DE TOEKOMST VAN I1ET DIALECT C. Buteijii Dialeden zijn in alle streken van Nederland in beweging. Een eeuw geleden sprak bijna iedereen nog bet dialect dat in zijn of baar dorp gesproken werd. tegenwoordig voeden de meeste ouders bun kinderen in de standaardtaal op. Over de ontwikkeling van bet dialect en met name de teloorgang, bet verdwijnen van de dialecten zijn in bet verleden vele voorspellingen gedaan en theorieën gemaakt. Eén van de meest recente theorieën is die van Cor lloppenbrou- wers. Aan de band van zijn theorie, die met voorbeelden toegepast wordt op bet Zeeuws, zal een beeld geschetst worden van de ontwikkeling en toekomst van bet dialect. Veranderingen Vroeger was bet geen probleem om dialecten te behouden, leder dorp. iedere stad bad zijn eigen dialect. Door modernisering is er echter een aantal processen op gang gekomen, waaronder de groeiende mobiliteit van mensen. Door de ontwikkeling van fiets, trein en auto zijn mensen niet meer gebonden aan hun eigen woonplaats. Een volgend aspect van modernisering is de invoering van de leerplicht. Hierdoor wordt het analfabetisme teruggedrongen en komen de kinderen vaker in contact met de standaardtaal. Dit gebeurt ook door de ontwikkeling van de media: radio en televisie. Steeds meer mensen werden door deze media bereikt en kwamen daardoor in contact met de standaardtaai. Theorie van Iloppenbroiiwers In deze veranderende situatie ontstaat volgens Iloppenbrouwers bet regiolect. Hij omschrijft deze term als 'een geordende reeks van tnssentaahonnen die een continuüm vormt met de standaardtaal'Een continuüm is voor te stellen als een horizontale lijn. Aan bet ene uiteinde staat bet Standaardnederlands en aan bet andere einde bet 'zuivere' dialect. Op de punten die tussen deze uiteinden liggen, bevinden zich dialecten die in meer of mindere mate invloed van de standaardtaal ondergaan hebben. Hoppenbrouwers' stelling is dat oude mannen die op bel platteland wonen op bet ene uiterste van de lijn zitten en dus bet zuivere dialect spreken. Jonge meisjes die op bel VWO zitten, bevinden zich op bet andere uiterste van de lijn en bun taal zit dus dicht bij de standaardtaal. Het regiolect is een variëteit die zich per definitie in de richting van de standaardtaal begeeft. Het regiolect beeft geen echt zuivere of oude dialectkenmerken meer, maar alleen nog algemene streekgebonden karakteristieken. I let wordt gekenmerkt door een regionale uitspraak en door het gebruik van woorden of zinnen die erg op het Standaardnederlands lijken maar dat niet echt zijn. Het regiolect van Zeeland zou omschreven kunnen worden als algemeen Zeeuws, waarbij je nog net kunt boren dat bet Zeeuws is. Zeeuwse voorbeelden De regionale uitspraak van bet Zeeuws kan naar voren komen bij onder andere de letter g die meer als een li wordt uilgesproken en bet niet uitspreken van een slot-n. Het vermeend Nederlands kan op tenminste twee niveaus bekeken worden: op woordniveau en op zinsniveau. Op woordniveau worden in Zeeuws regiolect bijvoorbeeld gebruikt schoteldoek, blein. en peperkoek. Wanneer deze woorden in Van Dale opgezocht worden, staan de eerste twee er niet in. maar wel bun Standaardnederlandse varianten vaatdoek en snoc:isacbcl oude sabel. gebr. als snoei mes b. h. bijsnoeien v. heggen, ook wel b. h. maaien van ..ruuqtc" thooggroei- end onkruid, b.v. brandnetels): W. (Amd.: Osb.; Rtm.; Ok.: Grij.; Dob.: Wkp.: Ztl.). Men zegt meestal sacbel. 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 31