als in Veere, vele gasten ontving (waaronder prins Bernhard in 1960). Haar laatste levensjaren waren weinig vreugdevol. Geplaagd door financiële en gezondheidsproblemen overleed Claire Bonebakker in september 1979 in haar geliefde Mexico. Eigenlijk is het leven van deze 'Veerse schilderes' interessanter dan haar werk. Hoewel haar portretten niet onverdienstelijk zijn (zie b.v. het portret van haar vader op p. 28) doet veel van haar andere werk. zoals bloemstillevens, thans nogal gedateerd aan. Ik zou haar willen omschrijven als een minor talent. Toch is het goed dat leven en werken van deze flamboyante vrouw nu in boekvorm zijn vastgelegd. Zonder kleur kan ik niet leven is rijk geïllustreerd in - hoe kan het ook anders - kleur. Hilde Bras, Zeeuwse meiden. Dienen in de levensloop van vrouwen, ca. 1850-1950 (Amsterdam 2002). ISBN 90-5260-036-8, 262 blz., 27,70. Hilde Bras promoveerde in juni van dit jaar op de onderhavige studie, die volgens een strak schema en sterk kwantitatief (met veel tabellen) is opgezet. Dat is gelet op de serie waarin dit boek verscheen (dissertaties van de onderzoeksschool Interuniversity Center for Social Science Theory and Methodology) niet vreemd. De vraag naar vrouwelijk personeel nam in de negentiende eeuw bij de stedelijke burgerij sterk toe. Het dienstbodeberoep werd zelfs een van de belangrijkste vrouwenberoepen. Zo was tussen 1850 en 1930 maar liefst een derde tot de helft van alle in loondienst werkzame vrouwen dienstbode. Geschat is dat een kwart van alle Nederlandse vrouwen voor haar huwelijk als dienstbode werkzaam was (p. 13). Vóór de Tweede Wereldoorlog waren ook veel Duitse meisjes als dienstbode in Nederland werkzaam. Dit boek gaat echter over Zeeuwse meisjes. Hoewel, het gaat feitelijk over dienstboden afkomstig uit Schouwen-Duiveland, Noord-Beveland, Zuid-Beveland, Tholen en Sint- Philipsland in de periode 1835-1927 (p. 29). Dat heeft te maken met de Historische Steekproef Nederlandse bevolking (HSN), waarmee werd samengewerkt. Er is een aselecte steekproef genomen van een half procent uit de geboorteregisters van de voornoemde gebieden. In totaal zijn de levenslopen gereconstrueerd van ruim 700 Zeeuwse vrouwen. De gemeentelijke bevolkingsregisters (en de dienstbodenregisters) vormden de voornaamste bron voor deze reconstructies. De vrouwen zelf komen - op enkele uitzonderingen na - niet aan het woord in deze studie. Er zijn helaas ook weinig egodocumenten van dienstboden bewaard gebleven, met als een van de weinige uitzonderingen de brieven van de uit Tholen afkomstige Pietje Willemse aan haar vriendin Maatje Weijler Jan J.B. Kuipers, Maritieme geschiedenis van Zeeland. Water, werk, glorie en avontuur (z.p. [Middelburg/Vlissingen]: Den Boer/De Ruiter, 2002), 104 blz., afbn., lit. opg., ISBN 90-74576-34- 6. Prijs 15,- Uitgeverij Den Boer/De Ruiter is een nieuwe historische reeks gestart. Ter gelegenheid van de openstelling van het MuZEEum in Vlissingen verscheen in juni j.l. als eerste in deze reeks Maritieme Geschiedenis van Zeeland. Met als ondertitel Water, werk, glorie en avontuur naar de thematische indeling van het nieuwe Vlissingse museum, dat zich nadrukkelijk als maritiem 'muZEEum' voor de hele provincie presenteert. Wie bekend is met het werk van Jan Kuipers (en welke historisch geïnteresseerde Zeeuw is dat niet?) zal in deze uitgave -schitterend geheel in kleur geïllustreerd en fraai vormgegeven (door Ramon de Nennie) - niet veel nieuws aantreffen. Dat was ook niet de bedoeling. Veeleer is hier sprake van een handzaam en vlot geschreven overzicht van de historie van de provincie en het water. Interessant zijn de vele kaderteksten, die een halve tot een hele pagina beslaan (over o.m. dijkbewaking (blz. 9), de middeleeuwse kogge die in Doel werd 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2002 | | pagina 57