De gebroeders Bazen vertrokken samen in 1914 naar 'Rivers Kanatoba'. Zij waren allebei
veldarbeiders. Simon en Wolfert Comelis Overbeeke waren ook allebei werkzaam als arbeider op
het land en woonden op hetzelfde adres. Simon vertrok als eerste in 1904. maar kwam weer terug
in 1908, en zijn broer vertrok in 1906. In 1914 vertrok er een Martinus Overbeeke naar Hamford in
Californië. Ook vertrokken er vier alleenstaanden die allen Van Zuijen heetten en alle vier waren
ze veldarbeiders. Drie van hen waren zeker broers. De eerste die wegging was Nicolaas Jan. Hij
ging in 1914 naar 'Laton Trisnoco' (San Francisco?) in Californië. De andere twee broers, Marinus
Willem en Marinus Johannes vertrokken samen in 1919 naar de staat Colorado. De andere Van
Zuijen, Comelis Marinus vertrok al eerder in 1907 en hij ging naar de staat Wisconsin. Broer en zus
Thijse vertrokken ook samen op 29 april 1901.
In 1904 zijn er negen alleenstaanden geëmigreerd, waarvan er zeven in groepsverband. Een groepje
van drie en een groepje van vier personen. Zijn er ook onderlinge verbanden te vinden in zo'n
groepje?
Het eerste groepje vertrok op 23 maart 1904 en bestond uit Johannes Izak van der Moer 28 jaar, die
overigens in 1906 weer terugkeerde, Komelis Tibout 41 jaar en Rogier Brandenburg 18 jaar. Hun
beroepen waren respectievelijk landbouwersknecht/werkman, hoefsmidsknecht en
kleermakersknecht. Hun beroepen en leeftijden hadden in ieder geval niets gemeenschappelijks.
Toch is er wel een familieverband te ontdekken tussen twee van hen. Tibout was in 1900
teruggekeerd uit Zuid-Afrika, samen met zijn broer Nicolaas. Deze Nicolaas trouwde met Marina
Hendrika Brandenburg, een zus van Rogier. Zo kenden Komelis en Rogier elkaar waarschijnlijk
goed. Deze families waren toch nogal reislustig, want Nicolaas en Marina kwamen in 1911 uit
Nederlands-Indië en vertrokken daar weer naartoe in 1912. Een andere zus. Maatje Brandenburg
vertrok in 1905 naar Zuid-Afrika en kwam in 1911 weer terug en trok in bij Nicolaas en Marina
Tibout. Hiermee is in ieder geval een relatie gelegd tussen Komelis Tibout en Rogier Brandenburg
en het is aannemelijk om te stellen dat ze invloed hebben ondergaan van familie.
Het tweede groepje vertrok op 14 juli 1904 en bestond uit Jacob Comelis Bom 28 jaar, Cornelis
Steenland 25 jaar, Thonis Johannis van der Weel 25 jaar en Adriaan van der Giessen 18 jaar. Hun
beroepen waren respectievelijk broodbakkersknecht/herbergier, broodbakkersknecht, veldarbeider
en koopman. De ouders van Adriaan van der Giessen vertrokken een jaar later op 24 april 1905
samen met zes kinderen. Ook hij was koopman. Er werd geen nadere bestemming opgegeven, dus
of ze naar hun zoon gingen is onbekend, maar aangezien hij toch nog jong was lijkt dat wel
aannemelijk. Er vertrok nog een gezin dat al een zoon had die vooruit was gegaan in ditzelfde
groepje van vier. De vader van Comelis Steenland, een weduwnaar, vertrok met vier kinderen op
30 april 1908 naar Grand Rapids. Zijn beroep was schoenmaker. Eén dochter bleef achter. Cornelis
zelf kwam in 1908 weer terug in Nederland. Op dezelfde datum als vader Steenland vertrok er nog
een gezin. Gosse de Vries vertrok samen met vrouw en vijf kinderen ook op 30 april 1908. Zijn
beroep was klompenmaker en het gezin ging naar Kalamazoo (Michigan). Ook het eerder
genoemde gezin van de ouders van Adriaan van der Giessen vertrok met nog een ander gezin, met
het echtpaar Hendrik de Vlieger-Otte. Hij was groentekweker en zijn bestemming was New York.
Van dit groepje van vier zien we dat van twee van hen naderhand de ouders met hun andere
kinderen vertrokken om zich wellicht bij een zoon als kwartiermaker te voegen. En dat deze
gezinnen ook weer samen met andere gezinnen weggingen. Ook in Haamstede zien we dus veel
emigranten die of verwant zijn of met elkaar zijn vertrokken.
Ongehuwden uit Burgh
Burgh was het enige dorp van deze drie dorpen waarvan het inwonertal daalde in deze periode en
wel van 601 in 1900 tot 571 in 1920. In totaal had Burgh 18 emigranten. Het opmerkelijkste is dat
het hierbij gaat om maar één gezin en maar liefst 15 alleenstaanden, waaronder 2 dienstboden die
23