- 12 -
Deze beide schaapsstallen zijn al lang verdwenen. Maar de
schaapsstal, die het eigendom was van de schaoper J. de
Bourgraaf, staande op korte afstand van het hof Konijnenberg
(Kernienberg) is eerst in 1972 door brand verwoest. De
schaoper placht nog in 1910 met zijn kudde naar ft schorre
bij Retranchement te trekken; hij stierf zelf in 197^«
Behalve op weiden, schorren en dijken werd de kudde als een
stuk bouwland was a1gemend, ook wel daarheen geleid om de
rêêkanten enz. af te grazen. In de winter bleef de kudde
dichter bij huis, ze werd dan "gewacht lanst dieken en
wegen
III.
IETS NADERS OVER KLUIS
(naar aanl. van vragen daaromtrent (Buil. 16, p. 33)-
W.Z.D. geeft kluis als afgesloten slaapplaats in de stal
voor de knecht. Aldus vooral bekend L.v.Ax., L.v.H.
Op de hofstede van Dekker werd de naam Kluis gegeven aan een
opkamer in het huis; eronder was de kêêtkelderer boven de
kêêtzolder (kêê_t keuken). Deze omschrijving komt overeen
met die door J. Eossêêl (Aardenburg) gegeven is. (Buil. 16,
p. 32-33) van 't convent liggend boven de melkkelder, die
als slaapplaats voor de knechts diende. Aan te nemen is, dat
bij de fam. Dekker, die van moeder's zijde uit Axel stamde,
de Axelse benaming kluis inplaats van de west-Z.Vl. naam
Konvent is gebruikt
IV.
Aantekeningen en aanvullingen bij termen in verband
met het inspannen der paarden enz. genoemd in Bulletin
16.
Korter kimmen (blz. 26, nr. 35)i aldus Dekker, is niet
strakker op de stuitreep zetten, maar de kinnekettienk, die
aan de toom van het handpaard anpérdzit, inkorten.
De stuitrêêp (Z.V.W. 't kardêêl) daarentegen behoort tot het
tuig van 't roepèrd. Wanneer 't roepêrd korter gelegd moet
worden, doet men dit door 't kardêêl te knoppen.