- 2 - VAN DE REDACTIE MONIJMBHTEHZOBG IN ZEELAND Bij oppervlakkige beoordeling zou wellicht de idee kunnen post vatten, dat het er in de provincie Zeeland met de monumenten zorg niet slecht voorstaat. Een groot aantal gebouwen, die be horen tot de categorieën, welke van ouds als monument zijn aangemerkt, is in de decennia, die achter ons liggen, geres taureerd De periode vóór de eerste wereldoorlog kan reeds bogen op voor die tijd belangrijke restauraties, zoals b.v. de Middelburgse Abdij en het stadhuis te Brouwershaven. Hetzelfde kan gezegd worden van het tijdvak tussen de twee oorlogen, toen de kerken van Hulst, Goes en Wisse en het stadhuis te Veere werden her steld, om slechts enkele belangrijke voorbeelden te noemen. Dit alles is echter - althans quantitatief - niet te vergelij ken met de restauratie-activiteit, die sedertdien is ontplooid. De oorlogsverwoestingen en daarna de watersnood van 1953 waren hierbij een sterke- stimulans. Gelukkig bleken zowel financieel als technisch de middelen niet te ontbreken om de uitdaging te beantwoorden. Wanneer men een vergelijking treft met andere provincies, dient dan ook uitdrukkelijk te worden vastgesteld, dat, naar verhouding althans, in Zeeland zeer veel kerken en openbare gebouwen gerestaureerd zijn. Deze indruk wordt nog versterkt, doordat een aantal van deze restauraties bijzonder spectaculair is geweest. Met name de Abdij met de Abdijkerken en -toren te Middelburg, maar evenzeer het raadhuis aldaar, waarvan de teruggewonnen burgerzaal grote bewondering afdwingt. In niet mindere mate zijn in Zeeuws-Vlaanderen de W.H. kerk te Aardenburg en het raadhuis te Sluis "spektakelstukken". Wanneer er dan hier en daar nog grote gebouwen zijn, die kenne lijk een restauratiebeurt nodig hebben, zoals het raadhuis te Goes of de kerk te Baarland, of, waarvan men de restauratie nu wel eens op korte termijn beëindigd zou willen zien, zoals het geval is met het stadhuis te Brouwershaven of de kerk te Kloe- tingedan is hier nog geen sprake van verwaarlozing. Immers het ligt voor de hand, dat ook deze paar "zittenblijvers" en "nakomertjes" op hun tijd een even goede beurt zullen krijgen als de reeds gerestaureerde monumenten. Minder rooskleurig wordt het beeld echter, als we onze aan dacht vervolgens richten op de categorie van het eenvoudige

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1968 | | pagina 4