MUZIEK MAKEN IS EEN THEATRALE BEZIGHEID DOOR MENSEN, NIET DOOR MACHINES 'Anders dan bijvoorbeeld Louis Andriessen wil, bestaat er geen fas cistisch septiem-accoord of een links revolutionaire interval'. Saxofoniste Vera Vingerhoeds gelooft niet in politieke muziek. Ook niet in electronische, vervorm de of versterkte muziek. Ze houdt meer van jazz of van popmuziek die ruimte geeft aan 'het echte geluid van akoestische blaasinstrumen ten'. Het geluid van 5 Slag 1 Wijd, waarmee ze op het Straatfestival speelt, valt wat ingewikkelder uit dan in de popwereld gebruikelijk is. Geen coupletje-refreintje-cou pletj e-refreintj e. Jazz-muzikanten staren soms de hele avond naar de vloer, zien er grauw en grijs uit, maar maken ondertussen de prachtigste dingen.' "straatfestival vera vingerhoedsZZ jean Quist jr. 36 fflffl zomer 'Ik hou niet zo van new wave, van hardrock of electro- nische muziek, synthesizerpop. Dat ligt me allemaal niet zo. Ik hou meer van popmuziek die ruimte geeft aan solo's, aan het echte geluid van akoestische blaasinstrumenten. Dus niet vervormd, niet met effec ten en zeker niet super electronisch versterkt. Het moet een beetje menselijk blijven. Een heleboel moderne popmuziek klinkt in mijn oren zo doem-achtig. Zulke groepen brengen een geluid voort dat helemaal niet meer bij de muzikanten past. Vier synthesizerspelers met achter hen een bandrecorder die slagwerkgelui den voortbrengt. Bij hen draait het enkel maar om ideeën over techniek, om het leuk bedienen van de knoppen op hun electronische speelgoed. Een hobby. En voor mij heet dat geen muziek maken meer. Muziek maken gebeurt door mensen. Niet door machines. Je moet op een podium staan en daar een sfeer schep pen. In de popmuziek vind ik dat lang niet altijd terug^ In de jazz ligt dat heel en heel anders. Evenals in da popmuziek die daar een beetje verband mee houdt, zoals de soul. Want ook daar gaat het om klanken die uitje binnenste komen en niet uiteen doosje electroni cs.' 'Vernieuwend', zegt Vera Vingerhoeds, 'wil ik dat allemaal niet noemen. Zo er al iets bestaat wat onder die noemer valt, want wat je ook noemt, iemand bedacht het wel 'ns ooit. Wat onze popgroep doet, wijkt af, dat zal het zijn. Het niveau valt ingewikkelder uit dan van de meeste andere popgroepen. Wellicht ook wat origineler want ik geef niet toe aan de cliché's waarop ik mezelf soms betrap. Dan denk ik: nee, dat is me te gemakkelijk, daar moet ik iets anders op verzinnen. Daar zoek ik een oplossing voor al lukt me dat niet altijd. Er bestaan ook zoveel cliché's. Het coupletje-refrein tje-coupletje-refreintje van het doorsnee popliedje en als de maker een hit wil, doet hij er een yell in die iedereen kan meezingen, in een bepaald tempo, niette snel, niet te langzaam, van A naar B lopen, makkelijk in het gehoor liggen met niet teveel dissonanten en vooral geen lange stukken met een blazer. Want dan duurt het liedje te lang. Speelt er iemand op een plaatje saxofoon dan draait Hilversum Drie dat dan ook gegarandeerd weg. Zo, dat hebben we gehad.' 'Muziek maken', zegt Vera Vingerhoeds, 'heeft iets theatraals. In de klassieke muziek zitten mensen heel ingespannen te strijkkwartetten. Jazzmuzikanten sta ren soms de hele avond naar de vloer. Zien er vaak grauw en grijs uit maar maken ondertussen de prach tigste dingen. Muziek en theater leveren samen een nieuwe discipline op die steeds meer terrein wint. Hauser Orkater en hun diverse afsplitsingen, Baal, de Dynastie van Oer. Zelf zat ik in groep The Muz. Mijn afkorting voor theater en muziek. We begonnen heel optimistisch met voorstellingen als De Eeuwige Hars- velden, Au Bain Marie en De Storm. Tekst en muziek verzonnen we ter plekke. Iets creatiefs doen terwijl je het uitvoert en niet iets repeteren wat van A tot Zal van tevoren vastligt. Dat sprak ons wel aan. Maar na die producties hielden we het voor gezien. Nooit geen geld. Niet zozeer voor ons eigen salaris ^aar bijvoorbeeld voor zoiets als een decor. Of voor de repetities en reiskosten van de muzikanten. Wanneer je zomer 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 19