Frans Messing, Lief, je bent zo ver van mij.Over schipper Covert van Oudekerke en zijn vrouw Mathilde omstreeks 1660 (Amsterdam: Van Soeren Co, 2004). 208 blz., ISBN 90-6881-121-5, 19,50. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) spreekt nog steeds tot veler verbeelding en terecht. Er is dan ook heel wat over geschreven. Ditmaal op een wijze die vooral ook de Zeeuwen zal aanspreken. Frans Messing is een gerenommeerd historicus die aan het strikte kader van de historische feiten een fictieve dimensie heeft toegevoegd. Deze bestaat uit een uitvoerige briefwisseling tussen schipper Govert - die in dienst van de VOC koers zet naar het 17de-eeuwse Batavia - en zijn vrouw Mathilde die in Middelburg achterblijft. Daardoor is het epos van de historie als het ware van binnenuit tot leven gebracht. Bijgevolg laat het boek zich lezen op diverse niveaus. Allereerst natuurlijk op het niveau van de historisch verantwoorde feiten.Zo kunnen we bijvoorbeeld tot in details vernemen hoe de VOC georganiseerd was, wat voor scheepstypen er waren, hoe zo'n schip was ingericht en hoe de bemanning was samengesteld. Een tweede niveau is dat van de lokale geschiedschrijving. Eens te meer realiseren we ons dat Zeeland niet alleen een land van boeren is en was, maar vooral ook van zeevarenden (visserij, koopvaardij). En dat de VOC als 's werelds eerste multinationale onderneming een krachtig stempel gedrukt heeft op steden als Middelburg en Vlissingen. En daar is nog veel van terug te vinden. Hoe schitterend zal het geweest zijn als zo'n Oost-Indiëvaarder tot diep in de stad doordrong en aan de kade gemeerd lag. Hoe heerlijk zal het geroken hebben naar thee, touw en teer en specerijen als nootmuskaat. Een derde niveau is het belevenisniveau. Hoe was het om te leven in de 17de eeuw als schipper op een VOC-schip, op weg te zijn naar een ver land aan de andere kant van de wereld, deel te nemen aan een profijtelijke maar tevens risicovolle onderneming, vrouw en kinderen achter te laten voor lange tijd (zul je ze ooit nog wel terugzien)? Hoe kwam je - soms min of meer terloops - in aanraking met het onrecht, de corruptie? Voor wie het allemaal tot zijn verbeelding laat doordringen rijst hieruit een indrukwekkend epos op van menselijke grandeur en misère. Tenslotte sluit hier nauw bij aan: de wijze waarop je als deelnemer tegen deze belevenissen aankijkt en hoe je ze verwerkt. Het verwerkingsniveau zou je het kunnen noemen en dat heeft dus niet zozeer een episch karakter, als wel een meer lyrische toon. Deze komt met name tot uiting in de briefwisseling tussen de schipper en zijn vrouw. Ontroerend daarom zijn de liefdesbetuigingen ('Lief, je bent zo ver van mijzou de eerste regel kunnen zijn van een fraai liefdesgedicht). Maar ook de geciteerde psalmen in prachtige vertaling zijn pure lyriek en geven aan de emoties een godsdienstige dimensie die toentertijd nog min of meer vanzelfsprekend was. Willem J. van Braband 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 46