- 8 - e- Laterbord. Dit was een plankje, dat tussen de kepers in gelegd, werd op de latten. Met een latje werd het aan een lat van het dak vastgespijkerd. Op dit laterbord werd bij het lateren een dun laagje riet ge legd. Als het laagje gelegd was, werd het laterbord weggetrokken. Om de knieën tégen het riet te beschermen werden knielappen ge bruikt IVWerkwijze a- Lateren. Voor men kon beginnen met lagen leggen, moest eerst de ruimte tussen de kepers opgevuld worden: het lateren Dit gebeurde dus met het laterbord. De latten van het dak zaten onder tegen de kepers gespijkerd. Op het laterbord werd een laagje riet gelegd van een paar centimeters. Dit werd goed volgepropt met kort riet, waarna er zeer lang riet (3t a k m. overheen kwam, langer dan het dekriet. Als de ruimte goed op gevuld was, werd er een lat overheen gespijkerd waarna het laterbord werd weggetrokken. Op deze latten konden dan ook eventueel dakpannen gelegd worden als het geen rieten dak werd. b. Na het lateren-kon het eigenlijke dekken beginnen. Men begon onderaan en werkte dan met repen gelijk naar boven toe. De lagen kwamen tappelings over elkaar heen te liggen, zodat de barroe onder de volgende laag verdween. Met het dekkebord werd het riet opgeklopt of naar boven gedreven om een goede schuinte te krijgen. Als er op de vust (vorst) geen pannen kwamen, kwam de ene kant van het dak boven de andere uit te steken. De overstekende vust heette bovenvustde onderliggen- ondervustDe bovenvust werd aan de regenkant gemaakt en werd natuurlijk later gelegd dan de ondervust. c. De afwerking heette afkusen en rieven. Uitstekende riet halmen werden weggewerktMet een kapmes werd zo nodig nog het een en ander weggekapt. d. Op een plat dak werd het riet met de toppen naar beneden gelegd, op een schuin dak, een z.g. riefdek, kwam het riet met het z.g. boutendehet dikke onderste deelnaar beneden te liggen. lat keper

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1966 | | pagina 14