Spelletjes enz.
Dokter A.H. van Dijke (Vs) heeft
weer eens aan de activiteiten in zijn
jeugd gedacht, en vertelde ons: Als
wij in Vlissingen een spelletje deden,
moest iemand 'm zijn'. We hadden
daarvoor allerlei aftelversjes. We zei
den dan, dat we eerst moesten dokken
Zo'n versje werd dokseltje genoemd.
(Gebruikten de kinderen in andere
plaatsen ook deze benaming? Hoe
anders?)
Een van de geliefde jongensspelletjes
in Vlissingen was 'dekken'. Ieder
had 'n stapeltje kartonnen plaatjes
van sigarettendoosjes in de hand
met de merken naar beneden. Ieder
in de kring moest om beurten één
plaatje open leggen, net als bij bridge.
Als jouw plaatje hetzelfde merk toonde
als het bovenste van de stapel, was
het hele stapeltje voor jou.
Pijpekruid, waar toeters van gemaakt
werden, heette toeterloof en herders
tasje noemden we lepeldiefje, dat wel
terug zal voeren naar het kinderspel
letje: iemand een plantje voorhouden,
en vragen, een tasje af te breken. Jij^
bent een lepeldief was dan het grapje.
Dokter Van Dijk had 'n boezemvriend
uit Zierikzee (helaas overleden),
die, als hij erg enthousiast was,
uitriepMee j'n 'ieskouwen 'and amme
krammenaasKent iemand dit? Waar
zou het op terug te voeren zijn?
Mevr. A. Koster-Dees (Ax) komt
met het woord poëten voor vals spelen.
Het staat niet in het Woordenboek
en we zullen graag vernemen, waar
het ook voorkomt.
In 'n uitzending van Omroep Zeeland
(Goed Zeeuws) hoorden we vanuit
Koewacht het spel katterikken noemen,
en vragen onze leden nu: wie kent
het ook? Wie kan het voor ons be
schrijven?
Woordenschat
In dit rubriekje (Neh. 83 blz. 37)
vertelden we o.a., hoe we op ons
secretariaat van een radioluisteraar
die de vraag over pok'out hoorde,
meteen 'n stuk van die houtsoort
ontvingen, benevens een vademecum
over houtsoorten waarin alle kenmerken
uitvoerig behandeld werden. Na ijve
rige bestudering van een en ander,
gaven we de eigenschappen, die van
belang waren in verband met onze
uitdrukking, door aan de lezers.
Als 'n paar dagen later onze aandacht
gevraagd wordt voor 'groen'art',
weten we vanzelfsprekend, dat dit
een andere houtsoort is, die ook
in het boekje beschreven werd, maar
we worden even vanzelfsprekend er
wel door herinnerd aan dat éne door
ons niet doorgegeven kenmerk van
pokhout, dat met onze uitdrukking
niets te maken had: 'de groen-blauw-
achtig gestreepte kern wordt -aan de
lucht blootgesteld - een donker olijf
groen'. Jammer, dat verkeerde con
clusies getrokken werden uit ons ver-
+haal. Hopelijk ten overvloede verkla
ren we, dat we het volkomen eens
zijn met het in een noot van de re
dactie gestelde: groen(h)art is een
totaal andere houtsoort als pokhout.
Inmiddels hebben we nu niet alleen
de uitdrukking: die is zo dwa's as
pok'out, maar ook: die is zo warrig
as pok'out. Geen mooie menselijke
eigenschap, maar we hoorden, dat
de beste hamer gemaakt werd van het
zware en zeer vaste pokhout. De tim
merman sloeg er mee op het heft van
de kapbeitel (hakbeitel)wanneer
er gaten in het hout uitgehakt moes
ten worden.
Limerick
We kozen er deze keer één uit onze
voorraad, van Joane van Bru, de
ons allen bekende Schouwse dichteres
mevr. Wiebrens-BeekmanEn dit is
zeker niet de minst geslaagde!
Un meisse uut Brunisse
die docht: ik kan de zunne nie misse
Ze lag an 't strand
mi un spiegel in d'r and
Ze keek en toen riep ze:
bruun is ze!
De vorige limerick eindigde met de
zegswijze: dat za t'r an weehe.
Dhr. J.W. van 't Veer (Bzl) kende
30