Voor de vindplaatsen van de staten van landverhuizers moet onderscheid gemaakt worden naar de periode tot en met 1900 en de periode daarna. Tot en met 1900 was de provincie verplicht een provinciale verzamelstaat op te maken, die in principe aan wezig is in het archief van het Provinciaal Bestuur van Zeeland. Voor de periode daar na is men aangewezen op de gemeentelijke staten in de archieven van de gemeenten of op het gemeentelijke bevolkingsregister. - Vindplaatsen, tot en met 1900 De provinciale verzamelstaten van landverhuizers zijn op twee plaatsen ter inzage. De meest complete serie, alle staten van 1839 tot en met 1900, is in fotokopie in de studiezaal van het Rijksarchief in Zeeland te raadplegen.3 Op de in de staten voorko mende persoonsnamen heeft mevrouw S. Oudes een index vervaardigd, met verwij zing naar de gemeente en het jaar van vertrek. Deze index gaat vooraf aan de foto kopieën en is tevens gepubliceerd in de reeks gidsen en nadere toegangen van het Rijksarchief.4 Een veel minder complete serie provinciale verzamelstaten van land verhuizers is aanwezig in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Hier zijn de door de Provincie Zeeland ingestuurde staten over de periode 1848-1877 op microfiche beschikbaar, voorzien van een index op de staten van alle provincies.5 De gegevens uit de staten van landverhuizers over de periode 1839-1880 van alle Nederlandse provincies zijn bovendien in gecomprimeerde vorm in alfabetische volg orde gepubliceerd door de Amerikaanse hoogleraar R.P. Swierenga.6 Voor Zeeuwse emigranten verdient de raadpleging van de hiervoor genoemde fotokopieën van de originele staten samen met de index 1839-1900 echter de voorkeur, omdat Swierenga de gegevens in een code heeft gezet en de staten alle gegevens volledig uitgeschre ven weergeven. - Vindplaatsen, na 1900 De gemeentelijke staten van landverhuizers, ook die van na 1900 (toen er geen pro vinciale overzichtsstaten meer gemaakt werden), berusten in principe in de archieven van de gemeenten, meestal als bijlage bij de uitgaande brief aan de provincie, vanaf 1919 aan het CBS. Eenvoudiger en het meest betrouwbaar is evenwel vanaf 1901 meteen het bevolkingsregister van de gemeente te raadplegen. Wanneer de gemeente van vertrek van een na 1900 vertrokken emigrant onbekend is, kan sinds kort een nieuwe toegang dienst doen. Een groep onderzoekers heeft op initiatief van de consulent regionale geschiedbeoefening Zeeland alle in de periode 1901-1920 geëmigreerde inwoners van Schouwen-Duiveland en Noord- en Zuid- Beveland in de bevolkingsregisters opgespoord. De belangrijkste gegevens zijn sinds kort in een computerbestand verwerkt en in geprinte vorm beschikbaar. Hopelijk zul len ook de bevolkingsregisters van de gemeenten op Walcheren, Tholen en Sint Philipsland en in Oost Zeeuws-Vlaanderen nog bewerkt worden.' In het voorgaande overzicht ontbreekt West Zeeuws-Vlaanderen. Omdat uit dit gebied relatief veel mensen zijn geëmigreerd, heeft de heer A. Vergouwe op basis van de bevolkingsregisters en de staten van landverhuizers de gegevens van alle 12.012 emigranten, die tussen 1840 en 1970 uit deze regio vertrokken, verzameld en gepu bliceerd. Van hen wordt vermeld: achternaam, voornaam, geboorteplaats en -datum, vertrekdatum, bestemming, beroep, godsdienst, burgerlijke staat en gemeente van vertrek.8 62 ZEEUWSE EMIGRATIE NAAR AMERIKA 1840-1920

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1997 | | pagina 64