my hoedet my al bin ic jonc Ic heb veel liever enen man dan dusent pont'.
Al deze zinnen en tekstjes, uitgesproken door een marketentster, visverkoper, een joelende
drinkebroer, een nieuwsgierige voorbijganger of portier van een badhuis, zijn hier door een vroege
liedjesmaker bij elkaar verzameld en op muziek gezet. De tekst maakt een erg verbrokkelde indruk
en ongetwijfeld is dat gedeeltelijk ook de bedoeling. De muziek daarentegen is geheel anders - die
zorgt voor eenheid en stijl en voorkomt zo dat de spanning verloren gaat. Nogmaals: door de
tekstuele verbrokkeling is het niet altijd duidelijk wat bedoeld wordt. De onduidelijkheid wordt nog
vergroot door de fragmentarische staat van de tekst; ondanks het feit dat we weten dat het om een
soort potpourri gaat van stemmen en kreten van het marktplein.
Overigens is het best mogelijk dat wat voor ons onduidelijk en warrig is, voor de toenmalige
toehoorders juist heel bekend was. Omdat de zinnen verwezen naar bestaande, alledaagse en
herkenbare situaties kan dat een heel hilarisch effect op het publiek hebben gehad. Cabaretesk bijna.
Datering, taal, geografische situering en statusverschuiving
Het is niet bekend wie de maker van het lied was. Wel is iets te zeggen over wanneer het
vervaardigd werd en waar. En ook voor wie het bedoeld was.
Eerst de vraag: wanneer? Op basis van het letterschrift en taalgebruik kan het lied gedateerd worden
rond 1400 of zelfs nog iets vroeger. Het liedgenre, de muzieknotatie en de muziek, waar we hierna
nog op zullen terugkomen, bevestigen deze voor een Nederlands muziekstuk uitzonderlijke
ouderdom.
Vervolgens: waar werd het genaakt? Voor het lokaliseren van het lied zijn in principe vier methoden
bruikbaar: een muzikale, handschriftelijke, inhoudelijke en een taalkundige methode.25
Over de eerste, de muzikale, komen we in de volgende paragraaf nog te spreken. Een
handschriftelijke lokalisering lijkt problematisch, aangezien de vroegst overgeleverde Nederlandse
liederen geografisch erg verspreid zijn. Handschriften met vroege Nederlandse liederen vinden we
in, behalve natuurlijk de Nederlanden, Straatsburg, Parijs, Praag en Noord-Italië. Dat het lied
bewaard is in Utrecht is waarschijnlijk een historische toevalligheid en zegt dus niets over de plaats
van ontstaan. Samen met de andere Utrechtse fragmenten behoort het tot de oudste Nederlandse
liederen met muzieknotaties. Ongeveer tegelijkertijd ontstonden de zogeheten Amsterdamse en
Leidse liedmuziekfragmenten. Alle drie vertonen nogal wat onderlinge verschillen.26 Opvallend met
betrekking tot het marktlied is een vers uit de Leidse, volledig overgeleverde driestemmige ballade
'Tzinghen van de nachtegale'. Dit bevat de uitroep 'Hale mosselkyn al heet', dat enigszins
overeenkomt met de uitroep, hier geciteerd in de titel. Mogelijk is dit lied afkomstig uit Dordrecht
of omgeving.27 Een intertekstueel, laat staan geografisch verband tussen beide liederen op basis van
een enkele zin is echter al te gewaagd. Intertekstualiteit veronderstelt bovendien enige
betekenisgelijkwaardigheid. Maar bij het Utrechtse marktlied heeft het vers primair een
commerciële, bij het Leidse minnelied daarentegen vermoedelijk een symbolisch-erotische
betekenis.
Wat betreft de inhoudelijke lokalisering: De geografie en de sfeer van de markt uit het lied lijken
bij een eerste lezing te wijzen op het noordwesten van Vlaanderen. Sluis en Biervliet worden in
ieder geval expliciet en als enige plaatsen met name genoemd.
Onder de handelswaar bevinden zich nogal wat levensmiddelen uit zee: zalm, mosselen, haring - en
het laatste vers en bovendien droog. Van de mosselen wordt gezegd dat ze uit Sluis komen en goed
zijn - blijkbaar genoten ze een goede reputatie. Verder wordt een artikel uit Biervliet genoemd.
Helaas staat 'biervliets' aan het einde van de zin en ontbreekt het begin van de volgende. Biervliet
was vooral bekend om twee producten, haring en zout. Dat er 'biervlietse haring' gestaan zou
15