in Sheboygan. Zo waren er nog 43 meisjes die alleen naar Amerika vertrokken; in de meeste
gevallen was hun toekomstige echtgenoot vooruitgegaan. De emigratie van de familie Beenhouwer
is een goed voorbeeld van dit proces.
Jan Beenhouwer vertrok in 1911 vanuit zijn geboorteplaats Vlissingen naar Rochester, vanouds een
Zeeuwse vesting. In totaal vertrokken in deze periode 121 Walcherse emigranten naar Rochester,
dus hij zal daar zeker kennissen hebben gehad. Jan was 31 jaar oud en timmerman van beroep. Hij
was Nederlands Hervormd en nam een bewijs van attestatie mee, zodat hij ook in Rochester kon
worden ingeschreven in de eigen NH-kerk. Jan kwam terug en op 8-1-1915 trouwde hij in
Vlissingen met de 35-jarige Jacoba van de Velde. Zij vertrokken op 12-1-1915 beiden naar
Rochester.
De broer van Jan, Goris, was hem al in 1912 gevolgd en broer Jacobus volgde hem in 1913 naar
Rochester. Broer Goris Beenhouwer was eerst in 1911 met zijn gezin van Middelburg naar
Vlissingen verhuisd. Kennelijk kon hij hier zijn geluk niet vinden en op 11-4-1912 vertrok hij naar
Rochester. Zijn vrouw en 3 kinderen volgden vanuit Vlissingen in januari 1913. Het jongste kind
was geboren op 3-5-1912, 3 weken na het vertrek van Goris. Ook het gezin van Goris vertrok met
een attest van de NH-kerk.
Broer Jacobus Beenhouwer was gehuwd en vertrok in maart 1913 van Vlissingen naar Rochester,
ook met een attestatiebewijs van de kerk. 8 Maanden later, op 17-11-1913 kwam hij terug. Hij
kwam net op tijd thuis want op 21-11-1913 werd een dochter geboren in het gezin dat
achtergebleven was.
Van de 34 personen die naar Paterson vertrokken, kwamen er 33 uit Middelburg en één uit
Vlissingen.
Op 28-8-1894 kwam Jacobus Vervenne terug uit Paterson naar zijn geboorteplaats Middelburg. Hij
trouwde en kreeg 4 kinderen. Op 15-5-1912 vertrok hij opnieuw naar Paterson. Hij was toen 41 jaar
oud en smidsknecht/koperverwerker van beroep. Zijn vrouw en kinderen volgden op 18-9-1912. De
kinderen waren tussen 9 en 16 jaar oud.
Op 29-3-1910 vertrok vanuit Middelburg Anthonie Pluijmers met zijn vrouw en 5 kinderen naar
Paterson. Hij was smid/bankwerker van beroep. Hij vertrok samen met zijn broer Bemardus en
diens vrouw en 2 kinderen. De smederij/rijwielhandel in de Zandstraat werd opgeheven. Op 1
januari 1910 was nog een nieuwjaarsgroet opgenomen in de Middelburgse Courant en in maart
1910 werd de opheffing van de smederij aangekondigd. De families boekten hun reis bij agentschap
Jansen Middelburg en reisden met de SS Potsdam van de Holland Amerika Lijn. De vrijgezelle
broer Jan Pluijmers vertrok op 3-4-1912 vanuit zijn geboorteplaats Middelburg naar New York. Hij
was 27 jaar oud en smid/ketelmaker van beroep. Jan ging samen met zijn vrijgezelle vrienden
Verhage, Kense en Daniëlse, ook met de SS Potsdam. Broer Bernardus Pluijmers kwam in februari
1915 terug uit Paterson en vestigde zich weer in Middelburg.
Westkapelle
Er emigreerden niet veel mensen van de dorpen; de meesten vertrokken vanuit Vlissingen of
Middelburg. Een uitzondering hierop is het dorp Westkapelle. Reeds in de voorgaande eeuw
emigreerden veel inwoners van Westkapelle. In de jaren 1842-1847 vond een ware uittocht plaats
naar Noord-Amerika. Families vertrokken toen in groepen tegelijk, namelijk zeventig emigranten
in vijf lichtingen. In de periode 1880-1900 gingen 191 emigranten, mannen, vrouwen en kinderen.
In de jaren 1900-1920 vertrokken er veel minder, 21, maar in verhouding tot de andere dorpen is
dit toch veel. Er was zelfs een agentschap in Westkapelle, A. Dekker, waar men een ticket
44