Aflevering 162 winter 2008 1? Een collectie Germaanse priesters na de voor de Romeinen desastreuze Slag bij het Teutoburgerwoud in 9 na Chr. op een prent uit de negentiende eeuw. Ze zien er eigenlijk precies zo uit als we ons in die tijd de Keltische druïden voorstelden. Silhouet van J. ab Utrecht Dresselhuis, met ridderkruis en handtekening. Volksgebruiken'.7 Hierin verkondigde hij in navolging van de gebroeders Grimm dat er een duidelijk verband bestond tussen negentiende-eeuwse volksgebruiken en de 'oudste godsdienstige begrippen der natie'. In zijn lange verhandeling De Godsdienstleer der aloude Zeelanders (1845) beweerde hij dat het zoeken naar heidense bronnen van volksverhalen in Zeeland niet nodig was, want de aloude offerplaatsen waren op vele plekken nog als vliedbergen terug te vinden. Dresselhuis'boek was de enige inzending op een prijsvraag van Z het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen over de kwestie of het eiland Walcheren evenals het Deense eiland Seeland het centrum van een voorchristelijke eredienst was geweest. En die veronderstelling was weer afkomstig van de duizelingwekkend geleerde Duitse archivaris, historicus en letterkundige F.J. Mone, die Nederland had bezocht om materiaal te verzamelen. Mone's tweedelige Geschichte des Heidentums im nördlichen Europa (1822/23) inspireerde Zeeuwse geschiedschrijvers tot een beeld van heidens Walcheren als een dichtbebost nevelig eiland,

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 19