den. De Duitse dwangmaatregel werd
versterkt door het isolement van het
gebied te vergroten: nu immers mochten
niet alleen niet-Zeeuwen Zeeland niet
meer in, maar was het ook Zeeuwen zelf
alleen na toestemming mogelijk hun pro
vincie te verlaten! Men kon verder geen
kant op en men kon dus ook maar moei
zaam onder de tewerkstelling uit.
Tegelijkertijd liep het ten noorden van de
Oosterschelde, op Tholen, St. Philipsland
en Schouwen, allemaal heel anders. In
plaats van grote stukken land met Rom-
mel-asperges te bezaaien zetten de Duit
sers hier land onder water, waardoor de
bevolking hier niet tot tewerkstelling werd
gedwongen, maar daarentegen juist huis
en haard moest verlaten. Het is interes
sant en zeker niet toevallig, zoals u uit
wat ik hiervoor heb verteld zult hebben
begrepen, dat er ook voor de gebieden
ten zuiden van de Oosterschelde wel
plannen waren om de boel daar onder
water te zetten, maar dat daar althans
begin 1944 meestal van werd afgezien
toen bleek dat dit alleen kon gebeuren op
een geforceerde wijze, en niet door het
stoppen van de afwatering. Op Schouwen-
Duiveland en Tholen daarentegen en ook
op Goeree-Overflakkee werd op dat mo
ment juist doorgezet en het land onder
zeewater gezet. Nergens in Nederland
werden de gebieden voor zo'n groot
percentage geïnundeerd als op deze
Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden. Dat
dat kon, en dat de bevolking ook zo
radikaal naar andere streken kon worden
gestuurd, had, u zult het begrijpen, ook
weer alles met het relatief grote isolement
van deze gebieden te maken.
Het zijn m.i. vooral de tewerkstelling en
inundatie waar de ontwikkelingen in Zee
land opmerkelijk anders zijn gaan lopen
dan elders in Nederland, al hebben op tal
van terreinen, zoals ik hiervoor al heb
gezegd, het relatieve isolement in de
provincie en het strategische belang van
het gebied ook hun invloed ook laten
merken.
Na Dolle Dinsdag wordt het relatieve
isolement een nagenoeg absoluut isole
ment, en rond die dag leidt de strategisch
belangrijke positie van Zeeland ook tot
daadwerkelijke militaire activiteiten. Wie
tot 5 september 1944 in Zeeland zit is er
toe veroordeeld er tot het eind van de
gevechten ook te blijven, al is het een
enkeling natuurlijk wel gelukt naar elders
te gaan. Feitelijk was Zeeland afgesloten
van de rest van het land, en ook veel
delen van Zeeland moesten op hun eigen
houtje verder. Contact met familie of
verwanten werd rond die dag verbroken -
het is opvallend, en voor een historicus
een bijzonder aantrekkelijke omstandig
heid, dat veel mensen juist nu een dag
boek beginnen, deels om elders verblijven
de familie of vrienden toch op de hoogte
van de gebeurtenissen te houden. Ik heb
vooral voor West Zeeuwsch-Vlaanderen
daar in mijn boek omstandig en naar ik
geloof ook vruchtbaar gebruik van kunnen
maken. Uiteraard was het niet alleen zo
dat wie in Zeeland zat, veroordeeld was
daar verder te büjven, maar omgekeerd
was het ook zo dat voor wie er buiten
was, niet of nauwelijks meer de mogelijk
heid bestond naar Zeeland terug te keren
- en voor degenen die in Holland zaten,
zou dat pas na 3/4 jaar weer mogelijk
zijn.
In de weken en maanden die volgden
werd een deel van Zeeland het terrein
van gevechten tussen Duitse en geallieer
de troepen.
Ik heb geprobeerd in mijn boek aan te
geven dat er een direct verband bestaat
tussen de aandacht die de Duitse militaire
autoriteiten tijdens de bezetting aan de
Westerschelde en de gebieden ter weers
zijden daarvan gaven, en de wijze waarop
de militaire confrontatie zich hier ontwik
kelde. De Duitsers hebben constant het
belang van niet alleen Antwerpen in het
oog gehouden, maar ook van de Wes
terschelde, zonder welke Antwerpen
(denk aan de 17e en 18e eeuw!) mets
waard is. Vandaar dat zij een linie op
richtten, waarmee begin '44 al een begin
was gemaakt, langs het Leopoldkanaal,
zo'n 20 km zuidelijk van de Scheldeoever.
Vandaar ook dat zij zonder al te veel
problemen Oost Zeeuwsch-Vlaanderen
lieten schieten, maar zich met hand en
tand in West Zeeuwsch-Vlaanderen bleven
verzetten. Het feit dat het ogenschijnlijk
verslagen Duitse leger over
de Westerschelde kon vluchten en zich
daarna kon hergroeperen, het feit ook dat
de geallieerden nog ten zuiden van de
Westerschelde en ook ten noorden van
Antwerpen konden worden tegengehou-
v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v
19