Wat is de beste manier van ophokken der granen Vonkjes RONDOM DE VOGEL Er is veel verschil in. de manier, waar op de hokken worden gezet. Heel vaak zijn er streeksgewijs afwijkingen, die misschien van oudsher zoo gegroeid zijn. Het is meestentijds niet gewenscht, zonder meer met oude traditie te bre ken, omdat daaraan vaak een schat van ervaring van het voorgeslacht in ligt bewaard. Toch dienen we ook weer niet altijd aan het oude vast te houden, want andere tijden geven andere ze den en andere rassen en omstandigheden in het bedrijf kunnen het noodig maken, van koers te veranderen. Qm een overzicht te krijgen over de methoden, waarop te werk gegaan wordt, hebben wij verleden jaar een enquête gehouden. Resultaten van een onderzoek. Vanzelfsprekend waren we er op voor bereid, dat wij door dit onderzoek tal van methoden zouden leeren kennen. Toen wij evenwel de antwoorden op onze vragen over het ophokken der granen binnen kregen, sloeg ons de schrik om het hart. Vooral in de zand streken zijn er heel veel verschillen, die zeker niet alle gemotiveerd zijn. Wat de rogge betreft, is er niet zoo veel verschil. Overal zet men deze in hokken van 6, 8 of 10 a 12 schooVen. Wel wordt soms in de eene streek met één band gebonden terwijl men elders weer met twee ban den bindt. Beide wijzen van schooven binden kunnen goed zijn. Aan welke men de voorkeur zal geven, kan men laten afhangen van de lengte en de stijf heid van het stroo. Rogge zet men wel in hokken van 4 6 schooven met een band bovenaan om het hok heen. Dat voorkomt eventueel omwaaien wel, doch drukt de aren wat dicht bij elkaar, zoodat zij niet ge makkelijk opdrogen. Wanneer men de roggeschooven met één band behoorlijk bindt, kan van dergelijke schooven zeker een flink hok van 6 a 7 schooven gezet worden, dat geen last van omwaaien heeft, en te vens voldoende open is, om den wind goed door het hok te laten spelen. Bij de tarwe is* het zetten van hokken met een kap er op 'aan te bevelen. Op den grond plaatst men een hok van 6 a 8 schooven (3 aan 3, of 4 aan 4). Daar bovenop plaatst men met de aren naar beneden 4 schooven. Deze bedekken de koppen der onderstaande schooven. Vooropgezet, dat men de tarwe in zul ke hokken zet, wanneer zij niet te nat is, zal schimmel eri schot niet optreden, en vooral niet bij de onderste schooven. Bij slecht weer is de tarwe in deze hokken goed bewaard. Het is een beetje meer werk, doch die meerdere kosten moet men beschouwen als een verze keringspremie tegen slecht weer. Deze manier van ophokken wint lang zaam maar zeker veld en niet ten on rechte. Ons Nederlandsch klimaat is niet zoo, dat we steeds op mooi oogst- weer kunnen rekenen. Daarom dienen we dan ook alles te doen om het gewas zoo goed mogelijk tegen regen te vrij waren. Gerst en haver leenen zich niet zoo goed om op de ma nier als voor tarwe beschreven in de hokken gezet te worden. Het stroo is vaak wat slapper en zoodoende zakken de hokken dan teveel in elkaar. Daar zal men het dus aan het gewone hok moeten houden. »- Ruiteren en schelven. Beschikt men over ruiters, dan kunnen tarwe, haver of gerst ook op de ruiters worden geplaatst. Dat is ook een beste manier van hokken. Algemeen zal deze echter niet toegepast kunnen worden, omdat lang niet iedereen over voldoen de ruiters beschikt. Moet men het graan langer op het veld laten staan, b.v. in afwachting van de dorschmachine, dan verdient het aan beveling kleine schelfjes te zetten, b.v. van 60 schooven, waarvan 36 om den grondslag te vormen en 24 er boven op. Het' graan moet dan echter al flink droog zijn, zoodat geen schimmelvor ming in de schelf kan optreden. den zij weer op de bouwvallen der oude kerk. Te voet waren ze 's nachts naar hun vroegere standplaats teruggekeerd en daarmee was voor de bewoners het bewijs geleverd, dat de kerk hier behoorde. Enkele jaren later, op 25 Dec. 1869 brandde de kerk van Rapenburg af en de bewoners van Pauluspolder zagen hierin een ge rechte straf, maar toch bleef de kerk te Rapen burg gehandhaafd en werd bij den herbouw in 1870 zelfs nog 7 meter verlengd. .Volgens den volksmond zou Rapenburg op een eigenaardige manier aan zijn naam zijn gekomen. Op zekeren dag bezocht een heer het nietige plaatsje en voorspelde dat er later een kerk ge- bouwd en het een opgeraapt dorp zou worden. Het bekoorlijkste van het gebied vormt de on middellijke omgeving van de Vogel zelf, in al zijn glanzende wijdheid en met hooge bochtige en met breed geboomte begroeide binnendijken omstrengeld. Op meerdere punten, vooral in 't Zuiden met den rijzenden en dalenden dijk, buigen ze heel ver af, waar dan lommerrijke weilanden, binnenschorren en vruchtbare akkers flauw naar de ruige riet en zeggevelden glooien, elders weer spiegelen zich de dijken in het heldere water. Talrijke groepjes knotwilgen verleenen een be paald cachet aan het waterland, maar steeds is de Vogel het beheerschende element. Stemmings volle hoekjes en riante boom- en waterpartijen wisselen elkaar af. Hier en daar hurkt langs den dijkvoet en langs de stille schaduwrijke veld wegen, een rustiek boerderijtje half verscholen in 't struweel. Ginds ver in het Oosten slaat de molen van Kuit- aart zijn breede lzruiskens tegen de groenblauwe lucht en piekt de vage silhouet van den toren*' van Lams waarde. De benedênzijde van de Vogel opent een uniek gezicht op het aan den overkant gelegen Hengst dijk, het oude dorp uit de Middeleeuwen. Van Rapenburg is het maar enkele kilometers en weliswaar beslaat Hengstdijk maar uit een paar straten een driesprong vormend, maar toch is het dorpsbeeld schilderachtiger. Rond den naam heeft de bevolking een romantisch verhaal gesponnen, het is hier nu eenmaal het land van de romantische vertellingen. Feitelijk zou de naam ,,dijk van Hendrik" beteekenen, maar later begreep het volk de ware beteekenis niet meer. De volksmond weet dan te vertellen, dat in den Romeinschen tijd, de Romeinsche veldheer Hen- quis hier tijdens een tocht zijn paard liet beslaan, vvaardoor de naam Henquis ontstond, nadien ge wijzigd in Hengstdijk. Op het torentje van de pastorie prijkt nu nog altijd een hengst afkom stig van de vroegere, afgebroken kerk. Op den dijkdriesprong net buiten Hengstdijk ver heft op een verhevenheid een eeuwenoude reuze- eschdoornboom zijn machtigen kruin en domi neert de hier in de laagte neergedoken boerderij van den boerenleider en burgemeester der ge meente. Ben dergelijken boom treft men nergens in ons gewest aan en hopenlijk blijft hij nog lang gespaard. Op het erf der hoeve groeit een „jong" exem plaar uit een zaadje van den ouden gekweekt en ook al ruim een eeuw oud. Eertijds wooqden op deze boerderij gedurende een periode van 100 jaar de burgemeesters der ge meente en thans is dit na een onderbreking weer 'het geval. Het woonhuis, alhoewel verbouwd da teert uit de 17de eeuw, in den eenen zijgevel ziet Longwormziekte komt in Augustus en Sep tember veel voor bij jonge runderen. De dieren hoesten en brengen een massa slijm op, waarin wormpjes voorkomen. EEMAN ZIJN BETEEKENT EEN BEROEP HEBBEN Lage vochtige weiden werken het uitbreken van de besmettelijke ziekte longwormziekte in de hand en het is daarom van het groot ste belang, dat de afwatering wordt ver beterd. Vee. dat lijdt aan iongwormziekte zet men op stalmen geeft het droogvoeder. Het besmette terrein wordt sterk begierd. Een versche fosfaatbemesting heeft een grootere uitwerking dan een evengroote hoeveelheid fosfaat, die zich reeds als voor raad in den grond bevindt. De invloed van magnesiumtekort doet zich in sterkere mate gelden bij Voran dan bij Gloria aardappelen. Zomergerst en Binderhaver vertoonen op zwaren kleigrond een sterke daling in op brengst, als de pH. lager ligt dan onge veer 7. Likstcenen zijn vooral nuttig in weiden op lage veengronden. Op regenachtige dagen kan men de mest- plakkeh flink uiteenslaan. Het is het be houd voor de zode. I'itnoodigingen tot het volgen van schrif- tejijke cursussen zullen straks in allerlei gedaanten U bereiken. Hier is meer kaf dan koren. Volg liever mondelinge lessen. Een ha koolzaad levert bij een opbrengst van 2000 kg ruim 800 kg koolzaadolie op. De aangroei van vêulenhoeven is in de weide meestal grooter dan de slijtage. Nauwkeurige verzorging van jongsaf moet worden aanbevolen. Bieten, die een naar verhouding te groote hoeveelheid kalk opnemen, worden in hun groei geremd. Natrium is noodzakelijk voor bieten om een maximale opbrengst te krijgen. Daarom voldoet chilisalpeter of natriumnitraat doorgaans ook beter dan kalksalpeter of kalkammonsalpeter. men nog de oude kloosternoppen, de schuur is van heel wat jongeren datum. Tamelijk ver verwijderd ligt in het uiterste Noor den, aan de kust, het zeer oude Ossenisse, iets giooter van omvang dan de overige, met een kleine dorpskern en een paar straatjes. Er wordt wel eens beweerd dat de kerktoren in plaats van een haan een os als windwijzer had, dat is echter nimmer het geval geweest. Vlak onder den zeedijk, waarachter een verdron ken polder, staat een oude boerderij „Het Hof ter Nesse" met een merkwaardig huis en een nieuwe schuur. Overal in het laohende landschap zijn tusschen de dorpslcens, groepjes huisjes gestrooid, hier in de luwte van een dijk, ginder aan een water gang en elders bezijden een intiem wegje. Boer derijen, vele nog van het <fude type zijn her en der in de landouwen verspreid, jammer dat de molens, een der beheerschende elementen alle ten offer vielen aan den modernen jachtenden tijd. De schoonheid van het Land van de Vogel paart zich met groote vruchtbaarheid van den bodem, samengesteld uit zwaren besten grond. Alleen onder Hengstdijk in de zgn. Putting en in het centrum van Boschkapelle, het zgn. Gat is de grond van mindere kwaliteit en meer derrieachtig en derhalve uitsluitend voor weiland geschikt. Onderdrogen doen de gronden hier nooit, wel had men vroeger dikwijls last van opperwater maar door de verbeterde afwatering komt dit niet meer .voor. De Vereenigde polders van Ossenisse n.l. de Ser- rarenspolder, de Hooglandpolder, de Burghpolder en de Nijspolder lossen hun water in den Nijs- polder ten N. van het Zeedorp bij het polderhuis op de Schelde. De andere polders, ten Oosten, Zuiden en Westen van de Vogel en vereenigd in het Waterschap Stoppeldijk c-a. beschikken over een stoomge maal aan de Schelde ten Z. van het zeedorp, waar het kanaal van Ossenisse uitkomt. Ondanks de vruchtbaarheid heeft de joviale bevolking in den „goeden ouden tijd" veel ontbering geleden en trokken velen naar elders, om daar een bestaan te vinden. Deze lieflijke streek met de Vogel als middelpunt vormt te zamen met de kerkdorpen en wijken van' de gemeente Hontenisse, door geschiedenis, ge loof, geest, levenswijze en middelen van bestaan een onverbrekelijke eenheid. Hier heerscht nog de romantische sfeer van ver vlogen tijden en leven onder de eenvoudige men- schen de fantastische verhalen. Ook de toenter tijd rondwarende geheimzinnige wezens zooals „Ossard" en „Bornes". Een schoon bÖeiend land, dat lage wijde land rondom de Vogel, het land van de kerktorens, met de er omheen gedromde dorpkens. Dat het onder de nieuwe leiding een goede toe komst tegemoet ga. COCQUYT. BOEKBESPREKING De teelt van oliezaden, door P. G. Meyers en J. Meinardi. Uitg. C. Misset N.V., Doetinchem, 34 blz. Prijs 0.80. Van verschillende kanten zijn telkens raadgevingen en wenken gepubliceerd over den verbouw van koolzaad. Toch vinden wij het een goed idee van de auteurs om al deze en andere gegevens samen te vatten en op een bevattelijke wijze uit te werken voor hen, die met de teelt van oliezaden te maken hebben. Behalve koolzaad en raapzaad wordt op de teelt van blauwmaanzaad wat die per ingegaan. Achtereenvolgens wordt gehandeld over de rassen, den bodem, de voorvruchten, de bewerking van den grond, zaaizaad en zaaitijd, zaaien en poten, bemesting, verpleging, bloei, oog sten en bewaren, dorschen, de opbrengst, ziekten en beschadigingen, economische en bed rijf technische opmerkingen, doel en gebruik. Wij wenschen dit boekje een gunstig onthaal. J. Prijzen zaaikoolzaad In het bericht dat wij vorige week plaats ten zijn eenige zetfoutjes geslopen, die reden kunnen geven tot -misverstand. Wij laten de rectificaties dan ook hieronder volgen In liet eerste staatje staat: Telersprijs ge schoond en geplombeerd: le nabouw per 100 kg: 46.85, dit moet zijn: 46.75. Verbruikersprijs 2550 kg 2e plus oudere nabouw: 53.73, dit moet zijn: 53.75. Door het wegvallen van een regel is de alinea Vracht onduidelijk geworden. Wij laten deze hier daarom in haar geheel nog eens volgen Inkomende vracht voor zoover deze 0.10 per 100 kg te boven gaat en uitgaande vracht konten voor rekening van den koo- per. De vrachtkosten moeten gespecificeerd op de factuur worden vermeld. Voor de inkomende vracht mag een gemiddelde ver minderd met 0.10 per 100 kg worden ge nomen. Dit kan worden berelrend uit den totaal omzet en het totaal der inkomende vrachten van het afgeloopen jaar. Tenslotte komt in de alinea: Handel van boer tot boer nog een staatje, voor waarin de verbruikersprijzen worden genoemd. Hierin staat: 2550 kg niet te velde ge keurd 50.55, dit moet zijn 50.05. De redaotie. ZWEI6STELLE NIEDERLAH0E TE UTRECHT EH 811 AltE HAFEN. EN ORISKOMMANOANTUREN EN W-ANNAHMESTEtlEN Het houden van varkens Op 15 Juli j.l^zijn maatregelen aangekon digd om uitbwêiGing van den varkenssta pel tegen te gaan. De lokkers met uit zondering van hen, die op 1 Januari 1944 lid waren van een erkend vat kensstamboek mogen na 1 September 1944 niet meer naast - hun fokzeug een jong zeugje op fokver- gunning aanhouden. Een van de twee die ren moet vóór dien datum zijn geleverd aan het vee- en vleeschaankoopbureau, dan wel op een mestcontract of huisslachtings- vergunning zijn ondergebracht, Mestcon- trachten kunnen nog slechts tot 1 Septem ber 1944 worden afgesloten. Na dien da tum wordt de afgifte van contracten stop gezet. Aangenomen mag worden, dat het een ieder mogelijk is zien vóór dien datum van een contractvarken te voorzien. Per 1 September a.s. mogen geen dieren, welke zwaarder ziji\ dan 12.5 kg voor zoover zij niet worden gehouden op een geldige ver gunning of contract, worden aangehouden. Gelegenheid zal worden gegeven overtol lige dieren tegen nader te bepalen voor waarden aan het vee- en vleeschaankoop bureau te leveren. Van genoemden datum af zal het dus niet meer zijn toegestaan, biggen boven 12.5 kg aan te houden zon der geldige vergunning of contract. On middellijk na 1 September a.s. zal alle bedrijven worden gecontroleerd, of de aan wezige varkens en biggen boven 12.5 kg inderdaad op een geldige vergunning of contract worden aangehouden. Kogellagers voor landbouw werktuigen Met ingang van 1 Augustus 1944 is de rege ling betreffende het aanvragen van kogel lagers, vervat in de circulaire no. 1333 van het Bureau voor Metaalverwerkende In dustrie, aldus aangevuld, dat En-2-formu- lieren voor kogel en rollagers voor land bouwwerktuigen alleen in behandeling zul len worden genomen indien deze formulie ren vergezeld gaan van een En-44-formu- lier. hetwelk door een provincialen voed- selcommissaris (indien het betreft kogel en rollagers voor dorschmachines, stroo- persen en stroobinders) of door een rijks- landbouw. of rijkstuinbouwconsulent (in dien het betreft kogel- en rollogers voor andere landbouwwerktuigen dan de hier boven genoemde) is goedgekeurd. Deze regeling geldt uitsluitend voor landbouw werktuigen, voorkomende in het werktui genschema. vermeld in de Handleiding Distributieregeling Landbouwwerktuigen En 36. Bestrijding draaihartigheid bij kool (vervolg op bericht van 19 Juni) Uit de waarnemingen omtrent het optre den van de koolgalmug is gebleken, dat de eerste vlucht van dit insect als geëindigd kan worden beschouwd. Ten gevolge van het koude weer hebben de muggen over een lange periode gevlogen en zijn aan het einde dezer vlucht ook reeds muggen van de tweede vlucht verschenen. In verband hiermede acht de Plantenziek- tenkundige Dienst het gewenscht, de be spuitingen met de bekende middelen, n.l. 5 o pyridinezeep of 0.1 nicotine 1% zeep, op bloemkool voort te zetten. Voor sluitkool zullen vermoedelijk geen verdere waarschuwingen gegeven worden. In verschillende streken treedt in het bij zonder bij bloemkool veel draaihartigheid op, zoodat ten zeerste wordt aangeraden, de bespuitingen nauwkeurig uit te voeren. De Rijkstuinbouwconsulent voor Zeeland en West-N. Brabant. Toewijzingen spijsolie enz. voor boeren Van Augustus £?44 af ontvangen telers van oliehoudende gewassen een telerspre-* mie. Zij ontvangen van de plaatselijk© bureauhouders bij de inlevering van boven bedoelde oogstproducten een berichten- kaartje, waarop o.a. vermeld staat de pre mie, dien hun wordt toegewezen, uitge drukt in rantsoenen. Hiermede dienen zij zich te wenden tot den plaatselijken distri- butiedienst. Deze reikt dan toewijzingen uit voor spijsolie, spijsvet of margarine, naar keuze van den teler in een aantal rantsoenen, overeenkomende met het ver melde op hun kaartje. Deze toewijzingen dragen geen codenummer en onderscheiden zich van de gewone toewijzingen, doordat beneden op de coupures onder de woorden „geldig tot" een aantal premiezegeltjes is geplakt. Op elk zegeltje staat de datum vermeld, tot welken de toewijzing geldig is. Met deze toewijzingen kunnen de telers zich tot de detaillisten wenden ten einde de verlangde goederen te betrekken. De detaillisten dienen de toewijzingen bij de plaatselijke distributiediensten tegen een aanvullingstoewijzing met eigen codenum mer in te wisselen met gebruikmaling van enveloppen MD 147—01. Zij kunnen zich dus slechts op de aanvullingstoewijzingen met eigen codenummer herbevoorraden.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 3