Melckenbeke de Staten Generaal octrooi op zijn uit
vinding.Deze instelling verleende op 13 november
1598 octrooi voor "sekeren watermolen,waarvan de
conste leyt begrepen in een tonne beslegen met ijse-
ren banden,lanck omtrent 14 voet(ca. 4,20 m) en de
wijt op het cruys vijff voeten(ca. 1,50 m),met wel-
cken molen hem mogelijk is uuyt een veste,graff ofte
staende wateren,soo veel waters te malen in een ure
tijts,als andere in vier uren souden mogen doen".
Hoewel het octrooi de aandrijfkracht niet noemt,
werd deze tonmolen ongetwijfeld door een paard aan
gedreven
Schepraderen kende men toen al geruime tijd.
De tonmolen,de voorloper van het vijzelgemaal was
nog niet of nauwelijks bekend.De ton was bij de
eerste molens vast aan de vijzel verbonden en
draaide mee.
Met behulp van 36 van dit soort tanmolens heeft men
de waterstand van de militaire inundatie rond het
onneembaar geachte s-Hertogenbosch. verlaagd.
Frederik Hendrik kon de stad hierna op 14 september
1629 op de Spanjaarden veroveren.
ROSMOLENS IN MEESTOVEN
Te Tholen waren in de loop der eeuwen in het mee-
krapbedrijf verscheidene rosmolens in gebruik.
In 1380 kreeg de stad de bevoegdheid meestoven te
zetten voor de bereiding van een rode kleurstof uit
de wortel van de meekrapplant (Rubia tinctorum)
Deze meerjarige plant werd veel op Tholen en in de
rest van Zeeland verbouwd en in een groot aantal
meestoven verwerkt.Dit laatste was seizoenwerk
Nadat de gedolven wortels naar de stoof waren
gebrachtwerden deze gedroogd in de toren.Onder in
de toren bevond zich de verwarmingsinrichting,die
veelal met hout of turf werd gestookt.Hierna werden
de hard geworden wortels met dorsvlegels in kleine
stukken geslagen,die vervolgens werden gereinigd
13