- 20 Bepaling van het "veroverd" terrein. Ha het "steken" werd de grenslijn getrokken in de richting, waarin het lemmet van het mes stond. 2) De tegenstander (dus niet degene, die de worp gedaan had) mocht dan kiezen, welk stuk hij wilde behouden. Soms was het taktisch het kleinste stuk te kiezen, de volgen de worp was dan moeilijker voor de winnaar. Wijze van werpen: Meestal werd het mes voor de worp met de punt omlaag 'bij de punt vastgehouden door duim en midden vinger terwijl de top van de wijsvinger steunde op het eind van het heft. 3) -Men mocht, behalve staande, ook zittend o£ s'n okken (gehiirkt) werpen. __wijs vinger •4» duim en middenvinger. 2. Stavenisse (D. Boozemond). Jongensspel met 2 of meer jon gens. Ieder had een mes, of er was één mes voor allen. Karen er 2 spelers, dan werd het speelvak (meest vierkant of rechthoekig, vlak, liefst iets vochtig) in twee gelijke delen verdeeld; bij meer spelers in zoveel delen als er spelers waren. Voor het trekken van de nieuwe grenslijn na een geldige worp en de voorwaarden, waaraan een geldige worp moest voldoen, zie Kwadendammedoch de afstand van een "hand" tussen bodem en heft niet vermeld. De bedoeling van het spel is, de tegenstander op een "eiland" te zetten. Gelukt dit, dan heeft deze verloren, en het spel begint opnieuw. Inzender geeft de volgende schetsjes (2 spelers; Jan wint in één beurt). 2) aldus ook geg. d. J. Kousemaker ('s H.Hendrikskinderen) 3) J. Kousemaker: "mes in palm"

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1966 | | pagina 26