Aflevering 162 winter 2008
Afb. 8. Aanleg van het
profiel in de gracht
tussen de hoofd- en
voorburcht van de
vliedberg van 's-Heer
Arendskerke (foto: T.
Penders, RACM
de mogelijk daarin aanwezige gebouwresten vernietigd. De aanwezigheid
van baksteenpuin in de gracht rond de hoofdburcht (baksteenformaten
28.5/27.5x14/13.5x7.5/6.5 cm) doet vermoeden dat op de top hiervan een
bakstenen gebouw, vermoedelijk een (woon)toren, stond. Deze bakstenen
toren was waarschijnlijk de opvolger van een oudere, houten voorganger.
De formaten van de gebruikte bakstenen doen een 14e-eeuwse datering
vermoeden. Beide terreinen waren door middel van een houten brug met
elkaar verbonden. Van deze brug zijn in de gracht enkele eikenhouten
staanders teruggevonden (afb. 8). Een dendro-monster van een van deze
palen leverde een veldatum van 1150 AD 6.44 Er vanuit gaande dat het
hier geen secundair gebruikt hout betreft, wijst deze datering erop dat de
transformatie van kernterp naar motteversterking zich in het midden van
de 12e eeuw moet hebben voltrokken. Dit wordt bevestigd door de vondst
van enkele scherven Maaslandse waar in de onderste grachtvullingen.
Het jongste uit de grachten verzamelde vondstmateriaal dateert uit de 14e
eeuw en lijkt, evenals het verzamelde baksteenpuin, samen te hangen met
de ontmanteling van het complex. Waarschijnlijk werd het nog bruikbare
bouwmateriaal afgevoerd om elders te worden hergebruikt, waarna de
grachten met het overgebleven puin en grond werden opgevuld.
Conclusies
Er kunnen op grond van de beschikbare gegevens enkele conclusies
worden getrokken aangaande de genese van de Zeeuwse vliedbergen.
De meeste vliedbergen lijken in meerdere fasen tot stand te zijn gekomen.
Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat Trimpe Burgers ongeveer
50 jaar geleden gemaakte driedeling van de Zeeuwse vliedbergen in
de meest gevallen klopt.45 Vaak werd in de eerste fase een relatief lage
kernterp opgeworpen. In veel gevallen werd de kernterp later verhoogd tot
een hoge berg. Soms, zoals in het geval van de vliedberg van Scherpenisse-
Westkerke, werd de kernterp niet in één keer maar in verschillende fasen