DE KORTE GOLF
EN DE LANGE DEINING
orlow seunke
Pervola, ongewone reisfilm
van allure
vlissingse modedagen '86
Het woord mode is bijna een synoniem geworden voor
het woord kleding. Meestal denkt men dan aan snel
wisselende kleuren, vormen, stoffen. Dat zijn de korte
golfjes op een lange deining, want ook in 'mode' zijn
lange-termijn-ontwikkelingen te constateren.
Elly Lamaker, ze was hoofddocente aan de mode
afdeling van de kunstacademie in Arnhem, praat tegen
Joke Robaart over de golfbeweging en betekenis van
mode in kleding.
De Vlissingse Modedagen vormen de aanleiding tot dit
uitstapje.
vakmanschap
tweelingzusjes
Volgens schatting trokken de Vlissingse Modedagen vorig jaar rond de
10.000 mensen. De verwachting is dat de grootste show van zomerkleding
(en accessoires) in Zeeland dit jaar nog heel wat meer bezoekers zal
trekken. Vier vrouwen organiseren het en een twintig zaken die actief zijn
op het gebied van de uiterlijke verzorging doen er broederlijk aan mee.
Op het Beursplein wordt een lang podium opgesteld, waarop vijftien
mannequins en vijftien dressmen van het Modellenbureau Visage uit
Zutphen de zomermode laten zien.
Waarschijnlijk zal het de bezoekers verbazen, maar alle kleding die er op
beide dagen, dinsdag en woensdag 13 en 14 mei, te zien is kunnen ze bij de
deelnemende zaken kopen. 'Een belangrijk facet van de modedagen', zegt
José de Vries, 'is dat de mensen kunnen zien dat er hier ook mooie mode te
koop is.
Alle belangrijke merken zijn in Vlissingen verkrijgbaar.' José vormt met
Ineke Stuart, Emmy Acda, Rita van de Linden en Jan Goedvolk het bestuur
van de Stichting Vlissingse Mode Evenementen, organisator van de
modedagen.
Er zal zeer uiteenlopende kleding te zien zijn: klassiek, sportief, punkie,
mode voor oud en voor jong.
De shows zijn vanaf half drie 's middags te zien, met een onderbreking
voor het avondmaal. Tussen de bedrijven door is op beide dagen muziek en
zang te horen. Na de laatste show op de laatste dag bezet het jazzorkest
The River Side Combo het podium en luidt de modedagen uit.
Met een kleine honderd sponsors en de deelnemende zaken zijn de kosten
bijna gedekt. De opbrengst van een loterij moet het laatste gaatje dichten.
De foto's bij het artikel tonen mode van zaken in Vlissingen.
m mei 27
ik kan niet altijd de boel omgooien, want soms gaat
dat ten koste van de structuur van de film.'
'Drie maanden voor het begin van de opnamen neem
ik dag in dag uit alle scènes met de hoofdrolspelers
door: alle handelingen, zin voor zin. Denkt iemand:
dit is me te moeilijk, of dit bekt niet, dan herschrijf ik
de scène. Maar wanneer dat allemaal achter de rug
is, vind ik dat er een moment is gekomen, dat er
domweg geacteerd moet worden. En juist daar
ontbreekt het in Nederland vaak aanIk praat over
vakmanschap. En ik vind dat acteren een vak is, net
als regisseren. En zoals het mijn taak is om een scène
helder en begrijpelijk te visualiseren, is het de taak
van de acteur om een personage oer het voetlicht te
brengen. Op de set, dus na alle voorbereidingen, heb
ik dan wel eens de neiging om te zeggen: doe maar.
Wat dan vaak gebeurt is dat zo'n acteur mij verwijt
dat ik m'n huiswerk niet gemaakt heb; dat ik onvoor
bereid op de set kom. Dat is dus de omgekeerde
wereld. Hij of zij moeten voorbereid op de set
komen!'
'Als ik merk dat dat niet gebeurt, dan word ik keihard.
Dan zeg ik: je doet dit, je doet dat, je loopt zus of zo,
gaat daar zitten en roert drie keer je lepeltje door je
koffieWant, en daar is maar één reden voor: ik heb
maar tien weken tijd om te draaien. Ik heb 1,7 miljoen
te besteden. Reken maar even uit hoeveel dat per dag
kost. Als ik één dag uitloop, moet ik iedereen meer
gaan betalen. En dat geld is er dus niet. Als regisseur
ben ik er verantwoordelijk voor dat de film binnen het
afgesproken budget blijft. En wanneer een acteur of
wie dan ook daar geen begrip voor kan opbrengen,
komt er ruzie.'
Door de pers is Pervola jubelend ontvangen. On
langs nog op het festival van Rotterdam riepen de
daar aanwezige buitenlandse critici Pervola uit tot de
beste film van 1985. De belangstelling van het
publiek, ongeveer vijfenzeventigduizend bezoekers
tot dusverre, is in dat licht bezien teleurstellend.
Seunke: 'Ik denk toch dat een groot probleem daarbij
is dat mijn films niet goed in een of twee zinnen zijn
na te vertellen. Tenminste, niet zodanig dat er iets
prikkelend vanuit gaat. Ga maar na: De Smaak gaat
over een sociaal werker die voor een verwaarloosd
kind opkomt; Pervola gaat over twee broers die hun
vader gaan begraven, daar willen de mensen toch
niet zo snel een tientje voor neerleggen. Terwijl die
films in werkelijkheid veel luchtigerzijn dan watje uit
die ene zin haalt. Ik denk dat dat mijn probleem is.'
Maar Seunke heeft ervan geleerd, zo blijkt, wanneer
hij verklapt waar zijn volgende film over zal gaan:'Die
gaat waarschijnlijk over een man die verliefd wordt
op een meisje dat een tweelingzusje heeft. Ze lijken
zo sprekend op elkaar dat die man ze niet uit elkaar
kan houden en hij niet meer weet op wie hij nou
eigenlijk verliefd is. Kijk, dat is een gegeven waar veel
mensen zich door aangetrokken voelen. Zoiets
spreekt tot de verbeelding. Het gaat er maar om dat
die 'one-liner' zoals ik het maar noem, aantrekkelijk
klinkt, zonder dat je daarmee concessies hoeft te
doen aan de inhoud van zo'n film. Want je kunt elke
emotie en elke kritiek in ieder verhaal kwijt.'
Seunke is een van die jonge filmmakers die nauw bij
zijn eigen scenario's betrokken pleegt te zijn. Dat
heeft hij gemeen met generatiegenoten als Dick
Maas (De Lift) en Alex van Warmerdam (Abel). 'Kijk',
zegt Seunke, 'wij gaan er vanuit dat je toch niet kunt
voorspellen wat het publiek leuk vindt. Dus doen we
dingen die we zelf de moeite waard vinden. Neem
26 mei
In het interview legt Orlow Seunke er niet voor
niets de nadruk op dat hij ten koste van alles
probeert te voorkomen dat publiek zich zou
vervelen. Vandaar waarschijnlijk dat hij zelfs de
meest tragische onderwerpen nog van een relati
verende knipoog vergezeld laat gaan. In de Pim-
films die hij ooit voor de VPRO maakte was dat al
zo, evenals in Alle Dagen Feest. Eigenlijk alleen in
De Smaak van Water viel nauwelijks te lachen.
Zelf beschouwt Seunke dat gemis aan humor in
De Smaak nog altijd als een zwakte van die film.
Wat dat aangaat is het dus niet verwonderlijk dat
hij in Pervola de tragiek van het gegeven heeft
gecompenseerd met een stevige portie aan ko
mische details.
De film begint en eindigt in het theater, waar
Gerard Thoolen wordt geïntroduceerd als Simon,
een aan lager wal geraakte variété-artiest. Zijn
broer Hein (een sterke rol van Bram van der Vlugt)
heeft als zakenman de wind meer mee gehad,
maar naar later nog zal blijken heeft hij zich wel
ten koste van simon opgewerkt. Uit het hoge
noorden - evenals in De Smaak van Water worden
factoren als tijd en plaats niet of nauwelijks
aangegeven - krijgen ze bericht dat hun vader op
sterven ligt.
Ze besluiten hem op te zoeken, maar het enige
wat ze dan nog kunnen doen, is hun vader naar
zijn laatste rustplaats begeleiden. Die reis voert
overeenkomstig vaders wens naar het afgelegen
gehucht Pervola. In gezelschap van een onver
staanbaar brabbelende gids vervoeren de broers
het stoffelijk overschot van hun vader in een soort
huifkar op skies. En geleidelijk aan komt een van
hen tot het besef dat de ander hem in het verleden
ernstig heeft benadeeld.
Tijdens die reis, die het leeuwedeel van de film in
beslag neemt, komt het tot hevige conflicten
tussen beide broers, terwijl ze ook op een bepaal
de manier naar elkaar toegroeien; iets van eikaars
sterke en zwakke punten overnemen. Dat gege
ven is door Seunke met een paar ongewone maar
mooi op hun plaats vallende vormgrapjes uitge
werkt. nu had de regisseur ook bij De Smaak
natuurlijk al wel laten zien dat het met zijn visuele
inlevingsvermogen wel snor zit. Pervola bewijst
dat zijn speelfilmdebuut geen toevallige uitschie
ter was.
Daarbij heeft Seuke de aardige bijkomstigheid
van ronduit fotogenieke locaties handig uitgebuit.
De ijzige kou en het verstilde decor van een
besneeuwd heuvellandschap ondersteunen het
drama uitstekend. Met het Noordpoolgebied als
stille getuige ontwikkelt Pervola zich tot een
reisfilm van allure.
nou Richard Attenborough. Die maakt Gandhi op
een manier waarvan ik denk: daar kun je een andere
regisseur ook zo aanzetten. Die is zovervangbaar.
Heeft geen eigen stijl. Dat hebben Dick en Alex wel
en dat spreekt me aan. Zulke films vind ik dan gelijk
honderd keer interessanter dan die risicoloze boek-
verfilmingen. Met de Nederlandse film heb ik altijd
iets dat ik denk: Het zal nooit wat worden als we niet
meer van zulke dingen doen. Je moet je nek durven
uitsteken.'