TENTOONSTELLINGEN
Sluimerend in slik werpt licht op de verdronken dorpen zonder zich tot één discipline te beperken.
Het onderwerp raakt immers aan allerlei aspecten van het cultureel erfgoed, en wordt daarom ook
vanuit verschillende hoeken benaderd. Archeologie en geschiedenis van het verdronken land komen
uitgebreid aan bod, maar ook de relatie met Zeeuwse 'gekrompen dorpen', waarvan de neergang
niet door het water is bewerkstelligd. Verder wordt de blik gericht op de verschillende wijzen van
omgaan met deze boeiende materie in de eeuwen achter ons.
Sluimerend in slik kijkt ook buiten de provincie- en landsgrenzen. Hoewel Zeeland de meeste
verdronken plaatsen telt, kennen we ook verdronken nederzettingen in het aangrenzende
Vlaanderen, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Ook in het noorden van het land en aangrenzend
Duitsland, in het gebied van de Wadden- en Lauwerszee zijn ze er, terwijl in het nabije buitenland
namen van mythische verdronken steden en oorden als Ys (Bretagne) en Lyonesse (Cornwall) de
aandacht trekken.
Het Zuid-Bevelandse Valkenisse, verlaten in 1682, is het best onderzochte verdronken doip van
Zeeland. Het is ook het enige verdronken dorp dat in recente jaren een wettelijke én fysieke
bescherming heeft gekregen. Valkenisse krijgt in het boek dan ook extra aandacht.
Als 'extraatje' worden enkele gedichten over verdronken land opgenomen, onder meer van André
van der Veeke, een van Zeelands bekendste dichters van dit moment.
'Het dichten van de dijken'. Het herstel van Walcheren in 1945, getekend door ooggetuige
Cees Bantzinger (1914-1985).
Het muZEEum in Vlissingen toont van 16 oktober tot en met 6 maart 2005 het herstel van de dijken
van Walcheren na de Tweede Wereldoorlog. Hierbij wordt gebruik gemaakt van unieke tekeningen
van Cees Bantzinger, die samen met A. den Doolaard in 1945 als een soort oorlogsjoumalist het
dichten van de dijken in meer dan tweehonderd tekeningen heeft vastgelegd. Het grootste gedeelte
van deze tekeningen bevindt zich in de collectie van Koninklijke Boskalis Westminster nv.
Op 6 november 1944 is Walcheren bevrijd van de Duitse overheersing. Het eiland heeft daar een
groot offer voor gebracht. Tussen 2 oktober en 11 oktober werden op diverse plaatsen de dijken
gebombardeerd om het eiland onder water te zetten. De geallieerden hadden hiertoe besloten,
omdat de opmars naar Duitsland vast dreigde te lopen op de lange aanvoerlijnen. Toen op 4
september 1944 de havens van Antwerpen nagenoeg ongeschonden in handen van de geallieerden
waren gevallen, konden deze havens ingezet worden om de aanvoerlijnen te verkorten. De schepen
moesten dan wel Walcheren passeren en dit eiland was op dat moment door de Duitsers omgevormd
tot een vrijwel onneembare vesting. Door het eiland onder water te zetten hoopte men de Duitsers
te verdrijven. Dit werkte maar deels. Op 1 november werd de aanval met grondtroepen op
Walcheren ingezet om daarmee de toegang tot Antwerpen vrij te maken. Bij velen is onbekend dat
deze strijd aan geallieerde zijde veel mensenlevens heeft gekost. Na 41 dagen waren er 6.632
militairen gesneuveld, 3.150 vermist en 17.901 gewond.... Daarmee heeft deze aanval na D-Day de
meeste slachtoffers onder militairen gemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Mede door de beperkte middelen duurde het nog tot december 1945 voordat Walcheren ten westen
van het kanaal droog werd. Pas in april 1946 kon het oostelijk deel door de sluiting van het dijkgat
bij Rammekens weer droog gepompt worden.
47