gelijken maar Zeeland had toch lang de schijn van de facto tweede gewest van de Republiek kunnen ophouden. De ingrijpende staatkundige veranderingen namen vrij plotseling ook die schijn weg - inclusief de reële werkgelegenheid die daarmee gepaard ging waardoor het effect van de Bataafs-Franse tijd als cesuur voor Zeeland nog sterker is geweest dan elders. Het proces van machtsverval dat al ruim tevoren was ingezet werd nu nog versneld. Het verval ontaardde in Zeeland in een vrije val. Zonder tussenkomst van de revolutie zou dit proces zich waarschijnlijk geleidelijker, minder dramatisch en ook minder drastisch hebben voltrokken. Het verval nam hier en daar heel letterlijke vormen aan. Huizen en buitenplaatsen waren soms niet meer in stand te houden en moesten worden afgebroken. Het afbre ken van huizen werd zelfs een belangrijke bron van bedrijvigheid. Vissershuisjes gingen in een stad als Zierikzee van de hand voor bedragen van ƒ5, ƒ3, ƒ1,50 of werden zelfs voor niets weggegeven om maar van de lasten af te zijn. Veel meer dan elders is de Bataafs-Franse tijd voor Zeeland, althans delen daarvan, een periode geweest van oorlog en bezetting. Antwerpen en de Schelde- monding waren voor de Fransen van grote strategische betekenis - Antwerpen was het pistool op de borst van Engeland - en Walcheren, en in het bijzonder Vlissingen, ondervond daarvan de bittere consequenties. De keerzijde van de Franse belangstel ling was de Engelse invasie van Walcheren in 1809, die weliswaar op een totale mislukking uitliep maar niet dan na een maandenlange bezetting en een voor Vlissin gen desastreus verlopen bombardement. Eén ding kunnen we uit die invasie intussen wel leren. Er was geen sprake van dat de Engelsen als een soort bevrijders werden binnengehaald, net zo min als dat in 1799 bij de Engels-Russische invasie in Noord-Holland het geval was geweest. Het was de zoveelste plaag voor een toch al zeer geteisterd gewest. Een gewest dat de klappen die het in deze periode te verduren kreeg ook niet meer te boven zou komen. Waar de Zeeuwse elite zich tot dusver - tot in de Bataafse jaren - heel behendig had getoond in het 'managen' van het proces van achteruitgang, was tegen de reeks van aanslagen die Zeeland thans over zich heen kreeg uiteindelijk geen kruid gewassen. Zeeland werd in en door de Bataafs-Franse tijd hardhandig teruggezet naar een rang die steeds minder bepaald werd door zijn historische status en steeds meer door zijn geringe bevolkingsaantal. Ooit kemgewest van de Republiek was Zeeland nu niet meer dan een uithoek. Bronnen en literatuur J.H. Appelius. De staatsomwenteling van 1795 in haren aart. loop. en gevolgen beschouwd (Leiden 1801) L.W. de Bree. Walcheren onder vreemde heersers (Leiden 1945) F.H. van der Burg en H. Boels, Tweehonderd jaar Rechten van de Mens in Nederland (Leiden 1994) J. Canter de Munck. Deductie en adstructive memorie: van wege een aantal ambachtsheeren in Zeeland aan de Provisionele Repraesentanten van hetzelve Volk overgebracht (Middelburg 1795) J. Canter de Munck. De oorzaken van den oorlog, en middelen lot herstel der vrede (Middelburg 1806) J. Canter de Munck. De tegenswoordige regeeringsvorm der Zeven Vereenigde Provintien. gehandhaafd en verdedigd (Middelburg 1787) J. Canter de Munck. Vrije gevoelens over de beste staalsgronden. tot regeling van het bestuur in de Nederlandsche Vereenigde Gewesten 2 stukken (Den Haag 1802) Dagverhaal der handelingen van de Nationaale Vergadering representeerende het Volk van Nederland 1796-1798 F. van Dijk, De revolutie van 1795 in Zeeland (Goes 1974) M. van Empel en H. Pieters, Zeeland door de eeuwen heen 2 dln (Middelburg 1935, 1959) 14 ZEELAND IN DE BATAAFS-FR.4NSE TIJD 1795-1814

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 16