DAPPERE VROUWENLEVENS
Steunpilaren van de dialectologie in Zeeland
M.P. de Bruin*
Wanneer we de periode van 75 jaar waarin de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek
bestaat in tweeën delen, komen we twee dappere vrouwenlevens tegen: Henrika Catharina Maria
Ghijsen en Engelina Johanna van den Broecke-de Man. Kortaf Rika en Lien genoemd. Rika heeft
zelf haar boek over Betje Wolff en Aagje Deken Dapper vrouwenleven genoemd.
Rika
In een 'In memoriam' (zij overleed te Middelburg op 25 maart 1976) heb ik over haar geschreven:
'Een groot deel van dit rijke vrouwenleven werd besteed aan het Woordenboek der Zeeuwse
Dialecten, resultaat van het onderzoek dat door de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek,
opgericht in 1928, is ingesteld. Zonder aan leden en medewerkers, Zeeuwen of oud-Zeeuwen, die
bijna zonder uitzondering zelf dialectsprekers zijn of waren, ook maar iets te kort te willen doen,
mogen wij toch wel zeggen dat zij de ziel van het werk is geweest. Vitaliteit en doorzettingsvermogen
kunnen dan karakteristieke eigenschappen worden genoemd. Zij werd in haar werk deskundig
bijgestaan door Kato J. van de Putte, die een wakend oog hield op het talrijke materiaal.'
Rika Ghijsen in haar werkkamer.
Lien
Met mevrouw Van den Broecke-de Man heb ik op bijzondere wijze kennisgemaakt. Daarvan
schreef ik in 1989: 'Vanuit de flat nr. 194 aan de Boulevard de Ruyter te Vlissingen heb je een
schitterend gezicht op de Westerschelde. De schepen uit de Wielingen steken schuin de Schelde
over, de schepen die langs de Walcherse kust varen komen vlak langs de boulevard. De werkhoek
naast de ruime woonkamer is het centrum van de nog rusteloos bezig zijnde Lien van den Broecke,
die in deze hoek zo'n groot aandeel heeft gehad en nog heeft in de productie van boeken over
dialecten in de verschillende delen van Zeeland. Meer dan negentig jaren oud en nog in haar geest
19