HET 'FORT ZEELANDIA' AAN DE RIVIER DE ESSEQUIBO Onze zorg voor het Zeeuws erfgoed overzee Doeke Roos* Op 26 februari 1667 ging de Zeeuw Abraham Crijnssen ten anker voor het Engelse 'Fort Willoughby' in de monding van de Suriname-rivier. Hij zond een tamboer aan wal en eiste onmiddellijke overgave van het fort. Hij gaf de Engelse commandant Byam slechts een kwartier om erover na te denken. Na de verovering noemde hij het fort 'Zeelandia'.1 Ongeveer 80 jaar later bouwde Commandeur Laurens Storm van 's Gravesande enige honderden mijlen westelijker aan de Essequibo een fort en noemde het eveneens 'Zeelandia'. Dit om zijn broodheren in het verre Middelburg - de bewindhebbers van de Kamer Zeeland van de West- Indische Compagnie - te gerieven. Bekend is dat de fantasie van Hollanders en Zeeuwen beperkt was waar het ging over de naamgeving van hun forten in de gekoloniseerde gebieden. Zo zijn er wel drie forten 'Zeelandia' en talrijk zijn de forten die 'Nassau' of 'Oranje' heetten. Crijnssen had van de Staten van Zeeland de opdracht een onderzoek te doen naar de in hoofdzaak Zeeuwse bezittingen in de West. Ook de koloniën Berbice en Essequibo, Zeeuwse plantagekoloniën langs de oevers van deze rivieren, waren onderdeel van dit onderzoek. In zijn instructies stond vermeld dat zowel Berbice als de Essequibo mogelijk door de Engelsen waren veroverd, en dat maatregelen genomen dienden te worden om deze gebieden te heroveren. Later bleek dat na een overval door de Engelsen, dezen weer waren verdreven en de orde was hersteld. Crijnssen vervolgde met zijn schepen de reis naar het eiland Tobago, een andere Zeeuwse bezitting, ook wel 'Klein Walcheren' genoemd.2 Vergeten kolonie In deze bijdrage vraag ik aandacht voor de misschien wel vergeten Zeeuwse kolonie Guyana en voornamelijk voor het Fort Zeelandia op Forteiland in de monding van de Essequibo. Gezien de grote aandacht die er is voor ons historisch erfgoed in het buurland Suriname en andere voormalige Nederlandse koloniën zou ook in Guyana, waar de Zeeuwen gedurende ongeveer twee eeuwen verbleven, het nodige gedaan kunnen worden aan dat wal we er achter lieten. I)c nu zelfstandige Republiek Guyana (het voormalige Brits-Guyana) ligt ten westen van Suriname en is bijna zesmaal zo groot als Nederland. Met zo'n 700.000 inwoners is dit land dun bevolkt. Rond 1800 namen de Engelsen deze kolonie over van de Nederlanders en bleven er tot 1966. In de hoofdstad Georgetown vinden we echter nog altijd de Vlissingenstreet en de Stabroekmarket. Het daarna zelfstandige Guyana trachtte een marxistische heilstaat te stichten; dit is mislukt. Het land klimt nu moeizaam uit een diep dal en het lijkt alsof het er economisch beter gaat. Al in 1616 hadden de Zeeuwen zich gevestigd langs de oevers van deze rivier, in hoofdzaak ver van de monding. Daar waar de Essequibo zich splitst in de Mazarouny en de Cayuni is op een klein eilandje het Fort Kijkoverai gebouwd. Een zeer toepasselijke naam omdat men vanaf het fort een goed overzicht had over de wijde omgeving. Later werden op het vasteland de plantages aangelegd en met behulp van de uit West-Afrika aangevoerde slaven bebouwd.3 Fort Zeelandia Na meer dan l(K) jaar besloot men. na langdurig overleg met de bewindhebbers in Middelburg, het bestuurscentrum van de kolonie te verplaatsen naar een meer naar de kust gelegen lokatie; naar een eiland dat later Forteiland werd genoemd. Dit niet alleen omdat de plantages ter plaatse uitgeput raakten, maar ook omdat door het plaatsen van een fort dichter naar de monding van de rivier de kolonie beter beschermd was tegen vijandelijke aanvallen. De voornaamste animator om op dit eiland een groot fort te bouwen was Laurens Storm van 's Gravesande, de secretaris en later commandeur in de kolonie Essequibo. Hij schreef aan de bewindhebbers in Zeeland dat ter plaatse de benodigde stenen gebakken konden worden. In 1740 werd met de bouw van liet fort begonnen. De plantage-eigenaren waren bereid om een deel van hun slaven af te staan om bij de bouw behulpzaam te zijn. In april 1744 meldde Storm aan zijn directeuren in Zeeland dat het nieuwe fort 'nu volkome 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 4