EUEJE WEERTJE? Jopie Meerman De aanhef van m'n bijdrage aan het blad Nehalennia, het bulletin van de werkgroep, schrijf ik terwijl het prachtig herfstweer is. De tuin pronkt met de meest mooie kleuren die zelfs een zeer creatief kunstenaar niet samenstellen kan. 'k Heb echt 'm'n weertje'. 'Kent u deze uitdrukking?' zou ds. Gremdaat zeggen. Het gekke ervan is dat ik de uitdrukking niet kan vinden in mijn Zeeuws woordenboek. Zou het dan een familie-uitdrukking zijn? Dus zo'n kreet waar iemand ooit mee begint en die dan langzamerhand in allerlei gesprekken sluipt? En als je het maar dikwijls zegt, gaat het straks door als een Zeeuwse uitdrukking. Zelf heb ik heel dikwijls 'm'n weertje'. Goed naar mijn zin dus, verder weinig te wensen hebben. Dat kan zijn bij zo'n prachtige zomer als nu, bijeen fantastisch trouwfeest zoals enkele maanden geleden bij onze jongste zoon, het zien van onze mooie herfsttuin en wat al niet meer. Een mens kan dikwijls zo intens genieten dat het naar buiten straalt en een 'omstander' vraagt je dan: Eijeje weertje?' Dialect! Situaties waarbij ik me in m'n knollentuin voel (kiek da's noe'n hoeje vertaeling) is achter de computer terwijl ik stukjes schrijf. Dat kan in algemeen beschaafd Nederlands zijn, of in dialect. Want dat laatste is een hobby geworden die de nodige energie kost, maar wel leuk is om te doen. En wees eerlijk, een hobby mag energie kosten, want dat geeft bevrediging. Maandelijks schrijft onze Dialectgroep Tholen voor de Eendrachtbode in het Thools, of Vossemeers, of Stallands. Want er zijn best nog verschillen. Dat merk je pas als de redacteur van de Eendrachtbode, die uit Oud- Vossemeer komt, een woord vervangt dat Thools behoort te zijn. Op straat of in de winkel krijg ik dan te horen: dat zeggen wij toch niet zo? Je zou dus denken dat iedereen graag mee doet met de dialecten. Maar niets is minder waar: Uitbreiding van de groep dialectschrijvers, het oprichten van een vertelgroep, helpen bij het invullen van woordenlijsten, ho maar. Niemand te vinden. Doe noe ma heweun, dan doe j' a hek henogl Dat is het motto van de dialectsprekende Tholenaar. Daarom zijn wij wel eens jaloers op activiteiten van bijvoorbeeld Zuid-Beveland en Walcheren. Maar niet getreurd, het is maar een klein groepje dat de schouders zet onder het Thools, maar iedereen die mij kent weet dat het brede schouders zijn. Goed Zeeuws, goed rond. Want 'ik m'n weertjeals ik met dialect bezig ben. Oktober 2003 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 54