De strijd tegen het mond- en klauwzeer Het land van de kerktorens Wenken van de week Verschillende vragen beantwoord IN den Landstand van 7 Juli 1944 schreven wij een artikel over het Riemser vaccin tegen Mond- en Klauwzeer. Naar aanleiding hiervan zijn verschillende vragen binnen gekomen, waaruit gebleken is, dat de practische boeren zich bijzonder voor deze aan gelegenheid interesseeren. Omdat de onderwerpen, die worden aangeroerd, zeer belangrijk geacht moeten worden, zuhen wij deze vragen wat uitvoerig beantwoorden en tevens nog enkele andere bijzonderheden mededeelen. Is er voldoende entstof aanwezig? In de eerste plaats is gebleken, d. v sommige lezers in de meening verkee- j-en, dat er voldoende entstof voorradig zou zijn om op dit oogenblik onzen ge heel en veestapel te kunnen inenten. Dit kan echter uit geen enkele mede- deeling worden geconcludeerd. De zaak zit n.l. zóó. dat als het moet, voor één millioen dieren per jaar ent stof kan worden gemaakt, onder de huidige capaciteit van het Virusberei- dingsinstituut te Rotterdam. Om daar echter op volle capaciteit te kunnen werken, zouden er ook belangrijke ver anderingen in het Vaccinebereïdings- instituut in Amsterdam moeten plaats vinden. Door beperktheid in personeel, laboratorumcuimte, apparaten, instru menten, enz. kan men thans zoo ver langaniet komen. Yoorloopig kan dus slechts entstof op beperkte schaal bereid worden en bo vendien kan tengevolge van verschil lende omstandigheden slechts op be perkte wijze deze entstof worden ver werkt. Len tweede vraag luidde: Is het waar, dat de entingen slechts kunnen plaats vinden cp verzoek van veehouders, die in de onmiddellijke nabij heid van Rotterdam wonen? Roe men tot deze vraag gekomen is, is moeilijk te begrijpen want alleen in dit jaar zijn reeds 52.478 dieren ge- ent en wel in Friesland, Groningen, Drenthe, Z._ en N.-Holland en Noord- Brabant. Deze entingen zijn niet ver licht op verzoek van de veehouders, maar op aanvrage van de Inspecteurs van de genoemde districten in overleg met den directeur van het Staats Vee- artsenijkundig Onderzoekings Instituut 'S. V. O. IT) en met den Inspecteur jran den- Veeartseniikundigen Dienst. Om deze entingen te organiseeren zijn speciale ambtenaren aangesteld, die ter plaatse in overleg met den Inspecteur, den dierenarts, de Directie van Zui velfabrieken en andbre personen die daarvoor van belang kunnen zijn, alles regelen. Men denke eens aan de ver- voersmoeilijkheden voor de entploegen, de moeilijkheden om de ambtenaren te huisvesten, om geschikte gelegenheden op te zoeken, waar de entstof steeds op de vereischte temperatuur bewaard kan worden (3-7 gr. C.), om de kleeding, de apparaten, enz. enz. telkens te kunnen sleriliseeren en veel andere -moeilijk heden meer. Dit alles moet geregeld worden alvorens de entploegen, be staande uit 1 dierenarts en 2 veeop zichters, aan het werk kunnen gaan. Moest een verzoek uit Lek- kerkerk worden afgewezen we gens transportmoeilijkheden Wie maar eenigszins de moeilijkheden begrijpt, die zich thans in de practijk voordoen, zal ook direct begrijpen, dat het best mogelijk is, dat een verzoek uit Lekkerkerk afgewezen moest wor den wegens transportmoeilijkheden. Dat is zeker zeer bedenkelijk, maar daar ligt reeds een groot deel van de be zwaren, die wij op het oogenblik onder vinden. Er kunnen allerlei factoren in het spel geweest zijn, b.v. dat de verantwoorde lijke ambtenaar de enting te Lekker kerk niet zoo noodzakelijk vond als el ders. Er zijn verder dan ook nog mas sa's aanvragen, waarop om de één of andere reden niet kan worden inge gaan. Heeft de practische boer voor- loopig nog in het geheel geen profijt van de gevonden waar devolle gegevens? Deze vraag kan zoowel met ja als met neen worden beantwoord. Er kan op het oogenblik alléén daar geënt worden, waar dlat het meest wenschelijk wordt geacht. Er is geen sprake van, dat aan allerlei aanvragen direct kan worden voldaan. Zoo was men b.v. in den N.W.-hoek van Friesland met alle macht aan het enten, toen er plotseling zich enkele gevallen voordeden in Drenthe, Noord- Brabant en Zuid-Holland, waarop de entploegen direct daarheen werden ge dirigeerd. Hieruit volgt de conclusie, dat slechts heel moeilijk op de meest bedreigde plekken wat kon worden gedaan. Nadere bijzonderheden Van de hand van Dr. B. J. C. te Hen nepe. Directeur van dén Veeartsenij- kundigen Dienst, aan wien ook voort- dvend tal van vragen worden gericht over deze materie, ontvingen wij nog er.kele nadere gegevens. Zoo is er b.v. op dit oogenblik ongeveer 5000 1. ent stof in voorraad, ongeveer voldoende \oor 100.000 dieren. Dat lijkt prachtig en oppervlakkig bekeken, zou men zeg gen: „Schakel de praktiseerende dieren- (Vervolg van pag. 1) De zaaitijd is voor Lemblte's en Hamburgen kool zaad rond 21 Augustus. Lembke's zaad verdraagt iets later zaaien nog wel. Maar komt men in September, dan loopt de opbrengst al sterk gevaar. Men boude zich dus aan den genoemden da tum. In de practijk blijkt zandgrond iets laat zaaien beter te verdragen dan klei grond. Misschien ligt de oorzaak daar van in het feit, dat de zandgronden in d«n herfst langer warm blijven dan de kleigronden. Kan men niet anders dan zeer laat zaaien, dan zou men Lembke's raapzaad kunnen nemen. Het raapzaad geeft wel minder opbrengst dan het koolzaad, „De Landstand" Zee! and Red.» cIc-adres: Zeestraat 69, Den Haag, Telefoon 115754. ADVERTENTIES. Handelsadvertenties: ,1 provinciale edi:ie 25 c. peh m.m. elke editie meer 5 c. per m.m. extra. 1 provinciale editie 25 c. per Handelsadvcrtenties met agrarische» inhoud 1 provinciale editie 15 c. per m.m, elke "editie meer 3 c. 'per m.m. extra Kleine advertenties me» uitsluitend huishoudeliiken inhoud: 1 t.m. 20 woorden f 2- elke 5 woorden meer f 0.50 extra. Brieven onder nummer f 0.15 meer. Bij meer plaatsingen aanmerkelijke korting. ALLE BRIEFWISSELING betreffen de advertenties abonnementen en administratie te richten aan Uitgeverij „Volk en Bodem" Kortenaerkade 10. Den Haag. ai tsen. in om te laten enten, dan gaat het gauwer." Maar dan noemt Dr. Te Hennepe enkele bezwaren, lang niet alle. De entstof moet n.l. voortdurend! koel worden be waard (tusschen 3 en 7 gr. C.) en er zijn alleen voorhanden flesschen van 1 liter inhoud. Hoe kan men deze kleine hoeveelheden naar de praktiseerende dierenartsen verzenden? Voor de entploegen geschiedt dat in standaard koelkasten, d'ie per speciale auto snel vervoerd worden van het In- slituut in Amsterdam en dan in de koelruimten van abattoirs gezet worden. Van daar uit gaan ze weer met de ent ploegen mee en worden snel opgebruikt onder allerlei voorzorgen. De entploeg heeft niets anders te doen en werkt constant door. Stel nu eens, zoo ver volgt Dr. Te Hennepe, dien wij verder aan het woord laten, dat wij de ver vers. en bewaarmoeilijkheden voor kleine partijtjes zouden kunnen oplos sen, dan komen verdere bezwaren. De dierenartsen kunnen thans hun prak tijken reeds lang niet meer voldoende bewerken en heel wat koeien bijvoor beeld sterven aan kopziekte, omdat de dierenarts door gebrek aan vervoers- mogelijkheid niet ter plaatse kan ko men. Nu zou dus zoo'n dierenarts uit zijn praktijk moeten breken, al zijn pa tiënten moeten laten wachten om te gaan enten. Komt er, terwijl hij bezig is, een abnormale verlossing een geval van koliek, kopziekte, een noodslach- ting of iets dergelijks, dan kan hij daar niet naar toe gaan, want als de ent stof eenmaal uit het reservoir gehaald is, moet zij onmiddellijk verwerkt wor den. Klopt de hoeveelheid entstof, d'ie voor een bepaald aantal dieren noodig is, niet precies met de hoeveelheid entstof per liter, dan is dus, wat in de liter- flesch overblijft, verloren. Allemaal redenen, die met nog verschil lende andere, maken, dat wij op het oogenblik het systeem van „op af roep" leveren, absoluut niet kunnen toepassen. Nog afgezien van 't feit, dat men aan het S. V. O. Instituut te Am sterdam thans reeds vast zit met ge schikt personeel, verpakkingsmateriaal en ruimte. Onze staf werkt nu vanaf de eerste Zondag: 13 Augustus 8.00 uur Hilv. I. D. v. d. Bospoort over „Spel en werkelijkheid". Maandag 14 Augustus 13.00 uur Hilv. I. Lezing over „Kiemrijping en gevoeligheid voor schot bij granen". Dinsdag 15 Augustus 13.00 uur Hilv. I. Een Oostlandboer vertelt. Woensdag 16 Augustus 13.00 uur Hilv. 1. Naar de Amsterdamsche schooltuintjes. Donderdag 17 A»igustus 13.00 uur. Hilv. 1. De heer Herwig over het rotstuintje. Vr\jdag 18 Augustus 13.00 uur. Hilv. 1. Wekelijksch nieuws en wenken voor boer en tuinder. 18.45 uur. Hilv. 1. In de uitzending van de Directie van den Landbouw brengen we een bezoek aan het Rykspluimvee-In- -stituut te Beekbergen. Zaterdag 19 Augustus 13.25 uur Hilv. 1. De wekelyksehe wandeling. 13.55 uur. Hilv. 1. De Directie van den Landbouw geeft wenken voor Volkstuin ders. oriënteerende proeven, die eenige jaren geleden in Friesland genomen werden, op volle capaciteit. Steeds hebben wij uitgebreid, maar thans zitten we vast, zooals gezegd, gebrek aan ruimte, appa raten, instrumenten^ personeel, ver voersmiddelen, beroepskleeding. Maar d'e resultaten zijn tot nu toe prachtig en geheel in overeenstemming met die in het buitenland. Dr. Moehl- mann, een der naaste medewerkers van Professor Waldmann, die vorige week voor een studiereis ons land bezocht heeft, verklaarde zich zeer enthousiast over datgene, wat hier in Nederland verricht is en gedaan werd. WrJ staan dug in alle opzichten klaar, om als de omstandigheden weer gun stig zijn, in het groot aan te pakken en vanuit een volledig centraal Virusinsti tuut, zooals ik dat in mijn Mond. en Kiauwzeerbrochure beschreven heb, met een flinken staf personeel voor ons ge heele land radicaal een einde te maken aan de voortdurende mond- en klauw- zeerbedreigïng. De tot nu toe verkre gen resultaten geven ons een volkomen garantie voor de toekomst. J. maar staat men voor de keus, óf kool- zaad_ te laat zaaien met veel te lage op brengst als gevolg, óf raapzaad dan neme men Lembke's raapzaad, dat een zeer behoorlijke opbrengst kan geven. Ook zal men nog aandacht moeten schenken aan de hoeveelheid zaaizaad, z' die men moet gebruiken. Een al te dichte stand geeft minder sterke plan ten, doch kan toch een goede opbrengst geven. Een te dunne stand is echter ook niet bevordelijk voor een goede opbrengst, en gelijkmatige rijping. Heeft men het koolzaad te dicht ge zaaid, dan moet men van uitdunnen niet veel heil verwachten. Als regel verlaagt men daarmede de opbrengst zeer sterk. Men moet rekenen, dat men 125 150 korrels per vierkante meter moet uit zaaien. Aan de hand daarvan kan men uitrekenen, hoeveel kg. men per ha. noodig heeft. Dit zal varieeren van 4 kg. bij kleine korrels tot 8 kg. bij groote korrels. Het vroeg rooien van de pootgoedper- ceelen is achter den rug, vooral wat de A-gewassen betreft. De pootgoedteelt geeft in dezen tijd wel goede geldelijke resultaten, maar toch blijft het altijd een teelt, waaraan veel risico is verbonden. Men begint met duur pootgoed aan te schaffen, verder moet er veel tijd en zorg aan het ge was besteed worden en toch loopt men ook dan nog de kans, dat door een plotseling sterk optreden van virusziek ten het gewas in een lagere klasse wordt geplaatst of wordt afgekeurd. Het afkeuren van een pootgoedgewas kan een financieel nadeel voor den teler opleveren van wel 500 tot 1000 per hectare. Vooral voor die bedrijven, die veel pootaardappelen verhouwen, be loopt het risico van de teelt dus zeer belangrijke bedragen. Voor de vertrouwde vooraanstaande se- lectiebedrijven bestaat sedert een paar jaren de gelegenheid, dit risico in een onderlinge verzekering onder te bren gen. ZEEUWSCH VLAANDEREN, het kleine stukje Nederland op den Zuidelijken Scheldeoever, kan ondanks de betrekkelijk geringe opper vlakte, bogen op een rijke afwisseling, niet alleen wat het landschap, maar ook wat den aard der bevolking aangaat. De verschillende streken wor den getypeerd door een eigen bepaald karakter en juist die verscheidenheid verleent aan ons gewest die bijzondere aantrekkelijkheid. Het pol derland is er niet koud en nuchter zooals vaak elders, neen, er gaat een zekere romantiek van uit en de strijd met de zee drukte zijn stempel op het landschap, waar hooge dijken en wijde kreken- getuigen van de gigantische worsteling. Een der schoonste, zoo niet de mooiste streek van de gansche Zeeuwsche gouw vormt het Land van de Vogel, in het Noorden van het Hulstersch Ambacht. Daar ligt de gémeente Vogelwaarde die haar naam ontleent aan de Vogel, een fraaien plas. Dit lage vaak droon*#jyge land er omheen, met de hooge binnendijken en binnenschorren, be hoeft waarlijk in rustieke schoonheid niet onder te doen voor de Brabantsche vennen met om geving. De Vogel wordt al vermeld in de vroege Middel eeuwen, als de Vogelkreek en de grootste boezem in Hulstersch Ambacht. Ze droeg haar naam met eere want het was toentertijd een echt vogelparadijs. De Hulstei*- sche Saxhaven stond er mede in verbinding en de grootste uitlooper de Ingherwaerdinghe stroom de tot ver in het land. Ruim 4 km lang strekt zich tusschen Vogelfort. en Kuitaart het wijde zilveren water uit en tal rijke zijarmen zoeken hun weg door de vrucht bare landerijen met de neergevlijde dorpjes en gehuchtjes, alle slechts vlekjes. Go zult Vogelwaarde tevergeefs zoeken op een kaart, want een dorp van dezen naam bestaat er niet. De gemeente is op 1 Juli 1936 ontstaan uit de vereeniging der vier oude zelfstandige dorpen, Boschkapelle, Rapenburg, Hengstdijk en Ossenisse met hun tarlijke wijkjes met soms ty pische namen. Vogelwaarde is de jongste gemeente van Zeeland en omvat niet minder dan 17 polders van totaal 6500 ha met een inwonerstal van rond de 4100 zielen. Wat het grondgebied betreft is de ge meente de grootste van onze Gouw. De Nijspolder, onder Ossenisse staat in ouderdom bovenaan en dagteekent van omstreeks 1612, terwijl de jongste de Hellegatspolder pas in 1925 werd gewonnen. Hij heelt den naam van het vroegere Hellegat, een zeearm, die dit gebied van het Axeler Ambacht scheidde en via het Groot Eiland met een smalleren tak tot aan Hulst liep. De indijking van den nu voor het meerendeel tot Vogelwaarde behoorenden Catharinapolder om streeks 1850, sloot het Hellegat aan de Zuidzijde af. Een tiental jaren later volgde de Willem III colder en rond 1880 de van Lijndenpolder, totdat in onze eeuw met de bedijking van den Hellegat polder, de geheele stroom veranderd was in puik polderland. yeel heeft het gebied omheen de Vogel te danken aan de oude monniken die hier baanbrekend pio nierswerk verricht hebben en er de Zuid-Neder- landsche Cultuur brachten, hier lag de bakermat der beschaving in deze contreien. In de vroegste Middeleeuwen bestond Hulstersch Ambacht uit een Archipel van eilanden en moe rassige gronden. De monniken namen de reuzen taak op zich om dit alles te herscheppen in cultuurgond en in taaien onvermoeiden strijd ont namen ze uitgestrekte landerijen aan den ouden erfvijand. Ten Noodden van de Vogel bestonden in de 12de eeuw al drie kerkelijke parochies en wel Heijns- dijck, Ossenesse en Hontenesse, alle ouder dan de parochie Hulst, die in 1180 nog slechts een kapel bezat, terwijl te oud Heijnsdijck reeds in 1161 een kerk was gebouwd door de Norbertijner Abdij van Dongen. De- Zuidwaarts gelegen Ser Pauwelspolder, eerst onder de Parochie Hulst ressorteerend, kreeg in 1263 een eigen Godshuis, waarover eveneens vermelde Abdij het toezicht hield. De kerken van Ossenesse en Hontenesse werden beheerd door St. Salvatorskapittel te Utrecht. In de 12de eeuw werkten hier in het gebied ook de Abdijen van S. Baafs en St. Pieter te Gent, maar de volgende eeuw traden anderen op die elk een eigen arbeidsterrein hadden. De Abdij van Duinen was Noordelyk van de Vogel werkzaam, verbond de drie genoemde door wateren geschei den dorpen en stichtte o.m. het uithof ter Zande. Zuidelijker ontgon de Abdij van Boudeloo de woeste gronden in de buurt, van het huidige Lams- waarde. De Abdij van ter Doest deed dit in de Oostelijke streek, waar oud Graauw verrees, terwijl ten slotte de Abdij van Combron ten W. en N.W. van Hulst alsmede rond Ossenisse gronden inpolderde. Als eersten bedijkte deze Abdij den Hofpolder en bouwde hierin een uithof, het begin van oud Stoppeldie. Watervloeden teisterden meermalen dit mooie vredeswerk, zoo braken in 1508 de dijken bij Oud-Hontenisse door, zoodat het geheele dorp vloeide, om bij de rampen van 1530 en 1531 voor goed te verzinken. Oud Stoppeldic, gelegen in den tegenwoordigen Havikpolder, deelde dit lot om streeks 1584. Hengstdijk werd in 1682 gedeeltelijk en het nieuwe Hontenisse geheel overstroomd, de ruïnes verdwenen voor immer bij den vloed in 1808. Diep waren de geslagen wonden en slechts langzaam genazen zij, maar het pionierswerk der stoere Zuid-Nederlandsche mannen bleef grooten- deels intact en nog steeds herinneren poldernamen aan hen. Een schoone streek, het Land van de Vögel, het land van de slanke kerktorens, nergens anders in ons gewest ranken zij zoo fier en dicht opeen als net hier. Aan de uiterste Westgrens, temidden van lage weilanden, houdt Boschkapelle de wacht, kleine woninkjes vredig omheen het mooie kerkje ge schaard. De naam zou herinneren aan een vroe ger door boschjes omgeven kapelletje in de buurt. Een landweg loopt Oostwaarts naar Stoppeldijk of Rapenburg zooals het gewoonlijk genoemd wordt en ontstaan na de verdwijning van Oud Stoppeldic. Het omvat alleen een enkele dorps straat, benevens Pauluspolder, waar eertijds de kerk stond. In 1860 werd dit aan de Westzyde overhangend gebouw gesloopt en bouwde men te - Rapenburg, toen nog zeer klein, een andere. De bewoners van Pauluspolder waren hierover niet al te best te spreken en voorspelden onheil. Zon der ongelukken kwam de kerk echter klaar, al leen had er tijdens de overbrenging van den ouden inventaris een „merkwaardig" voorval plaats. Een inwoner van Pauluspolder had op een krui wagen de beelden van Petrus en Paulus naar Rapenburg gebracht en den anderen morgen stop-

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 2