allebei emigreerden met als doel een huwelijk aan te gaan. Het gezinshoofd en 11 alleenstaanden gaven aan werkzaam te zijn als landarbeider. Behalve deze emigranten moeten er in Burgh dus ook mensen naar elders zijn vertrokken. Waren er misschien ook landarbeiders die hun heil zochten in de industrie van Rotterdam of eventueel Duitsland? Een groot aantal Nederlanders zocht werk in landen in Europa en met name in Duitsland. Vooral in de periode 1880-1910 zocht men hier werk in de nijverheid en mijnbouw. Volgens de bevolkingsregisters uit de periode 1900-1909 vertrokken er in totaal 15 personen naar Rotterdam. Drie gezinnen en zes alleenstaanden (vier mannen en twee vrouwen). De genoemde beroepen waren twee maal veldarbeider, twee maal arbeider (dit kan heel goed werk op het land geweest zijn), een smidsknecht en een koopman. Alleen de laatste had de aantekening dat hij zelfstandig werkte. Als we de periode 1900-1907 nader bekijken, blijkt dat er meer personen naar Rotterdam 13) gingen dan naar Noord-Amerika (10). Gold dit voor de periode 1900-1909 ook voor Duitsland? Het antwoord is duidelijk nee. want alleen in 1908 vertrok er een vrijgezel, een timmermansknecht naar dit land. Dat er toch arbeiders werden gevraagd vanuit Duitsland en dat daarbij mensen werden gelokt via berichten in de krant of via speciale agenten bleek uit een waarschuwing tegen dergelijke praktijken, die op 31 oktober 1904 uitging van de burgemeester. In de industriële ondernemingen bleek bij aankomst niet altijd werk voorhanden en de burgemeester raadde aan zich van te voren goed te laten informeren Zo'n kleine tien jaar later was er niet veel veranderd. In 1913 werd er een brief gestuurd door de directeur van de Arbeidsbeurs te Oberhausen aan het bestuur van de Vereeniging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen met de mededeling dat het zeer moeilijk was om in Duitsland werk te vinden. Vooral fabrieksarbeid werd helemaal niet gevraagd en alleen grondwerkers konden nog worden geplaatst. Er werd zelfs ontraden om zich naar Duitsland te begeven zonder enige zekerheid te hebben Misschien zijn deze waarschuwingen de reden dat er uit Burgh maar één persoon naar Duitsland vertrok. Hoe verliep in Burgh het patroon van emigratie naar Amerika, als we de emigranten nader beschouwen? In 1904, het jaar dat uit Burgh de meeste personen emigreerden, ging ook het enige gezin en daarnaast nog twee veldarbeiders en een dienstbode. In 1911 vertrokken er vier vrijgezellen. Comelis Straaijer vertrok op 18 april en ging naar Truita Colorado. Leendert Pieter Thijse vertrok op 13 april naar Kalamazoo. Hij had twee broers die hem voor waren gegaan. Adriaan Thijse was al in 1900 vertrokken naar Amerika en was toen nog maar 17 jaar oud. De andere broer. Jan vertrok in 1904. Of de drie broers dezelfde bestemming hadden is niet bekend. De twee andere vrijgezellen, Jan Comelis Speelman en Adriaan de Glopper, gingen zelfs op dezelfde dag weg, op 18 maart 1911 en ze gaven allebei Kalamazoo op als bestemming. De broer van de Glopper, Jan Adriaan vertrok een paar jaar later, in 1914, en ook hij ging naar Kalamazoo. Vier alleenstaanden gingen dus hiernaar toe en twee naar Truita Colorado, want behalve Comelis Straaijer was in 1910 Leendert Jan Fondse daarheen geëmigreerd. Zijn zus ging in 1921 ook naar Amerika. Een andere vrijgezel noemde als einddoel Paterson (New Jersey) en alle anderen gaven geen nadere bestemming op. Er waren nog twee broers die naar Amerika gingen. Jan Bakker vertrok in 1904 en Pieter Johannes in 1906. En deze laatste vertrok weer op dezelfde dag als Adriaantje Wilhelmina Kostense, één van de twee dienstboden die naar Amerika vertrok om een huwelijk aan te gaan. Groepsmigratie uit Renesse Het derde dorp in de Westhoek is Renesse en hiervandaan vertrokken in genoemde periode 6 gezinnen en 7 alleenstaanden. We zullen twee voorbeelden geven van groepsemigratie: Tussen een gezin en een alleenstaande kunnen we alleen op grond van data een verband leggen. Jan Brandenburg had zich samen met zijn vrouw op 19 oktober 1911 uit Dubbeldam in Renesse gevestigd en was geëmigreerd op 30 november 1911. Als bestemming gaf hij Chandler op. Op dezelfde datum was Balthazar Stoel ook uit Dubbeldam gekomen en hij vertrok ook op 30 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2002 | | pagina 26