ZEEUWSE DIALECTDAG 19 OKTOBER 1996 Rie Rosmolen-Mime Ofschoon we vrij vroeg arriveerden op de Dialectdag 1996. bleek het dat we bepaald niet de eersten waren. De ontvangst is voor veel mensen een belangrijk programma-onderdeel, zoals ook het begroeten van oude kennissen in de Vroone te Kapelle. De koffie en bolus smaakten zo te zien iedereen. Jaap Murre had het druk met het innemen van de toegangsbewijzen en het uitreiken van de deelnemerslijsten, die naarstig werden bestudeerd. Door al deze activiteiten was de belangstelling voor de boeken in de hal nog niet erg groot. De boekenkraam werd verzorgd door de dames Annemarie 't Hart en Ineke de Jager met assistentie van een paar heren. Ook voor deze mensen een drukke dag. 's middags werd er zo te zien goed verkocht. De voorzitter, drs. ing. C. Martens, kon om 10.15 uur een volle zaal begroeten met een bijzonder welkom voor o.a. de Commissaris van de Koningin drs. W.T. van Gelder en zijn vrouw. De heer Martens stelde het bestuur voor, omdat de naamkaartjes op de tafels slechts vóór in de zaal te lezen waren. Misschien een idee om de bestuursleden een naamplaatje op te spelden voor zo'n gelegenheid. liet openingswoord sprak drs. Van Gelder niet in het Zeeuws deze keer, maar toch in duidelijke taal. De commissaris toonde zich bezorgd over het verdwijnen van het Zeeuws dialect. Hij vroeg zich af of de Zeeuwse dialeden niet te veel als een museumstuk behandeld waren en zo de aansluiting bij de moderne tijd misten. De taal is erg belangrijk voor de identiteit van een volk. Verwonderd was hij, dat nog nooit iemand, in al die 4 jaren, hem in het Zeeuws aangesproken had. Dat doet men blijkbaar niet bij de Commissaris, en wat hem betrof mochten de Gedeputeerden Dek en Hennekij in de vergaderingen van de Provinciale Staten gerust hun eigen dialect gebruiken. Richt jullie aandacht niet alleen op behoud maar zeker ook op bevordering van het dialect, besloot de heer Van Gelder in een voorstel voor een naamsverandering van de Vereeniging. De voorzitter bedankte de Commissaris voor deze duidelijke woorden, vertelde dat deze gedachte ook leefde bij het bestuur en dal er al een commissie was gevormd ter bevordering van het dialect. Hierna werden de programmapunten van de Algemene Ledenvergadering afgewerkt. Secretaris en penningmeester hadden nog enkele vragen te beantwoorden; de kascommisie had de boeken in orde bevonden, vertelde mevrouw drs. A.F.van der Zande-Vleugels Schutter. Mevrouw L. Rijstenbil was aftredend bestuurslid en niet herkiesbaar. In haar plaats stelde het bestuur voor de heer Wil Boogaard uit Sint-Annaland te benoemen. 'Da's een boeien,' zei een zus van me, die zelf ook in Stalland woont, "k kenne êêl zun ferrnielje.' Dus begonnen wij alvast hard te klappen en iedereen klapte mee. De heer ing. J.J.de Regt gaf een kort verslag van de werkzaamheden van de Stichting 'De Zeeuwse Taele'. Die vorderen goed. maar hij besloot kernachtig: 'M'ebbe vee held nódig.' Al met al kwamen we aardig in tijdnood en nadat de voorzitter nog enkele vragen en opmerkingen bij de rondvraag had beantwoord, wilde mevrouw dr. N. Bakker, die evenals mevrouw Rijstenbil bloemen van het bestuur had gekregen, nog even het woord. Zich verontschuldigend dat ze geen dialect kon spreken, bood ze het bestuur een zakje 'smoelentrekkers' aan. Wel. de naam plunmpetje kleuterdraclit voor jongens, ge dragen van omstreeks 2 tot omstreeks I a 5 jaar, liet verving het pollemusje. pluumpetje 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 33