Aflevering 162 winter 2008 7 zijn stellige conclusie luidde dat het hier ging om 'een heuvel - ongetwijfeld een vluchtheuvel - uit de tiende of elfde eeuw'.3 Maar, niet iedereen dacht er zo over. De uit Vlaanderen afkomstige taalkundige P.L. Tack bijvoorbeeld, toponymist en goed ingevoerd in een belangrijke bron in de vorm van de (Walcherse) overlopers, was een andere opvatting toegedaan: hij zag de bergen als voormalige kasteelbergen.4 Het congres Het vliedbergencongres - door ons organisatoren gewichtig op zijn Grieks symposion genoemd - moest in 1968 de impasse doorbreken en de stagnerende discussie tussen vertegenwoordigers van diverse vakgebieden weer op gang brengen. Er was weinig nagelaten om het congres tot een succes te maken. De eerbiedwaardige Burgerzaal van het Middelburgse stadhuis, vandaag overgenomen door een heel ander soort studenten, stond de honderd deelnemers ter beschikking. Jeugdige overmoed had de organisatoren zich in jacquet doen steken. Het waren duidelijk geen archeologen, maar sociaal-geografen. Tevoren hadden deze studenten van de Amsterdamse Vrije Universiteit, leden van het historisch-geografisch dispuut Cluverius en het Deltadispuut Scaldiamoshun huiswerk gedaan en alle deelnemers een lijvige bundel bezorgd, een overzicht van alles - zinnig en minder zinnig - wat tot dusverre over de bergen was geschreven, inclusief een uitvoerige bibliografie. Een overzicht - even gewichtig working- paper geheten - dat al snel de status van gewild collectors item kreeg. Het was daarom een lovenswaardige bijdrage van de toenmalige ROB, de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, om na afloop van het congres, van deze bundel een heruitgave te maken, aangevuld met een lijst van deelnemers en een samenvatting van het besprokene. U komt deze bundel vrijwel integraal weer tegen in de beeldcatalogus van de Zeeuwse bergen die Robert van Heeringen en anderen vorig jaar deden verschijnen, en die mede de aanleiding tot onze bijeenkomst van vandaag vormde.5 Er gebeurde nog meer rondom het congres. Het TV-programma Van Gewest tot Gewest kondigde bij monde van de Middelburgse redacteur Rob van Hoek het symposion aan. Ik weet dat mijn latere, maar mij toen nog onbekende echtgenote met opperste verbazing heeft gekeken hoe ik in die uitzending als wijsneus bij de berg van Kleverskerke (op Walcheren) het belang van het congres verwoordde. En er gebeurde nóg meer. Het toenmalige Rijksarchief in Zeeland wijdde een expositie aan het congresthema.6 Inspectie oculair Een excursie onder leiding van M.P. de Bruin en Tina Kannegieter, op vrijdag, ging aan het eigenlijke congres vooraf, en had de functie van een inspectie oculair. Als spectaculair onderdeel herinner ik mij de beklimming van de zogenoemde berg van Wabeke, in het Zuidbevelandse Wemeldinge. Volgens de Encyclopedie van Zeeland toen niet alleen de hoogste, maar bovendien de 'fraaist bewaarde' of 'best bewaarde' berg van onze provincie.' Dat laatste valt moeilijk te verifiëren. Wat het eerste betreft: Van Heeringens beeldcatalogus noemt tegenwoordig de berg bij het Walcherse Sint Jan ten Heere 60 centimeter hoger. Maar je hebt kennelijk hoogte en hoogte, want qua visuele hoogte staat Wemeldinge nog wel steeds aan de top.8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 9