Concrete verhalen Hoe een zeldzame ziekte kan leiden tot contact met Amerikanen Toen mevrouw H. hoorde dat haar dochter een zeldzame, slechts in enkele families voorkomende, ziekte had ging zij naspeuringen doen. Bij die zoektocht ontdekte zij familie in Noord-Amerika en startte een briefwisseling. En ja. één van die familieleden had dezelfde zeldzame ziekte. Een uitnodiging tot bezoek aan DeMotte volgde en zo ontstond het contact met de familie Fase. Met kinderen en kleinkinderen van Jan Marinus en Mattheus Hendrik Fase, die respectievelijk in 1892 en 1903 emigreerden naar Chicago vanuit Sint-Annaland Een emigratie uit woede want gemeente en kerkelijke overheid had het gezin na de dood van de ouders uit elkaar gerukt en in pleeggezinnen en weeshuis geplaatst. De oudste vertrok naar Amerika maar kwam zijn belofte aan zijn jongste broer na en haalde hem in 1903 op. Met hard werken wisten zij zich daar een bestaan op te bouwen. Vergeten deden zij Sint-Annaland niet, gezien de reactie van hun nakomelingen op de brief van mevrouw H. Soms denk je een betere toekomst in Amerika te vinden en pakt het toch anders uit Anthonisse had er genoeg van om in weer en wind buiten bij de boer te werken en zonder overleg nam hij in 1923 het besluit om met vrouw en kind naar Amerika te vertrekken. Hij vond in DeMotte bij Chicago werk in een fabriek, waar hij door zijn werklust en nauwkeurigheid werd gewaardeerd. Zijn vrouw voelde zich al snel thuis in DeMotte maar hij kreeg heimwee. In 1929 kwam de beurskrach en moest de fabriek bezuinigen. Zijn ontslag voelde hij als een vernedering en iets anders ondernemen wilde hij niet. Het heimwee naar Tholen werd steeds erger en even plotseling als het besluit tot vertrek kwam nu de beslissing tot remigratie. In 1931 ging Anthonisse weer bij de boer werken. Een vroege pendelaar Abraham Mol was de oudste zoon van een landbouwer, kwam door zijn tekentalent op de normaalschool terecht maar kon in het onderwijs geen emplooi vinden. Hij vertrok in 1906 naar familie in Amerika waar hij na omwegen in het reclamevak werk kon vinden. Hij bleef gebonden aan Sint-Philipsland en aangezien hij het zich als vrijgezel kon veroorloven reisde hij met allerlei geschenken vele malen heen en weer naar zijn familie. Zo was hij in 1940 in Sint-Philipsland en kon niet meer terug. De Duitsers namen hem in 1942 bij een zoektocht naar een piloot gevangen. Door een uitwisseling van gevangenen kwam hij weer in Amerika terecht. Later vestigde hij zich met vrouw en kind toch weer in Sint-Philipsland. Pijnlijke ervaringen Er zijn emigranten wier levensgeschiedenis zo pijnlijk is dat zij, éénmaal aangekomen in Amerika nooit meer over Nederland willen praten. Zo een man was Comelis Hoek. Zijn schoondochter Janet Hoek, 81 jaar oud, is al jaren bezig het verleden te ontwarren. Hij was een vriendelijke maar over zijn verleden zeer gesloten man. Van hem was alleen bekend dat hij in Sint-Annaland geboren en in Sint-Philipsland was opgegroeid. Naspeuringen leverden het volgende op. Comelis Hoek was getekend door een moeilijke jeugd. Zijn ongehuwde moeder gaf hem weg toen hij vier maanden oud was, ook daar was hij te veel en vanaf zijn derde jaar kwam hij onder de hoede van Roosje Salie in Sint-Philipsland. Hij woonde bij haar tot haar dood en vertrok toen, 1902, naar Amerika, Grand Rapids. Eerst werkte hij in een meubelzaak maar later had hij een eigen farm. Hij huwde en kreeg vier kinderen, maar het geluk duurde niet lang, zijn vrouw overleed in 1919. Een tweede huwelijk bleef kinderloos. Nooit sprak hij over zijn jeugdervaringen maar jaren na zijn dood werd in de familie een doos met brieven van zijn moeder gevonden, vol spijt en berouw. In 1941 overleed Comelis Hoek. Zijn schoondochter heeft zowel Sint-Annaland als Sint-Philipsland bezocht. 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2002 | | pagina 52