Rob van Ginkel, Elk vist op zijn tij:
een Zeeuwse maritieme gemeenschap,
Yerseke 1870-1914. Uitgave Walburg-
pers, Zutphen 1991. CIP/ISBN
906011.716.6. Prijs 35,-.
Met Elk vist op zijn tij heeft Rob
van Ginkel een boeiend en wetenschap
pelijk zeer verantwoord boek geschre
ven over de beginperiode van de schelp
diercultuur in het dorp Yerseke. Te
recht vangt het boek aan op 6 mei
1870. Immers met de allereerste open
bare verpachting van de tot dan vrij
te bevissen Yerse oesterbank, begint
de teelt van schelpdieren. De vrije
visserij op mossels en oesters wordt
vervangen door teeltmethoden welke
zich gaandeweg volledig ontwikkelen
tot een beheersing en min of meer
gecontroleerde productie van deze
schelpdieren
Bij de verpachting van de oesterbank
waren het vooral de mannen in sjieke
kostuums met klinkende namen die
door hun vermogens in het tijdelijk
bezit kwamen van de beste visgron
den. De heren met hun adellijke ti
tels - men slaat Elk vist op zijn tij
er maar op na - vestigden hun firma's
en maatschappijen op Yerseke.
Met de komst van deze bedrijven kwam
ook een keerpunt tot stand in de ont
wikkeling van het dorp Yerseke. Was
het aan het begin van de beschreven
periode een klein dorp, waarvan de
bewoners hun bestaan vonden in het
boerenbedrijf waarbij slechts een
kleine gemeenschap in het aanpalend
gehucht Yersekedam viste op schelp
dieren, aan het eind van deze peri
ode was het uitgegroeid tot een wel
varend dorp met talloze nieuwe stra
ten en woningen.
In het hoofdstuk 'ouverture' geeft
de schrijver een gedegen overzicht
van de geschiedenis van de visserij
in de Zeeuwse wateren, met name van
de ontwikkeling van de vrije vangst
van mosselen en oesters naar een min
of meer kunstmatige teelt van deze
schelpdieren.
Uiteraard is de gememoreerde sprongs
gewijze ontwikkeling van het dorp
niet zonder schokken verlopen. Er
deden zich vooral in de beginjaren
herhaaldelijk misstanden voor waar
bij dronkenschap en vechtpartijen
aan de orde van de dag waren.
Na de eeuwwisseling verbeterde deze
toestand door onderlinge controle en
verbeterd politietoezicht en ontstond
een keurige plattelandsgemeenschap.
Aanvankelijk werden gigantische win
sten gemaakt in vooral de oestercul
tuur en er ontwikkelde zich een ware
goudkoorts. Velen begonnen daardoor
aangelokt op een schoen en een slof
een oesteronderneming. Wegens door
de drastische verhoging van de
pachtsommen en door de grote over
productie steeds lager wordende op
brengsten moesten velen op een hoogst
nadelige wijze in hun geldbehoefte
voorzien, waardoor de meesten spoe
dig van het toneel verdwenen. In
later jaren zijn het vooral de fami
liebedrijven die zich ontwikkelen tot
gezonde kapitaalkrachtige ondernemin
gen. Het onderhavige boek geeft een
rake schets van een dorp waarin 'elk
vist op zijn tij' zowel letterlijk en
figuurlijk is opgevat.
Walacria, een kroniek van Walcheren,
deel 3 (uitgave Stichting Natuur- en
Recreatieinformatie NRI, Middelburg
1990). ISBN 90-72146-14-X.
Prijs 28,50.
Reeds voor de derde maal verschijnt
onder bovenstaande titel een kroniek
over Walcheren. Ook nu weer is de
inhoud zeer gevarieerd en uiteenlo
pend van aard. Van stinseplanten
in het artikel van Van Haperen en
Van de Hoef, via Bert Teunis met
zijn herinneringen aan het gymnasium
van Middelburg tot een toiletgarni
tuur uit de Vikingentijd van Van
Heeringen, optische telegrafie van
Schepman en toponiemen van Rente
naar of de figuur van burgemeester
Dregmans van Kees Bos en Dorine
Noorlander: het zijn stuk voor stuk
zeer lezenswaardige en wetenswaar
dige artikelen geworden. Waarbij ook,