Aflevering 162 winter 2008
bij Serooskerke op Walcheren en liet hij van een inmiddels verdwenen
berg bij Vlake op Zuid-Beveland profieltekeningen maken (afb. 2).19 In 1909
liet archeoloog A.E. van Giffen (1884-1973) in tien bergen profielkuilen
maken20 en in 1919 was de archeoloog J.H. Holwerda (1873-1951) betrokken
bij onderzoek naar een berg bij Duivendijke op Schouwen-Duiveland21
en later met A.E. Remouchamps (1895-1927) naar Berglust te Ritthem op
Walcheren.22 Andere onderzoekers die voor de Tweede Wereld oorlog
opgravingen in vliedbergen verrichtten waren de oudheidkundigen J.A.
Hubregtse (1878-1940) en P.J. van der Feen (1892-1987). In de periode
1940-1945 verrichte de Duitse archeologe C. Redlich onderzoek uit in
enkele bergen in verband met de bouw van bunkers.23 Van de naoorlogse
opgravingen24 in vliedbergen verdienen hier vooral aandacht het onderzoek
van W.C Braat (1903-2000) naar de berg van Troje bij Borssele25, de door
J.A. Trimpe Burger (1923- 2007) en de ROB uitgevoerde onderzoeken
naar de bergen van Buttinge op Walcheren (1951),26 Abbekinderen op
Zuid-Beveland (1955)27, Aagtekerke en Grijpskerke (1955)28, Hoogelande op
Walcheren (1956)29 en St.-Maartensdijk op Tholen (I960)30 en het onderzoek
van Oele naar Maelstede te Kapelle op Zuid-Beveland (1977).31
Deze opgravingen hebben in hoge mate bijgedragen aan de beeldvorming
over de genese van de vliedbergen, vandaar dat we hier stil staan bij enkele
resultaten. Het onderzoek naar de Berg van Troje heeft uitgewezen dat dit
complex een ingewikkelde bouwgeschiedenis kent. Braat onderscheidt vier
Afb. 3. Reconstructie
tekening van de Berg
van Troje bij Borssele
(naar: Braat 1961).