en Limburg. Op het platteland was weinig of geen geneeskundige hulp voorhanden.
De 'Hooge Scholen' (universiteiten) hadden bij lange na niet de capaciteit om vol
doende geneeskundigen op te leiden. Daarom werd besloten tot oprichting van
Geneeskundige Scholen te Middelburg, Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Alkmaar,
Hoorn en Maastricht.
Op 26 april 1838 werd door de Gemeenteraad te Poortvliet op het eiland Tholen
besloten een Gemeente Genees-, Heel- en Verloskundige aan te stellen. In september
1838 begon een te Middelburg opgeleide genees-, heel- en vroedmeester zijn prak
tijk, die hij tot 1902 zou blijven voortzetten. Gedurende deze tijd hield hij nauwgezet
een administratie bij van de door hem gedane 3693 verlossingen. Bewerking en ver
gelijking van de gegevens met die uit het geboorte- en sterfteregister levert een fraai
inzicht op in de resultaten van het verloskundig handelen in een plattelandsgemeente
in de negentiende eeuw.
MA. (Arnold) Verschuyl en H.L. Houtzager
'Het lijden aan en het snijden van de blaassteen. Willem Boenaert, steensnijder te
Zierikzee (1592-1656)'
Na een korte schets van vroegere opvattingen over de conservatieve behandeling van
patiënten lijdend aan stenen in de urineblaas, wordt ingegaan op de operatieve behan
deling van deze aandoening. Als voorbeeld wordt genomen de blaassteenoperatie bij
Catharina Fourmenois te Middelburg, die werd uitgevoerd door de Zierikzeese chi
rurgijn en stadssteensnijder Willem Boenaert. De operatie van Catharina Fourmenois
werd uitgevoerd in 1647 waarbij Boenaert met succes een blaassteen verwijderde. In
het archief van de Weeskamer van Zierikzee bevindt zich een inventaris van de medi
sche boeken van Willem Boenaert. Hieruit kan worden nagegaan welke medische
kennis hij had en naar welke onderwerpen zijn interesse uitging.
40