hun vertrouwde eigenschappen. Dit blijkt ook uit de correspondentie die bewaard gebleven is. De familieleden op Walcheren haakten hier wel op in. Als er in Noord-Amerika een familielid wachtte, was het besluit om te vertrekken sneller genomen. In 25 procent van de emigraties van volwassen personen uit mijn onderzoek kan een directe familierelatie worden aangetoond. Wanneer het emigratiepatroon van de onderzochte periode 1900-1920 wordt vergeleken met de cijfers uit de periode in de negentiende eeuw is er een verschuiving te zien van plattelandsemigratie naar emigratie vanuit de stad. Meestal werd in het begin van de twintigste eeuw wel een tussenstap gemaakt door eerst naar de stad te verhuizen en na enkele jaren naar Amerika te vertrekken. Het vak, dat men in de stad had geleerd, werd later ook in Amerika uitgeoefend. Men keerde niet meer terug in de landbouw. Van de 299 volwassen personen uit mijn onderzoek, waarvan een beroep vermeld werd, noemden 23 personen een beroep in de landbouw. Van arbeiders en ambachtslieden uit de steden Middelburg en Vlissingen werd 205 keer melding gedaan. In de onderzochte periode maakte de industriestad Vlissingen een sterke groei door (index 223). Op Walcheren ziet men een patroon van emigratie, waaraan migratie van de dorpen naar Vlissingen (en ook Middelburg) voorafging. In het begin van de twintigste eeuw emigreerden zeer weinig landarbeiders rechtstreeks vanuit de dorpen. Regelmatig reisde de man eerst naar Amerika om werk en huisvesting te zoeken waarna hij zijn gezin liet overkomen. Voor velen zal het afscheid van de familie in Nederland een definitief afscheid geweest zijn. Er werd echter ook gependeld door emigranten. Dit kan in 10 procent van de gevallen worden aangetoond en men kan ervan uitgaan dat dit percentage hoger is, omdat mensen die tijdelijk voor familiebezoek naar Nederland kwamen niet in de bevolkingsregisters werden vermeld, waardoor het moeilijk is de exacte gegevens te achterhalen. In Amerika bleef de band met lotgenoten hecht. Emigrantenkinderen trouwden onderling en men hielp elkaar met het vinden van werk. Ook via de kerk bleef lange tijd een band bestaan. Van familieleden van Nederlandse emigranten hoort men wel dat men de Nederlandse taal onderling nog lang blijft spreken, soms wel tot in de derde generatie. Noten 1. Bevolkingsregisters in Gemeentearchief Vlissingen en Rijksarchief Zeeland. Dit artikel is gebaseerd op J.M. Blaas- Rademaker, 'Emigratie vanuit Walcheren naar de Verenigde Staten van Amerika in de periode 1900-1920 in vergelijkend perspectief (Open Universiteit Nederland 2001). 2. Kerkregisters in Gemeentearchief Vlissingen en Rijksarchief Zeeland. 3. Gemeentearchief Rotterdam. 4. Geboorteregisters in Gemeentearchief Vlissingen en Rijksarchief Zeeland. 5. Elf brieven van 27 mei 1906-juli 1911. Kopieën in de collectie immigrantenbrieven in het Roosevelt Study Center te Middelburg. 6. K. Faasse, Dorp aan de zeedijk. Herinneringen aan Westkapelle (Vlissingen 1989) p. 152, 153. 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2002 | | pagina 48