met een zeldzaam vroeg voorbeeld van Nederlandse meerstemmigheid; een lied bovendien van niveau vanwege zijn muzikale coherentie en originele teksten - en dat ook nog eens met een ludieke inslag.38 Besluit Hoe onooglijk het veertiende-eeuwse marktlied in het bewaard gebleven handschrift ook lijkt, we hebben te maken met een kapitaal bezit. Het is een van de oudste Nederlandse liederen met muzieknotatie. Het staat aan het begin van een traditie waarin alledaagse geluiden opgenomen worden in de kunstmuziek. Het lied is een zeer vroeg voorbeeld van Nederlandse meerstemmigheid, die in de vijftiende en zestiende eeuw toonaangevend zou worden in Europa. Intrigerend is bovendien dat de enige twee genoemde plaatsnamen allebei verwijzen naar het huidige West Zeeuws-Vlaanderen. De studie naar de middeleeuwse lokale en regionale geschiedenis gebeurt bijna altijd in stilte. De documenten, kronieken, schilderijen, voorwerpen en monumenten - zij zijn allemaal geluidloos. Slechts bij zeer hoge uitzondering zijn we in staat geluiden uit die tijd ook te horen. Zoiets is het geval bij het lied dat hier besproken werd. We kunnen luisteren naar de getoonzette stemmen van mensen, we horen de visverkopers, de ketellappers en marskramers. Het lied, de tekst en de muziek maakt hen bijna schokkend reëel en dichtbij. Die ervaring sluit perfect aan op hetgeen Janacek beoogde, toen hij straat- en marktgeluiden opnam in zijn composities: alledaagse klanken vertalen in muziek en zo het gewone vereeuwigen in kunst. Tekst van een Nederlands marktroepen-motetus, veertiende eeuw duplum (en maatnr.) triplum (en maatnr.) (cursief) 1-4. 5. 12. 19. 28. 41. 52. 70. 73. 78. 87. [...]n geselke [sjinn nacht lijfcoep ende voirdeel siin had ic bonen ic soud zaeien (recht) hier in dit [...]n robijn robrecht in dit dalekijn ketelen boeten pannen maken ketelen boeten ende my gheneren wannen maken ay my ay my ay my ay my byghin dat ic oyt wert beghine ende zonder minne kijn Ghaet in gaet in ghereet die stoof is heet die in die Diinsstraet staet Ic hebbe biervliets ende comijn die wel doet die baet es siin keersen verbernen moetse Coep oude cleder cope [...ine] boerde boerde goede boerde die beste boerde die noyt man zach Ic hebbe sauce te mostarde 93. glasine nappe ende urinale 99. kijnder nu zijt alle vro en ic ne wil tiaer meer sorghen Ic hebbe in der hant van tsavonts tot den morghen 112. Lieve moeder hoedet my hoedet my al ben ic jonc Ic heb veel liever enen man dan dusent pont 119. Lantemen maken lantemen lantemen platelen cram ic 124. goede bonen met den zoep al heet al heet al heet 130. Ic hebbe nywe rijcksnoer nywe rijcksnoer met eenen doer twee tel vive ghef mii drincken 140. zwijch verscoven lollaert ghef dijn ghelt om knollaert (147. goeden kaecharinc drughen harinc 148. versch harinc versch versch harinc 149. goeden kaecharinc drughen harinc 153. breken nap maken nap te broken 156. bias den riethoren bias den duvel doot 156. Suluerwit gaern broet al heet al 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 22