ZEEUWSE KRACHTTERMEN Of de verwantschap tussen Zeeuws en Chinees Hans de Vos In het katern 'Buitengebied' van de Provinciale Zeeuwse Courant van 15 juni 2004 verscheen van de hand van Engel Reinhoudt een bijdrage getiteld 'Woorden die a eigelik nie meuge', over allerhande bekende en minder bekende Zeeuwse taboewoorden. De onderstaande overdenking is een reactie daarop, met speciale aandacht voor klanken en emoties. Gelukkig blijken ze toch te bestaan, de woorden die a eigelik nie magge. Stel je voor: als ze niet zouden bestaan, dan zou een niet onbelangrijk deel van mijn culturele Zeeuwse achtergrond slechts een verzinsel kunnen zijn, en zou ik hier wellicht leven als een vreemde in eigen land. Als roomse Bevelander ken ik echter veel van dergelijke woorden als uitdrukkingen voor allerhande verschillende emoties, zowel negatieve als positieve. Ze kunnen bijvoorbeeld liefde uitdrukken of haat, blijdschap of verdriet, geluk of tegenspoed. En dit zijn precies het soort gevoelens waar het Zeeuws weinig of geen uitdrukkingen voor kent, want op emotioneel gebied is het Zeeuws een erg arme taal. Dit komt misschien omdat in vroeger tijden de Zeeuw werd geacht om nooit zijn of haar gevoelens te laten blijken. Dat zou dan meteen verklaren waarom we buiten de provincie vooral bekend staan als een stug volkje; en zunig, ook met woorden. De weinige emotionele woorden die er desondanks bestaan, worden bovendien vaak gehoord, gezien en bestempeld als een vloek! Er zijn werkelijk weinig van dergelijke emotiewoorden, en het mij meest bekende daarvan is wat men in het Nederlands vaak omschrijft als 'gvd'. En wat is er dan zo Zeeuws aan dit woord, zult u wellicht denken? Welnu, in de eerste plaats is dit een woord dat velen van ons bijna met de paplepel is ingegoten, alhoewel het thuis natuurlijk door niemand ooit gebruikt werd. Maar ja. men is nu eenmaal wel eens van huis, en de paus is onfeilbaar, maar hij verstaat geen Zeeuws. En in de tweede plaats? Ja, nu wordt het toch interessant: het Zeeuws vertoont een zekere verwantschap met het Chinees! Door namelijk één woord op verschillende manieren uit te spreken, krijgt datzelfde woord steeds een andere betekenis. Op deze manier kan men dus allerlei emoties uitdrukken met slechts één woord, waarbij dit op verschillende manieren wordt beklemtoond, verkort, of juist verlengd. Zo kon het gebeuren dat ik eens twee mensen elkaar om de hals zag vallen onder het uitroepen van luide gvd's. Een ontroerend moment was dat. Of dit nu typisch Zeeuws is? Welnee, want ik heb dergelijke situaties ook onder de Limburgers meegemaakt. Maar het is wel typisch spreektaal, dus het is óók Zeeuws. En voor alle duidelijkheid: bovenstaand woord heeft weliswaar een ó-klank, maar het wordt zelden of nooit gebruikt om daarmee iets of iemand te belasteren. Dat weten de roomsen ook wel: God is boven in den emel, en jie bin ier benee; dus daèrom ka je beter mae nie tevee zegge (Pred. 5:2). Een dergelijke uitroep is dus meestal een uiting van persoonlijke, innerlijke emotie, en als zodanig kan het dienen als een verrijking van de Zeeuwse vocabulaire met minimaal één woord. Maar gelukkig zijn er ook nog andere uitbreidingsmogelijkheden, hoewel deze weer niet iedereen even aangenaam in de oren zullen klinken. Zo is er de uitroep stikt de moorddie vaak wordt verzacht door eraan toe te voegen: op 't bestieboord. Zeeuws van de bovenste plank, lijkt me, en de moeite waard om bij deze ook eens schriftelijk vastgelegd te worden. En ook wat meer bijbels geïnspireerde uitroepen, die eveneens zelden of nooit op schrift worden gesteld, maar die wel degelijk bestaan. Bijvoorbeeld jezusmiena, dat zoveel betekent als jeeminee, jezusmariajozef waarbij de hele Heilige Familie om bijstand wordt gevraagd, ocheêre en ochotte als Zeeuwse varianten van o jee, en tenslotte hottallejoden, dat in betekenis dicht in de buurt van de bekende drieletterige afkorting komt. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2004 | | pagina 28