaamheden thans wor den beschouwd alle bezigheden ten behoeve van de voortbrenging van landbouwgewassen (of om de land bouwproductie te beschermen). Dus ook: greppelen, draineeren, weide- spitten, het opwerpen van dijken, om inundatie-water te keeren enz. Het spreekt vanzelf, dat onder „bezig heden ten behoeve van de voort brenging van landbouwgewassen" niet verstaan mogen worden bijv. de werkzaamheden 7an den smid, die landbouwmachines repareert Nieuw is voorts, dat voortaan ook het inwonend mannelijk personeel onder de regeling ressorteert, doch alleen wat betreft de loonen en arbeids voorwaarden. De arbeidsduur is uit gezonderd, omdat het gebruikelijk is, dat de inwonende kpecht met zijn boer gelijk-op werkt. In dit verband verwijzen wij naar artikel 8, hetwelk o.m. bepaalt, dat op het loon voor in wonende arbeiders voor kost en in woning een bedrag van minstens f 8 en ten hoogste f 12 per week in min dering mag worden gebracht, al naar gelang van den leeftijd en prestatie van deze arbeiders. De inwonende knechten genieten dus in het vervolg dezelfde voorrechten (vacantie- en feestdagen, sociale zorg enz.) als de overige arbeiders. De nieuwe regeling is voorts wél van toepassing op alle arbeiders, die ln loondienst werkzaamheden verrich- Landelijke regeling van loonen en andere arbeidsvoorwaarden in den landbouw voor 1944. In de Staatscourant van 6 April zijn nog enkele verbeteringen aange bracht, die we hier laten volgen. (Verbeteringen), In de Landelijke regeling van loonen en andere ar beidsvoorwaarden in den landbouw voor 1944, opgenomen op pag. 3, 4, 5, 6 en 7 van de Nederlandsche Staatscourant van Donderdag 30 Maart 1944, no- 64, moeten de vol gende wijzigingen worden aange bracht: Artikel 1, lid 1, sub b eerste regel wordt geleden: den arbeider, die uit sluitend (fcnz.). In artikel 5, lid 3, vierden regel, wordt in plaats van „betaaldag" ge lezen: „dag". In artikel 6, lid 4 vierden regel ver vallen de woorden: „of werkzaam". In artikel 14, lid 2, eersten regel, vervalt de nummering „2" van dit lid, zoodat thans de zes regels, be ginnende met: „De overige arbei ders" en eindigende met: „en de hun opgedragen arbeid verrichten." bij lid i behooren. De nummering van de leden 3, 4, 5, 6 en 7 wordt 2. 3, 4, 5 en 6. In lid 5 (oud lid 6) wordt in den eersten regel in plaats van „lid 1 en 2" gelezen: .„lid 1". In artikel 18, lid 1, eersten regel, wordt in piaats van „loon" gelezen:, „tijdloon" In den derden regel moet in plaats van „genomen" gelezen wor den: „genoten". In artikel 19. lid 1, eersten regel, vervallen de woorden: „en overigens" In den zeventienden regel vervalt de kleine letter „g". De zestiende regel en volgende worden gelezen: „door te betalen; in elk geval voor een door de wet of Overheid zonder gel delijke vergoeding opgelegde ver plichting gedurende den werkelijk benoodigden tijd, ten hoogste 1 dag." In artikel 20, lid 1, eersten -regel, vervallen de woorden „en overigens". In artikel 25, sub a, worden de laat ste twee regels, thans luidende: „en Drenthe, waarvan de oppervlakte voor 70 pet- of meer uit zand en/of veen bestaat;" veranderd in: „en Drenthe;". In artikel 46, worden de eerste en tweede regel gelezen: ,De bedrijven in de provincie Noordbrabant wor den onderscheiden naarmate zij ge legen zijn in:". In den derden regel vervalt het woord „in". De achtste regel wordt gelezen: „drecht en de Werken van Almkerk, dén Sint Maartenspolder in de ge-". In den twaalfden regel vervalt het woord „in". In artikel 49, sub b, vervalt het woord „in". ten in het commissionnairsbedrijf. De bepalingen voor den tuinbouw, zooals deze zijn opgenomen in de landelijke regeling d.d. 1 September 1942 wor den gehandhaafd voor de provincies Friesland en Noord- en Zuid-Hol land. De bepalingen voor het bloem- bollenbedrijf in de provincies Noord en Zuid-Holland ondergaan voorloo- pig geen wijziging. 1 Een zeer belangrijke nieuwe bepaling vormt artikel 2, dat handelt over een verplichte schriftelijke arbeidsover eenkomst voor alle arbeiders (dus ook reeds in dienst zijnde). Voor losse arbeiders is evenwel zulk een overeenkomst niet voorgeschreven. Een schriftelijk bewijs van een ge sloten overeenkomst is immers van niet te onderschatten belang voor den boer, zoowel als voor den arbeider Wij stellen ons voor, in èèn der ko mende nummers van dit blad een model van de voorgeschreven ar beidsovereenkomst te laten afdruk- IrT" tegenstelling met artikel 2, dat losse arbeiders uitsluit, schrijft arti kel 5 voor, dat, waar voor seizoen- en losse arbeiders een opzegtermijn van een week geldt, verkorting van dezen termijn tot tenminste één dag slechts kan plaats hebben bij schrif telijke overeenkomst. In dergelijke gevallen is er dus ook voor losse ar beiders sprake van een schriftelijke (Vervolg op pagina 4). „De Landstand" in Zeeland Rrdactle-adres: Zeestraat 69. Den Haag. Telefoon 115754. ADVERTENTIES. Han dclsadverten ties 1 provinciale editie 25 c. per m m.. elke editie meer 5 c. per m m. extra. Handelsadvertenties met agrarischen inhoud: 1 provinciale editie 15 c. per m.m. elke editie meer 3 c. per m.m. extra. Kleine advertenties met uitsluitend huishoudelijken inhoud: 1 t.m. 20 woorden f 2-. elke 5 woorden meer f 0.50 extra. Brieven onder ntimmer t 0.15 meer. By meer plaatsingen aanmerkelijke korting. ALLE BRIEFWISSELING betreffen de advertenties, abonnementen en administratie te richten aan ültgevery „Volk en Bo dem" Postbus 281. Den Haag.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 2