HOE GROTER DE
HOE GROTER HET BEEST
'Ik heb wel eens de indruk dat ernst en drama meer met
kunst worden geassocieerd dan vrolijkheid en humor',
meent Jack Vreeke. Zijn schilderijen en aquarellen zijn
licht van toon, luchtig zelfs. Vreeke is dan ook geen
somber mens, hij leidt niet aan depressies en als hij het
al eens donker in ziet, duurt dat nooit langer dan een dag.
In de Gevangentoren aan de Vlissingse Boulevard zijn
aquarellen van hem te zien. Feestvierders, muzikanten
in passende veelkleurige kledij, merkwaardige bouw
werken van hoeden op hun hoofd. Carnaval, zoals het
niet is, maar zoals je je het zou wensen.
Vreeke is in Vlissingen langzamerhand geen onbekende
meer. Hij maakte voor de Straatfestivals van 1984 en
1985 levensgrote beelden, een potvis en een paard. Hee,
waar is dat paard van de Ruyter?
20 mm
jack vreeke
Ad de Jong
trends
jack vreeke
Licht
mm januari 21
Jack Vreeke blJ de
bouw van het paard
Jarenlang maakte Jack Vreeke foto-realistisch werk.
De taferelen zijn vrijwel niet van echt te onder
scheiden, zo miniem zijn de vervormingen van de
werkelijkheid. Foto's lagen meestal aan de basis van
deze acrylschilderingen. Rondom het 'plaatje', zo zal
ik 't maar noemen, bracht Vreeke versieringen aan.
Ze laten zich lezen als lijsten met verschillende
motieven en kleuren. Maar dan zijn het soms wel vier
of vijf rechthoekige lijsten rond een plaatje. Dat kan
helemaal niet in de kunst,geeft ook Vreeke toe. Maar
hij vond dat leuk. Wel zie je in de loop van de tijd de
versiering verminderen en de voorstelling een steeds
belangrijker plaats krijgen.
Vreeke kan zich permitteren te maken wat hij wil. Hij
heeft een inkomen als tekenleraar in Eindhoven. Het
schilderen doet hij ernaast. 'Er hoeft geen inkomen
uit te komen. Ik heb ook niets te maken met trends^
want er zijn geen commissies die mij beoordelen,
zoals bij de BKR. Al een paar jaar is het neo-
expressionisme in zwang, de wilden. Er zijn zó veel
mensen die in die trant werken. Ik hoef gelukkig niet
mee te dringen. Je hebt er ook een instelling voor
nodig dat je je emoties direct kan neerzetten. Die
instelling heb ik niet. Ik laat alles eerst even betijen.
Ik ben nuchterder. Dat zie je ook in mijn manier van
schilderen, dat ik datzo realistisch doe. Met cartoons
is dat ook zo: als je geen afstand neemt, kun je er niet
om lachen.'
'Alleen de formaten van de wilde schilders bezorgen
mij al grijze haren. Ik ben al twee, drie maanden bezig
om zo'n klein schilderijtje te maken (houdt de
handen niet meer dan veertig centimeter uit elkaar),
laat staan als het zo'n grote moet worden.'
De bolle buik en de wat dikke kop verraden een
januari
Het paard van
De Ruyter
Foto Lex de Meester
voorkeur voor bier. Veel bier. Vreeke is afkomstig uit
Gouda, maar het zuiden trok hem aan als woonoord.
Het carnaval, feesten, vrolijkheid. 'Daar hou ik wel
van.'
'Na de HBS-b wilde ik eigenlijk cameraman worden.
Dat was een nieuw beroep. Je had toen de NTS nog,
de wereld kwam nog in zwart-wit binnen. Maar er
was nog geen opleiding voor. Die liet nog een jaar op
zich wachten. Die tijd bracht ik door als leerling
verkoper bij een juwelier in Rotterdam. Er kwamen
busladingen huisvrouwen, buitenlanders ook, en die
moesten allemaal stenen zien. Gemalen bergkristal,
goed voor de borstvoeding, dat soort dingen. Ik heb
er veel plezier gehad. En tussen die mooie stenen
kreeg ik interesse voor tekenen.'
Cartoons genoten zijn voorkeur. In militaire dienst
bekwaamde Vreeke zich verder. Daar leerde hij ook
Brabant kennen, deed er vrienden op en besloot er te
blijven. Eerst in Tilburg, waar hij de academie deed.
'Ik vond de academie heel interessant,maar er had
meer ruimte moeten zijn om je eigen gang te gaan,
los van opdrachten en beoordeling. Er stond altijd
een stilleven klaar, vier opdrachten erbij en ga je
gang maar. Het was van 64 tot 69. Zware examens:
voor alle vakken moest in één week een zware
opdracht uitgevoerd worden. Daarin is veel veran
derd. Je zag toen ook dat het tekenen op de
academie niets te maken had met wat er in de
buitenwereld gebeurde. Pop-art was het toen. En op
art. Op de academie kon een eigen stijl nauwelijks
ontdekt worden, dat kreeg geen kans.'
Na zo'n keurslijf neem je de vrijheid. Vreeke
orienteerde zich op alle mogelijke beeldende
middelen: foto,film,holografie zelfs.
Dan raak je heen en weer geslingerd tussen die
veelheid aan middelen en materialen. In je opleiding
heb je schilderen geleerd, klaar. Voor holografie
moet je een trillingsvrije tafel hebben, een laser
apparaat van duizenden guldens en dan duurt het
nóg een hele tijd voor je er interessante dingen mee
kan maken. Je moet de techniek eerst goed
beheersen, heel goed beheersen. Het is ook allemaal
heel indirect. En ik kwam tot de conclusie dat ik de
directe manier prettiger vond. Je kan bij schilderen
toevoegen of weglaten wat je wil tot je hebt wat je
hebben wil. Niks is mooier dapxlat je te zien krijgt wat
je hebben wil. Dus heb ik me rigoreus op het
schilderen gericht.'
De tijd van het foto-realisme lijkt voorbij. Vreeke wil
meer loskomen van het werkelijkheidsgetrouwe
afbeelden. 'Als je het allemaal door en door kent, is
het interessante er vanaf', vindt hij. Het aquarelleren
voldoet ook niet, maar is spannend vanwege het licht
en het materiaal.
'Het licht van één laag wil ik vasthouden. Omdat
aquarel zo doorschijnend is, heb je licht na de eerste
laag door het papier. Dan ging ik er bij acryl nog
eens met vier vijf lagen overheen. Dan kon je 't
maken, zoals je 't hebben wilde. Bij aquarel is watje
neerzet, dat is 't. Je kunt er niet meer op terugkomen,
je kunt 't niet meer wegwerken. Ook het licht
verdwijnt als je er te vaak overheen gaat. Je verliest
de transparantie. Je moet ook veel weggooien;bij mij
ongeveer de helft van wat ik maak. Ik vind het leuk
werk,juist omdat het zo'n flitsende bezigheid is, zo
spannend om te doen. Ik heb er soms de zenuwen
van als ik wacht op het resultaat. Een aquarel is op z'n
mooist als ie nat is.'
'Voor het uitbeelden van feestvierders, muzikanten,
daar is 't een goeie techniek voor. Vrolijk, luchtig. Ik