Adviezen De broers wonen dus dicht bij elkaar in de buurt. In deze periode maakt Marinus ook plannen om een eigen boerderij te beginnen in Plymouth, een plaats in de buurt van Sheboygan, en Bart zal dan bij hem komen werken. Uitvoerig worden landbouwmethoden beschreven zoals het inkuilen van groenvoer. Ook is er sprake van het opsturen van zaden vanuit Holland. Nieuwe emigranten en mensen die voor familiebezoek naar Europa geweest zijn brengen ook zaden mee, zoals klaverzaad. Als Bart tien maanden in Amerika is heeft hij al genoeg verdiend om zijn reis terug te betalen aan Marinus. Hij kan dan zijn eigen kleren kopen. Hij schrijft dat hij geen schuld meer heeft en nog 154 dollar over heeft. Dit bedrag staat gelijk aan 385 gulden. In materieel opzicht gaat het hem dus goed. Hij vindt het echter jammer dat hij de Engelse taal nog niet zo goed spreekt. Hij zou het wel beter willen leren, maar het merendeel van de andere arbeiders op de boerderij is Nederlands en zij spreken in hun eigen moedertaal. Ook bij Marinus thuis, die dan bijna vijfjaar in Amerika is, wordt alleen Nederlands gesproken. 'Kom toch ook' De broers zijn erg positief over hun emigratie naar Amerika en vinden deze in alle opzichten geslaagd. Zij schrijven hierover naar hun ouderlijk huis en zij zouden het liefst hun verwanten willen laten zien hoe goed ze het hebben. Zij stellen ook voor, met name aan Simon en aan Vader om gedurende een bepaalde tijd, b.v. acht maanden over te komen vooral omdat dit een leerzame periode zou kunnen zijn om allerlei nieuwe landbouwmethoden te leren kennen. Ook dringt Marinus erop aan dat Simon wat zelfstandiger wordt en los komt van het ouderlijk huis. Ook om die reden zou een tijdelijk verblijf in Amerika leerzaam zijn. Op 2 oktober 1910 schrijft Marinus aan Simon: Daar schreev ik eens aan Vader dat hij u een loon zou geven zoodat ge niet altijd voor niemandal zou werken en dat gij een kans zou krijgen eenige senten te bespaarren die u later hoed te pas konden komen. Maar ik kreg een antwoord erop dat hij jongen die zoo wat voor MijnHeer willen speelen geen loon kan geeven wand dat hij geen beurs had van Mr. Van Leinnen (Bedoeld wordt het kapitaal van baron Van Lynden van het landgoed Ter Hooghe). Ik heb de brief nog want ik bewaar ze allen. Vader werkt in dit opzicht niet mee en houdt er zijn eigen mening op na. Hij wil dat het hele gezin kosteloos meewerkt om de boerderij in stand te houden. Bart kan het ook goed aarden in Amerika. In 1911 schrijft hij naar zijn broer Simon: Dat er meer land is om beeter dan eenige streek in Europa en het is hier ook een gezellig land. Men vint hier net zoo veel vrienden als in Nederland en als je je vrouw meebrengt dan hep je dadelijk gezelschap voor u en een zorg maar dat is niet zoo erg want de vooruitzigten zijn hier ook goed ik ondervind het vandaag nog... Denk je nog om over te komen voor een maand of 8. P. Boogerd zijn meisje komt ook over in November heeft hij gezegt. Den heer Gidings heeft ook al is gevraagd of je eens overkwam ja als u wild komen. En ik kan u helpen wil ik het ook doen. Weest zo goed en schrijft eens trug dan weet ik wat. Simon zou best voor een bepaalde periode in Amerika willen gaan kijken, maar het staat hem tegen dat zijn broers in Amerika het geld voor de reis zouden moeten voorschieten. Ondanks aandringen van beiden doet hij het niet. Hij vraagt zijn broers nog wel wat zij ervan zouden vinden als hij zijn meisje of zijn vrouw zomaar voor een bepaalde tijd achter zou laten, maar Bart schrijft in juli 1911: 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2002 | | pagina 43