Van drie registraties is de papieren neerslag over langere perioden in openbare
archiefbewaarplaatsen bewaard gebleven:
- het vertrek uit de gemeente waar iemand woonde:
bevolkingsregisters en staten van landverhuizers
- de reis naar en de aankomst in Amerika:
scheepspassagierslijsten
- het verblijf in de nieuwe woonplaats in Amerika:
volkstellingsregisters
De achtergrond, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van deze bronnen wordt hierna
besproken.
Bevolkingsregisters
In het gemeentelijke bevolkingsregister staan alle inwoners van een gemeente geno
teerd. Hierin kan dus in principe van iedereen vastgesteld worden of men is geëmi
greerd. Bij vertrek uit de gemeente haalde de ambtenaar ter secretarie, net zoals bij
andere inwoners die vertrokken, de naam van de emigrant door en noteerde in een
daarvoor bestemde kolom de datum van vertrek en de bestemming. Hiermee was de
emigrant 'uitgeschreven'. De ambtenaar was daarbij afhankelijk van de aangifte van
de persoon in kwestie. Meldde hij zijn vertrek zelf, dan kunnen de genoteerde gege
vens tamelijk betrouwbaar zijn. Meldde hij zijn vertrek niet, dan kon de gemeente
hem achteraf 'ambtshalve' uitschrijven. Als hierbij ook een datum van vertrek en
bestemming werden ingevuld zijn die vaak voor meerdere uitleg vatbaar. Zo kan de
'vertrekdatum' in dat geval een benaderde datum van vertrek zijn of de meestal late
re datum waarop de 'ambtshalve uitschrijving' plaatsvond. Ook de plaats van bestem
ming is dan minder betrouwbaar, als al niet volstaan werd met de algemene aandui
ding 'Noord-Amerika'. Wanneer uit navraag zelfs niet bleek dat het vertrek samenhing
met een emigratie vulde de gemeenteambtenaar enkel 'vertrokken' of 'bestemming
onbekend' in, en kwam het vertrek ook niet in de hierna genoemde 'staten van land
verhuizers' terecht.
In Zeeland houden de gemeenten sinds 1825 een bevolkingsregister bij, aanvan
kelijk in de vorm van registers die alfabetisch op naam of per wijk op huisnummer
waren ingericht. Rond 1920 werden deze registers vervangen door gezinskaarten, in
1940 zijn die vervangen door persoonskaarten. De bevolkingsregisters en soms ook
de gezinskaarten zijn, voor zover ze bewaard zijn gebleven, uitsluitend ter inzage bij
de gemeenten. In gemeenten waar een gemeentearchief is gevestigd zijn ze meestal
in de studiezaal op microfiche te raadplegen, bij gemeenten zonder gemeentearchief
kan een afspraak gemaakt worden met de aldaar dienstdoende beheerder.
Staten van landverhuizers
Toen steeds meer Nederlanders naar 'overzee' vertrokken wilde de overheid inzicht
krijgen in de omvang en achtergronden van de emigratie. Voor een goed inzicht was
het noodzakelijk om de gegevens van alle Nederlandse emigranten te kunnen krijgen,
ongeacht of ze uit Nederlandse, Duitse, Belgische of Franse havens vertrokken.
Hiervoor kwam alleen de gemeentelijke bevolkingsregistratie in aanmerking.
Op last van de Minister van Binnenlandse Zaken moest iedere gemeente vanaf
1847 jaarlijks een lijst maken van alle in dat jaar vertrokken emigranten, de zoge
naamde 'staat van landverhuizers'. De gemeente gebruikte hiervoor de gegevens uit
58
ZEEUWSE EMIGRATIE NAAR AMERIKA 1840-1920