SMALLEGANGE
TE ABBEKINDEREN
'het Stamhuis van den bekenden Kronykschryver'
D. de Koning-Kastelijn, M.W.A. de Koning
en J.J.B. Kuipers
VERDWENEN ZEEUWSE
Aan het Kasteelwegje beoosten Abbekinderen, nog juist
binnen het grondgebied van de gemeente Kapelle, herinnert
alleen een hooggelegen perceel akkerland met wat
puinsporen en vergruisd vondstmateriaal aan het
laatmiddeleeuwse huis of kasteel Smallegange. Dit gebouw in het 'Zuyd-Ambacht' van Kloetinge
werd omstreeks 1560 door brand verwoest, het nadien herbouwde huis vóór 1696 afgebroken.
Kasteel of versterkte hofstede?
Het voormalige huis of kasteel Smallegange lag op een verhoogd terrein dichtbij de oude kreek de
Smallegange. Aan deze kreek dankte behalve het huis ook de familie Smallegange haar naam. De
familie is uit archivalische gegevens bekend sinds de veertiende eeuw. De oudste bekende telg was
Willem Smallegange. Hij was gehuwd met de dochter van de heer van Kloetinge en overleed
omstreeks 1315.
Het kasteeltje moet eveneens in de veertiende eeuw zijn gebouwd als een 'heerlijk huys' door een
van de ambachtsheren van Kloetinge. Langs de kreek de Smallegange liep het 'wegelinck van
't Smaeleganghe' naar de 'Langebrugge' of 'Smalleghancxe brugghe' iets ten noorden van het huis
Smallegange. Vandaar kon men over een eigen wegeling dwars door de landerijen naar het dorp
Kloetinge. Mogelijk was het kasteeltje de opvolger van de (afgegraven) vliedberg/motte aan de
Wrangeweg in Abbekinderen, ongeveer vijfhonderd meter verderop; dit was een
'tweeperiodenheuvel' waarvan de vondsten uit de oudste periode dateren uit de twaalfde en/of elfde
eeuw.
Over de bouwgeschiedenis en het type van het kasteeltje aan de Smallegange is niets bekend. De
Zeeuwse kroniekschrijver Mattheus Smallegange (1696) omschreef het - toen al verdwenen -
kasteeltje als een 'Heerlijk Huis' gelegen op 'eenen hoogen schoonen blok lands, Smalleganges
Hoek geheeten, groot 19 Gemeten, 14 Roen'.
Dekker (1971, 501) meent dat het gaat om een versterkte hofstede. Evenals de 'echte' kastelen
kwamen deze versterkte hofsteden in de veertiende eeuw in de plaats van de werven of vliedbergen.
Vele van deze werven waren in de eeuwen tevoren de basis van zogenaamde mottekastelen, met op
de aarden heuvel een houten, later soms bakstenen toren, palissaden, omgrachting en een voorhof
met opstallen voor agrarische activiteiten. Net als te Wemeldinge en Yerseke was in Kloetinge de
lagere adel talrijk, zodat men, aldus Dekker, in de nabijheid van de oude werven 'heerlijke huizen
[vindt] die de weidse naam van kasteel niet verdienen, maar eerder die van versterkte hofstede,
zoals het Blauwhuis of huis Ter Vesten te Wemeldinge, het "burchtje" van Oostee te Yerseke, het
hof Blancxkinderen en het huis Smallegange te Kloetinge.'
Een voorlopige inventarisatie in het kader van het project kastelenlexicon onder auspiciën van de
Stichting Kastelenlexicon Nederland (SKLN), waarvan de Zeeuwse coördinatie berust in het
Provinciaal Archeologisch Centrum Zeeland (PACZ) te Middelburg', leverde voor het gebied van
Kloetinge ongeveer vijftien werven en kasteelachtige locaties op! Hoewel bij 'zuivering' een en
ander kan afvallen, blijft dit een indrukwekkend getal.
25