Iets dergelijks geldt ook bijvoorbeeld voor het decimale stelsel van maten en gewichten: in 1809 werd bij wet bepaald dat het Franse systeem in aangepaste vorm in het Koninkrijk Holland zou worden ingevoerd. Dat gebeurde echter niet. Tijdens de inlijving golden de Franse wetten over de poids et mesures. Ze werden in 1813 buiten werking gesteld, maar in 1816 kwam het Frans-Hollandse stelsel terug in Nederlandse regelgeving over het eenvormig stelsel der maten en gewichten.' De Hollandse onderwijswet van 1806 bleef weliswaar tijdens de inlijving gehandhaafd, maar kon in de praktijk niet veel betekenen. In 1814 werd de wet opnieuw gehand haafd, als grondslag voor de verdere vernieuwing van het nationale onderwijs.' Uiteraard zijn er daarnaast vele voorbeelden van regelingen die in de Bataafse tijd werden ontworpen, maar nimmer tot uitvoering kwamen, uit de onmacht tot regeren of door verzet van lagere overheden. Men klaagde dat 'by sommige Gemeentebestuuren nog zulk een geest van tegenkanting aan de tegenwoordige orde van zaken heerscht, en dat men het oude Souveraine zoo moeilyk vergeten kan, waarvan Middelburg en Zierikzee thans den voorbeelden opleveren, en dat men in plaats van te voldoen aan de orders van hogere Gecon stitueerde Machten, dezelve onder alle voorwendsels ontduikt en eludeert Zo mislukte de invoering van de verlichte onderwijswetten van 1801 en 1803 door verzet van de lagere overheden die zich in hun rechten bekort zagen." Ook de werkzaamheden van het veelbelovende Agentschap van Nationale Oeconomie leidden vrijwel alle tot teleurstellingen.12 Maar we weten dat ook het bestuderen van de mislukkingen leidt tot waardevol inzicht in de ideëen en opvattingen, van voor- en tegenstanders. Na het voorafgaande zult u - die zich tevoren wellicht heeft afgevraagd wat toch wel met 'vernieuwing van de overheidsadministratie' in de titel wordt bedoeld - misschien denken dat ik nu ga beschrijven welke nieuwe overheidsinstellingen de Bataafse tijd ons geschonken heeft en hoe deze hebben gefunctioneerd. Een vorm van institutionele geschiedenis die, voor wat de Bataafse tijd betreft, geleid heeft tot boeken als - ik noem drie voorbeelden - de dissertatie uit 1910 van B.C. de Savomin Lohman De bestuursinrichting van gewest, stad en platteland van Utrecht gedurende de Bataaf- sche Republiek (Utrecht 1910), de dissertatie van 50 jaar geleden van J.B.V.M.J. van de Mortel De positie van den landdrost in Noord-Brabant van 1807 tot 1810 ('s-Her- togenbosch 1945) en de dissertatie van 20 jaar geleden van A.M. Elias Het Nationaal Sijndicaat 1802-1805 (Bussum 1975). Dit zijn voorbeelden van rechtshistorische behandeling van instellingen, van de overheidsadministratie als institutie. De meer omvattende moderne bestuursgeschiedenis is multi-disciplinair. Daarbij worden 'kennis en inzichten van verschillende disciplines (bij voorbeeld: rechtsgeschiedenis, geschiedenis, bestuurskunde, organisatiesociologie) met elkaar in verband gebracht'.15 Raadschelders ontleent aan de centrale thema's van de bestuurskunde de hoofdthema's van de bestuursgeschiedenis: 1. Hoe was de overheid georganiseerd? Overheidstaken, organisatiestructuur, bureaucratie en bureaucratisering, reorganisatie e.d; 2. Hoe heeft de overheid gefunctioneerd? 3. Wie waren de overheidsfunctiona rissen? Als vierde thema wijst Raadschelders op de vraag hoe men in verschillende tijden dacht over de overheid. Bestuursgeschiedenis in deze vorm is niet beperkt tot Nederland. Juist voor wat de Bataafs-Franse tijd betreft is de Nederlandse bestuursgeschiedenis onderdeel van de 40 ZEELAND IN DE BATAAFS-FH-INSE TUD 1795-1814

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 42